22 juli 2010

Korte Berichten week 29
Samenstelling: Kees Kalkman

Inhoud:
Levensverlenging van B-61 kernbommen kan 4 miljard dollar kosten
Amerikaanse professoren zetten vraagtekens bij het onderzoek over het gezonken Zuid-Koreaanse schip


Levensverlenging van B-61 kernbommen kan 4 miljard dollar kosten

De directeur van het kernwapenlaboratorium Sandia National Laboratories heeft tijdens een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat verklaard dat de B-61 bom, het kernwapen dat de VS in Europa hebben opgeslagen voor gebruik door de NAVO-landen, niet "als vitaal wapensysteem in stand kan blijven gedurende de komende tien jaar" zonder een levensverlengend programma.

De oorspronkelijke B-61 werd in 1968 in gebruik genomen als tactisch kernwapen. De eerste twintig jaar werden ze onder F-4 bommenwerpers gehangen op vooruitgeschoven bases in Griekenland, Italië en Turkije – in de buurt van de randen van de Sovjet-Unie – met Amerikaanse en buitenlandse piloten die binnen 15 minuten paraat moesten zijn.

Deze eerste B-61 hadden een keuzeschakelaar voor een lage, gemiddelde of hoge lading, met een explosieve kracht die minder of juist veel groter kon zijn dan de bom op Hiroshima. Vanaf 1985 verving een nieuwe B-61-7 de oude. Deze nu strategische versie varieerde in explosief vermogen van 10 kiloton tot meer dan 300 kiloton. Hirosjima was 12,5 kiloton.

Een nog modernere versie, de B-61-11, werd tot 2008 geproduceerd, met een opgevoerde lading en een verharde neuskegel die hem geschikt maakte tegen diep ingegraven doelen. Meer dan 150 B-61s – het subtype 7 en 11 – zijn nu opgeslagen in Europese landen.

Niet-nucleaire componenten zoals de eindradar en de batterijen en de neutronengenerator moeten momenteel vervangen worden wegens ouderdomslijtage.

Een extra reden om het moderniseringsschema voor de B-61 te versnellen is de komst van de Joint Strike Fighter (JSF). Daarvoor is een "nieuw digitaal interface" nodig om hem nucleaire capaciteit te geven. Omdat de B-61 ook geschikt is voor andere vliegtuigen zoals de B-52 en de B-1 is de vraag opgeworpen het wel nodig is de JSF met zijn geringere bereik een nucleaire capaciteit te geven. De NAVO-landen zijn hierover verdeeld.

De totale kosten voor het B-61-7 moderniseringsprogramma zouden tussen 2003 en 2023 4 miljard dollar kunnen bedragen.

Bron: The Washington Post, 20 juli 2010

Naar boven

Amerikaanse professoren zetten vraagtekens bij het onderzoek over het gezonken Zuid-Koreaanse schip

Een internationaal onderzoek constateerde eerst dat het Zuid-Koreaanse marineschip Cheonan tot zinken werd gebracht door een Noord-Koreaanse torpedo. Maar nu zeggen de Amerikaanse onderzoekers J.J. Suh en Seung-Hun Lee dat de argumentatie in het rapport van de South Korean Joint Investigation Group (JIG) gebrekkig is. Volgens de twee wemelt het rapport van de inconsistenties en wekt grote twijfel over de integriteit van het onderzoek. Suh, een professor internationale betrekkingen aan de Johns Hopkins universiteit in Baltimore, verklaarde dat de enige conclusie die getrokken kon worden op basis van het bewijsmateriaal, was dat er GEEN sprake was van een explosie van buitenaf. Maar de JIG concludeert juist dat er wel sprake was van een dergelijke explosie. Suh en Lee zeggen dat het vernielde deel van de scheepsbodem niet de kenmerken vertoont van een grote schok die gebruikelijk is bij een explosie van buitenaf. Ze voegen er aan toe dat alle interne scheepsdelen intakt zijn gebleven en weinig fragmenten buiten het schip zijn aangetroffen.

Volgens Lee hadden bijna alle fragmenten en onderdelen moeten worden aangetroffen binnen drie tot zes meter vanwaar het [veronderstelde Noord-Koreaanse] torpedofragment werd ontdekt. Het feit dat alleen de propeller en het onderdeel van de voortstuwing zijn gevonden is voor hem onverklaarbaar. Lee is natuurkundeprofessor aan de universiteit van Virginia. Hij wijst ook op een blauw opschrift op het torpedofragment om de validiteit van het onderzoek ter discussie te stellen. Volgens Zuid-Koreaanse wetenschappers was dat deel van de torpedo voorzien van het opschrift "nummer één" in het Koreaans met een blauwe merkstift.

Maar volgens Suh en Lee zou zo’n opschrift nooit de intense hitte van een explosie kunnen overleven, terwijl de rest van de verf allemaal verbrand was.

De onderzoekers zeggen dat hun resultaten niet bewijzen dat Noord-Korea de Cheonan NIET tot zinken heeft gebracht. Maar ze vinden dat het onverantwoordelijk is van de Zuid-Koreaanse regering om conclusies te trekken uit een slecht onderbouwd onderzoek. Ze roepen op tot een nieuw internationaal onderzoek.

Bron: Voice of America, 9 juli 2010

Technisch rapport van de twee Amerikaanse onderzoekers over het Zuid-Koreaanse Cheonan onderzoek: Japan focus, 10 juli 2010


Naar boven
Naar beginpagina