25 januari 2011

Infiltratie bij activisten in strijd tegen 'radicalisme'

door Dietrich Muylaert

Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be

Gedurende de maand januari werden in het Verenigd Koninkrijk meerdere politie-infiltranten in de milieubeweging ontmaskerd. Er ontstond behoorlijk wat ophef omtrent hun praktijken. Dit alles past in de strijd tegen 'radicalisme' waar vele regeringen en ordediensten zich toe geroepen voelen.

Recente evolutie van infiltratiecellen in het VK

De Association of Chief Police Officers (ACPO) (1), een privébedrijf, controleert sinds de jaren negentig de strijd van de politie tegen 'binnenlands extremisme' in het Verenigd Koninkrijk (VK), toen de dierenrechtenbeweging er al enige tijd zeer actief was.

Een deel van de dierenrechtenactivisten, onder het banier van groepen zoals de Animal Rights Militia en de Justice Department, was bereid drieste middelen te gebruiken in hun strijd en stapten af van het Animal Liberation Front-principe geen mensenlevens in gevaar te brengen tijdens directe acties.

De politie trad hier hard tegen op, wat leidde tot de arrestatie van veel sleutelfiguren onder de dierenrechtenactivisten. Critici van de ACPO zeggen nu dat de officieren die verantwoordelijk waren voor het opbouwen van de infiltratieafdelingen op zoek gingen naar nieuwe doelwitten toen de dreiging van de dierenrechtenbeweging was geluwd, om zo hun budgetten en bestaan te rechtvaardigen.

De opbloeiende milieubeweging paste precies in dat plaatje, zeggen milileuactivisten. Volgens hen kreeg de politie de volmacht voor een wijdverspreide en diepgaande observatie van verschillende bewegingen. Het doelwit van deze politieacties werd uitgebreid naar 'alle vormen van binnenlands extremisme, criminaliteit en publieke ordeverstoring geassocieerd met actiegroepen'.

De politie ontkent deze beweringen en benadrukt dat zij enkel de minderheid van extreemlinkse en -rechtse groeperingen observeert die feiten zouden kunnen plegen, en bijvoorbeeld eigendommen zouden beschadigen of binnendringen om hun politieke doelen te bevorderen.

Database van demonstranten

Er zijn drie weinig bekende eenheden voor de bestrijding van 'binnenlands extremisme'. Zij opereren onder leiding van Detective Chief Superintendent Adrian Tudway, de nationale coördinator voor 'binnenlands extremisme'.

Tudway geeft leiding aan zo'n honderd man, met een budget van negen miljoen pond per jaar. Verreweg het grootste onderdeel van dit apparaat is de National Public Order Intelligence Unit (NPOIU), dat sinds 1999 databases aanlegt van demonstranten en actiegroepen doorheen het VK.

Men gaat ervan uit dat verscheidene undercover agenten lange tijd geïnfiltreerd zijn in de milieubeweging om inlichtingen te verzamelen voor de NPOIU. Met een staf van zestig tot zeventig man kost de NPOIU vijf miljoen pond per jaar.

Gevestigd op een geheime locatie in Londen is de officiële taak van de NPOIU "het verzamelen, beoordelen, analyseren en verspreiden van inlichtingen en informatie gerelateerd aan criminele activiteiten in het VK, waar er een dreiging is van een misdaad of de verstoring van de openbare orde die voortkomt uit binnenlands extremisme of protestactiviteiten."

Europese strategie ter bestrijding van 'radicalisering'

Op 26 april 2010 keurde de Raad van de Europese Unie, ook wel Raad van Ministers genoemd, tijdens een vergadering van de Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen een Conclusie goed - zonder een debat in of controle door het Europees Parlement - voor "het gebruik van een gestandaardiseerd, multidimensionaal, semigestructureerd instrument voor het verzamelen van gegevens en informatie over de radicaliseringsprocessen in de EU."

Doel van dit 'instrument' is onder andere "te voorkomen dat terrorisme mensen aantrekt, door de factoren en de basisoorzaken die tot radicalisering en rekrutering kunnen leiden in Europa en daarbuiten aan te pakken". In het addendum lezen we in een voetnoot enkele geviseerde ideologieën: "Extreem rechts/links, islamitisch, nationalistisch, antiglobalisering, enzovoort."

Mensenrechtengroeperingen en leden van het Europees Parlement hebben dit 'instrument,' dat zeventig vragen omvat voor het verzamelen van gegevens, sterk bekritiseerd omdat de informatieselectiecriteria zeer breed en 'flexibel' zijn.

"De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie wordt verzocht en aanbevolen het hun ter beschikking gestelde instrument voor gegevensverzameling optimaal te gebruiken naar goeddunken, door het te wijzigen en toe te snijden op hun specifieke behoeften, mochten zij zulks nodig achten, en de verschillende kenmerken te benutten die het ook zeer flexibel en aanpasbaar maken."

Kritiek op de Conclusie ter bestrijding van 'radicalisering'

Brits Europarlementariër Sarah Ludford zei hierover op de webstek van EU Observer: "De fundamentele fout van dit mechanisme is dat men spreekt over 'radicalisering' in plaats van terrorisme. Het omvat ineens ook politieke activisten en andersdenkenden."

"Radicaal zijn is niet hetzelfde als een terrorist zijn," legde ze uit. "Ik ben bijvoorbeeld zeer radicaal over gegevensbescherming. Een democratische maatschappij zou niet werken zonder andersdenkenden. We hebben het fascisme en communisme niet ontmanteld om wantrouwig te zijn over mensen met een andere visie dan het establishment."

Ze merkte nog op dat "terwijl het Europees Parlement hoge standaarden wilt hanteren met betrekking tot de bescherming van gegevens in onderhandelingen met de VS over het doorspelen van bankgegevens met als doel het opsporen van financieringsbronnen van terrorisme, de EU-ministers deze bezorgdheid niet delen bij het maken van dergelijke 'slordige' beslissingen."

Deze kritiek wordt ondermeer gedeeld door Benjamin Ward van de ngo Human Rights Watch: "Het delen en centraliseren van gegevens in instellingen van de EU van personen die voor geen misdaad veroordeeld zijn, enkel op basis van hun opinie, is zorgwekkend," zei hij.

"Het is verontrustend dat de enige referentie naar de bescherming van gegevens er een is in relatie met Europol en niet in verband met EU-lidstaten of SitCen (nvdr: een afdeling voor het delen van inlichtingen binnen de EU), zeker in verband met het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens die te vinden zijn in het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden."

Risicoprofileringssysteem

Tony Bunyan van Statewatch zei hierover: "Elk staatsagentschap kan vrij zijn eigen definities en veronderstellingen uitwerken over groepen en individuen en deze vrij laten circuleren in de EU. Wat wordt gepland is een grootschalig, geautomatiseerd risicoprofileringssysteem dat zogenaamde 'agents' van 'radicalisering' viseert.

Er zijn miljoenen mensen in de EU met 'radicale' ideeën in de ogen van de staat die in hun eigen terminologie argumentatie hanteren die ook gebruikt kan worden in 'radicaliserende boodschappen', zonder de intentie geweld te gebruiken of dit te stimuleren."

"Verder komt dit initiatief bovenop de plannen van het Stockholm Programma om een Europese database aan te leggen, als deel van het Schengen Informatie Systeem, over politieke activisten onder het mom van de bestrijding van 'gewelddadige ordeverstoorders'.

Onder beide systemen kunnen alle 'radicalen' het doelwit worden en kan het politieke leven besmet raken door ongeziene en onverantwoordelijke verdachtmakingen gefabriceerd door staatsagentschappen. Open, legitieme politieke discussies en activiteiten worden op deze wijze ook een slachtoffer van de 'oorlog tegen het terrorisme'."

Het VK neemt deel aan dit observatieprogramma dat is ontworpen voor het verzamelen van persoonlijke gegevens over vermoedelijke 'radicalen' over gans het politieke spectrum in de Europese Unie.

Grootste preventieve politieoperatie ooit

In januari werden in het VK al vier politie-infiltranten ontmaskerd bij verschillende milieubewegingen. De ontmaskering van Mark Stone - echte naam Mark Kennedy - door de krant The Guardian, nadat hij zeven jaar lang geïnfiltreerd was, bracht de bal aan het rollen. Zijn ontmaskering legde nogal wat onfrisse praktijken bloot bij de infiltratie van geweldloze protestbewegingen.

Paasmaandag 2009 werden 114 mensen opgepakt in de grootste preventieve politieoperatie tegen milieuactivisten in het VK ooit. Kostprijs: driehonderdduizend pond. Ze werden aangehouden omdat ze ervan verdacht werden E.ON's steenkoolcentrale in Ratcliffe-on-Soar, nabij Nothingham, te willen bezetten en stilleggen voor een week. Twintig van hen gingen over tot bekentenissen. Op 14 december 2010 werden ze schuldig bevonden, maar ze vochten de beschuldigingen aan op grond van 'noodzakelijkheid'.

De activisten argumenteerden dat ze handelden om de grotere misdaad van dood en ernstige schade veroorzaakt door klimaatverandering te voorkomen. Ze hadden deskundige getuigen opgeroepen om hun argumentatie te ondersteunen, waaronder NASA-klimaatwetenschapper James Hansen.

"Ik heb geen twijfel dat elk van u heeft gehandeld uit de meest hoogstaande motieven."

Op 5 januari 2011 werd hun strafmaat bepaald. Rechter Jonathan Teare sprak voorwaardelijke straffen of gemeenschapsdienst uit. Hij gaf toe dat het publiek de strafmaat als 'onmogelijk mild' kon beschouwen, maar zei dat hij in een hoogst unieke positie was geplaatst vanwege de morele standaard van de actievoerders

"Jullie zijn allemaal fatsoenlijke mannen en vrouwen met een oprechte bezorgdheid voor anderen, en in het bijzonder voor het voortbestaan van de planeet Aarde in iets wat lijkt op haar huidige vorm," zei hij. "Ik heb geen twijfel dat elk van u heeft gehandeld uit de meest hoogstaande motieven. En dat is een zeer belangrijke overweging."

Het ineenstuiken van de rechtszaak

De week daarop zou er een aparte rechtszaak worden gevoerd tegen zes mensen die tijdens hun arrestatie hadden verklaard dat ze nog niet beslist hadden om deel te nemen aan de bezetting. Op 9 januari ontmaskerde The Guardian echter politie-infiltrant Mark Kennedy, die betrokken was bij de voorbereiding van de actie.

Door deze publicatie zag de procureur des Konings zich gedwongen af te zien van verdere vervolging en stuikte de rechtszaak tegen de zes ineen. De twintig activisten die al veroordeeld waren gingen op grond van de onthullingen in beroep.

De Independent Police Complaints Commission is een onderzoek begonnen naar het instorten van deze rechtszaak en gaat onder meer na of politie-infiltrant Mark Kennedy niet als agent-provocateur heeft gehandeld tijdens zijn jaren als infiltrant.

Voormalig hoofd van het Openbaar Ministerie, Lord Macdonald, zei dat de handelswijzen van politie-infiltranten alarmerend en ondoorzichtig waren. "Er moeten richtlijnen worden gepubliceerd," zei hij. "Het is bijzonder belangrijk dat het publiek begrijpt wat de principes en wat de regels zijn. Het feit dat deze operatie zo ondoorzichtig is, dat niemand weet hoe ze werd uitgevoerd, wat de doelstellingen waren, waarom ze zo lang liep, is voor mij erg alarmerend."

My name is Stone, Mark Stone

Mark Kennedy was een politieambtenaar die onder de naam Mark Stone zeven jaar lang infiltreerde in de Britse milieubeweging. Nadat zijn dubbelrol bekend raakte heeft hij de politie verlaten en emigreerde hij naar de VS. Tijdens zijn undercoveroperatie reisde hij naar tweeëntwintig landen om informatie te sprokkelen en speelde hij een rol in de frontlinie van opmerkelijke confrontaties. Het verhaal heeft alle ingrediënten van een degoutant spionageverhaal. Mark Kennedy heeft ondertussen dan ook de rechten op zijn verhaal al verkocht.

Kennedy nam voor het eerst de identiteit Mark Stone aan in 2003, zich voordoend als professioneel klimmer, in een poging de vreedzame beweging tegen klimaatverandering te verstoren. De toen drieëndertig jarige infiltrant liet zijn haar groeien, droeg oorbellen en tatoeages vooraleer hij bijna elke grote demonstratie in het VK bijwoonde. Hij kreeg een vals paspoort en rijbewijs. En in het activistenmilieu kreeg hij al gauw de bijnaam 'Flash' omwille van het gemak waarmee hij geld kon spenderen.

Kennedy werd ontmaskerd in oktober toen sommigen, die achterdocht koesterden tegenover deze schijnbaar 'perfecte activist', een paspoort ontdekten met daarop zijn echte naam. Zij legden uiteindelijk ook de hand op bewijsmateriaal waaruit bleek dat hij al een politieman was sinds 1994. Geconfronteerd met dit materiaal gaf Kennedy zijn ware identiteit toe.

Provocatie doorheen Europa

Juridische documenten suggereren dat Kennedy's activiteiten verder gingen dan die van een passieve spion, wat bij velen de vraag oproept of zijn rol in het mee organiseren en bekostigen van protesten niet inhoudt dat hij werkte als agent-provocateur.

De vergaderingen voor de bezetting van de steenkoolcentrale vonden plaats in het door Kennedy gehuurde huis. Hij ging op verkenningstochten en suggereerde de beste en makkelijkste manier om de centrale te bezetten. Hij gaf zich op als vrijwilliger om als één van de klimmers zich aan de transportband vast te ketenen en moedigde actief deelname aan de actie aan.

Hij betaalde voor de huur van voertuigen voor de actie en betaalde de gerechtskosten voor een andere activist ten gevolge van een andere demonstratie. Het wordt aangenomen dat de financiële middelen voor alle onkosten die hij maakte uit politiefondsen kwamen.

Tijdens antikapitalistische protesten tijdens een EU-top in Dublin trainde hij demonstranten en moedigde hen aan om de Ierse politie aan te vallen. Een van de deelnemers aan het protest herinnert zijn verbazing over de actie van Kennedy op de bewuste dag. "Ik zag hem zijn bivakmuts aftrekken terwijl hij uit de menigte kwam. Ik was verbaasd dat iemand zo dicht bij de politielinies ging staan en zijn masker afnam."

Voor het protest was het duidelijk dat de politie inlichtingen had over de activiteiten van sommige antikapitalistische activisten die per boot uit Groot-Brittannië waren afgereisd, wat suggereert dat er een informant in de protestbeweging was.

Op de rand van de illegaliteit

"Dit soort activiteiten is volstrekt onaanvaardbaar... Er zijn velen van ons die vertrouwd zijn met de destructieve gevolgen, in termen van democratie, die voortvloeide uit dit soort activiteiten van de jaren zeventig af, in relatie tot Noord-Ierland," zei Iers parlementslid Michael Higgins.

Ook in Duitsland rijzen er vragen of de man geen criminele feiten pleegde tijdens zijn bezoeken als infiltrant en tegelijkertijd voor de Duitse overheid werkte. Zo zou hij geïnteresseerd zijn geweest in de antifascistische beweging in het land.

Duits politicus Andrej Hunko zei in The Guardian dat Kennedy er "opereerde op de rand van de illegaliteit" en beweerde dat hij er gewerkt had als agent-provocateur in antifascistische groeperingen.

"Kennedy wou infiltreren bij antifascisten en ze als agent-provocateur tot acties aanzetten. Ik vermoed dan ook dat het niet Scotland Yard was dat interesse had voor de 'hot spots' in de Duitse antifascistische scene. Ik zie in de plaats bewijs van het tegenovergestelde, dat de Duitse politie betrokken was bij de operatie van deze Britse agent."

Tegenover Jason Kirkpatrick, een in Berlijn gevestigde filmmaker, had Kennedy ooit gevraagd of hij niet wist of er in Duitsland plaatsen waren waar ze 'nazi issues' hadden. Want hij had in Engeland een 'crew' die over kon komen om ze op hun nummer te zetten. Kirkpatrick was geshockeerd Kennedy op dergelijke wijze over geweld te horen praten.

Ook was hij betrokken bij de milieubeweging Saving Iceland in Ijsland. Toen de beweging nog in haar kinderschoenen stond in 2005 zorgde hij ervoor dat hij een sleutelrol kon spelen in alle aspecten van organisatie of participatie.

De leden van het netwerk waren blij met zijn contacten in het activistenmilieu doorheen Europa en met zijn expertise inzake campagne voeren en protesten. Hij gaf er ondermeer workshops in lock-on-technieken terwijl hij terzelfder tijd een spil trachtte te drijven tussen de leden van de groep.

Aanfluiting van de democratie

Birgitta Jónsdóttir, Ijslands parlementslid, schrijfster en activiste, noemt Kenedy's praktijken "een complete aanfluiting van de democratie" in The Guardian. "Het is onaanvaardbaar om mensen te gaan ‘pre-vervolgen’ en hen schuldig trachten te maken door het initiëren van een richting die niet bij hen zou zijn opgekomen zonder de invloed van een undercoveragent."

Parlementsleden in deze landen vragen dan ook om een grondig onderzoek naar de samenwerking tussen de Britse overheid en de overheid in die landen met betrekking tot de operaties van Kennedy.

Naast zijn rol als politie-infiltrant, werkte Kennedy volgens documenten die The Guardian kon inzien ook als spion in het activistenmilieu voor bedrijven. De details van hoe hij van politieagent tot zakenman evolueerde, onthullen de mate waarin schimmige ondernemingen banden ontwikkeld lijken te hebben met de politie.

Seksuele relaties om inlichtingen te winnen

Wat ook ophef maakte in de zaak was het aangaan van vele seksuele relaties door Kennedy om zo informatie te winnen.

Volgens meerdere Britse undercoveragenten wordt met de zegen van hun oversten de taktiek van 'promiscuïteit' gehanteerd. Er werd ingestemd met seksuele relaties tussen activisten en infiltranten voor zowel mannelijke als vrouwelijke agenten.

"Seks was een hulpmiddel voor infiltranten om zich in te kunnen passen," volgens een voormalig undercoveragent," en werd op grote schaal gebruikt als een techniek om inlichtingen te verzamelen."

De enige bepaling, volgens de agent van het Special Demonstration Squad - een geheime eenheid om gewelddadige ordeverstoring in de Londense straten te voorkomen - was dat verliefd worden als onprofessioneel werd beschouwd omdat het een onderzoek kon compromitteren. Hij zei dat undercoveragenten, vooral deze die infiltreerden in milieubewegingen en linkse groeperingen, seks met een groot aantal partners bekeken "als onderdeel van de job".

Cindy Butts, voormalig vice-voorzitter van de Metropolitan Police Authority, zei hierover: "Ik denk niet dat 'met alle mogelijke middelen' de modus operandi hoort te zijn. Er moet begeleiding zijn zodat officieren gefocust blijven op wat ze doen. Er moet een onderzoek komen. Ik verwacht vragen over alle aspecten van deze zaak, met inbegrip van deze beschuldigingen, en zaken zoals het evenredigheidsbeginsel."

Butt zei dat wanneer infiltranten seks gebruikten als een bewuste tactiek, hierdoor de zorgplicht tegenover de demonstranten die hun doelwit waren teniet werd gedaan.

"Tot op zekere hoogte is er de noodzaak om jezelf onder te dompelen en een bepaald karakter en persoonlijkheid aan te nemen. Maar als je een undercoveragent zou zijn met een familie en een vrouw, denk ik niet dat een ambtenaar impliciet buitenechtelijke relaties moet aanmoedigen of ondersteunen. De politie heeft een zorgplicht, zelfs voor mensen die worden geïnfiltreerd. Het zou onverantwoord zijn van een organisatie om zulk gedrag aan te moedigen.

Nog vier infiltranten ontmaskerd

Vrouwelijke activisten hebben maandag Scotland Yard geblokkeerd, en eisten de identiteit te kennen van de undercoveragenten die hun organisaties hebben geïnfiltreerd. Nu er bewijs blijft bovenkomen dat politiemensen seks hebben gehad met personen die zij observeerden, zeiden de vrouwen te willen weten of ze 'misbruikt' waren door de politie.

Ondertussen zijn nog drie andere politie-infiltranten ontmaskerd in de Britse milieubeweging. Jim Boiling, die vijf jaar infiltreerde als milieuactivist Jim Sutton bij Reclaim the Streets en die tijdens die periode een activiste huwde en er twee kinderen bij verwekte. Hij was ondermeer een sleutelfiguur bij het organiseren van Reclaim-acties.

Een politieman die vijf jaar infiltreerde als Mark Jacobs in protestbewegingen tegen de G8 doorheen de jaren, het anti-NAVO protest in Straatsburg, in het Cardiff Anarchist Network en het Rising Tide Network. Hij was ook betrokken bij No Border-campagnes en had verschillende seksuele relaties in activistencirkels.

Een politievrouw die meerdere jaren infiltreerde als Lynn Watson in verscheidene bewegingen en onder andere mee hielp met de planning van verschillende Klimaataktiekampen. Zij had ook seksuele relaties met verschillende activisten.

Mark Kennedy beweert dat hij weet heeft van nog minstens vijftien politie-infiltranten in verschillende milieubewegingen

De door hem gebruikte tactiek van informatiegaring door middel van seksuele relaties kan mogelijk leiden tot tal van burgerlijke rechtszaken. Maar, volgens advocaat Stephen Cragg, zou voor elke eis waarschijnlijk buiten de rechtszaal een schikking getroffen worden door de politie om te vermijden dat er juridische precedenten worden gecreëerd voor toekomstige eisers.

Recente infiltratie in activistenmilieu in België

Simon Brenner, het alias van Simon Bromma, is een Duitse politie-infiltrant die aanwezig was tijdens het No Border-kamp te Brussel, van 27 september tot 3 oktober 2010. Dat kwam naderhand aan het licht.

Het No Border-kamp is een actiekamp waarvan de deelnemers strijden voor open grenzen, tegen de uitwijzing en deportaties van vluchtelingen, asielzoekers of immigranten, en voor een behoorlijke opvang van deze mensen.

Infiltratie in opdracht van Belgische politiediensten wordt geregeld door Artikel 47octies van de wet op de Bijzondere Opsporingsmethoden (BOM).

Op 19 november 2009 velde de Raad van State (RvS) een arrest dat het deel met betrekking tot samenwerking met buitenlandse infiltranten vernietigde. Sinds dat arrest werden geen buitenlandse infiltranten meer ingezet in Belgische strafonderzoeken. Pas op 20 januari 2011 werd in het Staatsblad een wetswijziging gepubliceerd die tegemoetkwam aan de opmerkingen van de RvS.

De Belgische federale politie beschikt slechts over een beperkt aantal infiltranten, die bovendien niet in om het even welk milieu kunnen worden ingezet. Burgerinfiltratie is in België bij wet verboden, hoewel er slechts een dunne scheidslijn is tussen informanten en burgerinfiltranten.

Ook is in België enkel infiltratie van korte duur toegestaan. Dit en internationale verdragen, zoals het verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, die uitdrukkelijk voorzien in de grensoverschrijdende samenwerking inzake infiltratie, noopten tot een dringende aanpassing van de BOM-wet.

Volgens minister van Justitie Stefaan De Clerck was de behandeling absoluut dringend in het belang van een efficiënte en daadkrachtige aanpak van de internationale georganiseerde criminaliteit.

Nog volgens De Clerck, in de memorie van toelichting bij het ontwerp van wetswijziging, werden tussen 1 januari 2006 en 15 juli 2009, 110 infiltraties begonnen in Belgische dossiers. In 14 van deze infiltraties werd een buitenlandse infiltrant ingezet.

Bromma's aanwezigheid tijdens het No Border-kamp had in ieder geval geen wettelijke grond. Deze Duitse politie-infiltrant heeft meerdere Belgische wetten overtreden, enkel en alleen al door het uitvoeren van zijn infiltratieopdracht voor de Duitse overheid op Belgisch grondgebied.

Al was het maar omdat hij valse identiteitspapieren gebruikte die verstrekt waren door de Duitse overheid. Of hij moet wel degelijk in contact hebben gestaan met de federale procureur en via deze weg met zijn oversten hebben gecommuniceerd.

Enkele deelnemers aan het No Border-kamp

(Namen werden gewijzigd om anonimiteit te vrijwaren.)

Weten jullie waaruit deze infiltrant zijn deelname aan het kamp bestond?
Roy: "We weten dat hij deelgenomen heeft en het is goed je daarvan bewust te zijn. Maar als hij deelnam aan acties van gesloten groepen, dan veronderstel ik dat zij deze zaak onder elkaar zullen bespreken. Hij heeft in ieder geval geen deel uitgemaakt van eender welke ondersteunings- of infrastructuurgroep van het No Border-kamp."

Wat is de beste manier om te reageren op zulke tactieken?
Roy: "Het is zeker de moeite om nogmaals na te denken over hoe we onze veiligheidscultuur kunnen versterken terwijl we open blijven staan voor buitenstaanders en nieuwkomers als we willen netwerken en groeien als beweging. Dat is een discussie die we moeten blijven aangaan. We hoeven er niet over te zwijgen, maar we moeten ook niet de politie of grote media voeden met verklaringen hoe het ons als beweging of persoon treft, bijvoorbeeld. Zoals nu in Engeland gebeurt."

Denk je dat het brutale politieoptreden tegen het No Border-kamp iets te maken had met deze man zijn activiteiten?
Olivia: "De aanwezigheid van deze man zal zeker wel een negatief effect hebben gehad, maar moet niet overschat worden. Het zou naïef zijn om aan een actiekamp zonder undercoveragenten te denken. Dat is iets wat jaar na jaar voorkomt.

Persoonlijk denk ik niet dat de aanwezigheid van deze infiltrant enige invloed heeft gehad op de gewelddadige politierepressie tijdens die dagen. Dat is eerder het gevolg van de plannen voor een repressief optreden die er al waren. Volgens mij komt dit soort repressie voor bij elke groot evenement, dus het is niet iets ongewoons."

"Deze infiltranten willen volgens mij een inzicht in de ontwikkelingen van een beweging of in specifieke acties, en daarenboven een klimaat van wantrouwen en conflicten creëren tussen de mensen zodat de samenwerking in het gedrang komt. Media-aandacht kan deze strategie dienen: ze toont aan dat er overal infiltranten zijn en versterken zo het effect van wantrouwen en angst."

Wie zijn de 'binnenlandse extremisten'?

De kosten van Kennedy's infiltratie wordt geschat op ongeveer tweehonderdvijftigduizend pond per jaar.

"Het hoofd van een politie-eenheid opgericht om binnenlands extremisme te observeren zei in 2009: 'Ik heb nooit gezegd - en we zien het ook niet - dat enig milieuactivist gewelddadige handelingen gaat plegen of heeft gepleegd.'

Dat komt overeen met mijn ervaring," schrijft George Monbiot, de auteur van The Age of Consent: A Manifesto for a New World Order en Captive State: The Corporate Takeover of Britain in The Guardian. "Twee jaar geleden zocht ik in alle literatuur waar ik mijn handen kon op leggen, en ik kon geen bewezen geval vinden in het Verenigd Koninkrijk van een geplande poging om mensen kwaad te doen tijdens een actie voor de bescherming van het milieu. (Dat in schril contrast met dierenrechtencampagnes, waar er sprake is van veel geweld.)"

"Toch besteedt een schimmige organisatie het merendeel van haar begroting van vijf miljoen pond aan het bestrijden van een niet-bestaand gevaar dat door ordehandhavers eco-terrorisme wordt genoemd."

"Mensen die de macht van het bedrijfsleven uitdagen, worden vaak belasterd als zijnde destructieve anarchisten. Toch willen ze het weefsel van ons leven verdedigen tegen de anarchistische vernietiging door het marktfundamentalisme. De politie, aan de andere kant, vecht - vaak zonder duidelijke rechtvaardiging - om destructieve bedrijven te beschermen tegen zowel legale en illegale uitdagingen. Zij verdedigen het neoliberalisme's versplinterende, kleptocratische projecten tegen hen die ze in vraag stellen."

"Dus wie zijn de binnenlandse extremisten? Welk orgaan vertegenwoordigt de reële bedreiging voor de samenleving, de openbare orde en de rechtsstaat? Een groep van vreedzame actievoerders die handelen met 'de meest hoogstaande motieven'? Of een particuliere onderneming die een geheime spionagekring beheert, waarvan het lijkt alsof ze het politiebudget aanwendt in een poging om het politieke karakter van de natie te veranderen?"

Nood aan gevoel voor een juist perspectief

Annie Machon, voormalig inlichtingenofficier van MI5, auteur, journalist en campagnevoerdster voor burgerlijke vrijheden, roept op tot een gevoel voor perspectief.

Ze is weinig verrast dat ACPO, het privébedrijf bestaande uit hooggeplaatste politiefunctionarissen vanuit het hele land, op het idee kwam om op een gegeven moment haar undercoveragenten, die zeeën van tijd hadden, in te zetten tegen Britse 'binnenlandse extremisten' en de NPOIU oprichtte, schrijft ze in The Guardian.

"In de eerste plaats gericht op dierenrechtenactivisten, gleed de NPOIU haar missie al snel af en werd ze uitgebreid tot vreedzame protestgroepen. Wanneer dit onaansprakelijk, Stasi-achtig apparaat werd onthuld, veroorzaakte dit terecht grote verontwaardiging," schrijft ze, "vooral omdat de term 'binnenlands extremisme' niet wordt erkend in de Britse wetgeving, en juridisch niet kan worden gebruikt als rechtvaardiging om op agressieve wijze binnen te dringen in de privacy van een individu op grond van diens legitieme politieke overtuigingen en activisme."

"Deze overheidsspionnen staan effectief boven de wet, terwijl ze tegelijkertijd beschermd worden door de draconische Official Secrets Act. Dus wat te doen?" Ze vervolgt, "een goede eerste stap zou kunnen zijn om een geïnformeerde discussie over de realistische bedreigingen voor het Verenigd Koninkrijk te houden. Politie en spionnen verschuilen zich achter de beschermende woorden 'nationale veiligheid'. Maar wat betekent dit?"

"Het kernidee moet de bescherming van de integriteit van de natie zijn. Een groep van goedbedoelende milieudemonstranten zou niet eens op de radar moeten komen," schrijft ze nog.

"Zodra we de werkelijke gevaren begrijpen, kan er als natie gediscussieerd worden over de te nemen stappen om onszelf te beschermen; welke maatregelen genomen moeten worden, welke vrijheden af en toe legaal beperkt worden, en welke democratische verantwoording er bestaat om ervoor te zorgen dat de veiligheidsmacht haar opdracht niet te buiten gaat en werkt binnen de wet."

"Politiespionnen kunnen ons niet breken"

"Politiespionnen temidden van milieuactivisten zetten was een poging om een groeiende sociale beweging te doen ontsporen - en dat is mislukt," schrijft een anonieme activiste in The Guardian.

"In gecombineerde undercoveroperaties van, bij elkaar opgeteld, meerdere tientallen jaren leidde het bewijsmateriaal verzameld door deze infiltranten tot geen enkele veroordeling. In feite had de operatie het tegenovergestelde effect: de rechtszaak over de protesten tegen de steenkoolcentrale van Ratcliffe-on-Soar stuikte in elkaar."

"Doorgaans zijn undercoveroperaties gericht op het veiligstellen van bewijsmateriaal voor een proces en een arrestatie. Deze operaties behelsden echter niet zozeer de vaststelling van het overtreden van wetten, maar waren eerder een poging om een opkomende en groeiende sociale beweging te verstoren en te demoraliseren."

"Eén van de rechtvaardigingsgronden die worden gehanteerd voor het gebruik van infiltranten is om het publiek te beschermen. De politie maakt vaak gebruik van deze politiek van angst om haar gedrag te rechtvaardigen en, zonder twijfel, haar budgetten te beschermen."

"Op het einde, maakte datgene wat deze functionarissen misbruikten - onze capaciteit voor vriendschap, vertrouwen en gemeenschap - ons veerkrachtig. Net als een cel die zich deelt voor elke actie die mislukt was, hergroepeerden de mensen en probeerden het opnieuw."

"Deze controverse verraadt ook de aard van de elites van Westminster die de zorg voor de burgerlijke vrijheden en het milieu belijden, maar geïntimideerd lijken als de realiteit oproept tot actie."

***

(1) ACPO is een privé bedrijf (private limited company), gesticht in 1948, dat het politiebeleid ontwikkeld in Engeland, Wales en Noord-Ierland. Het coördineert nationale politieoperaties, belangrijke onderzoeken, grensoverschrijdende politietaken en speciale eenheden voor gezamenlijke ordehandhaving. Het coördineert ook de strategische operationele respons en adviseert de overheid in zaken als terroristische aanvallen en civiele noodgevallen. Omdat ACPO een privébedrijf is hoeft het onder meer niet te voldoen aan de Freedom of Information Act.

Bronnen:


Naar boven
Naar beginpagina