Aangepast zoeken

VD AMOK
archief VredesMagazines

Onderzoeksdossier VD AMOK
Europees ruimteschild

verschenen in het tijdschrift VredesMagazine
nummer 1, jaargang 5, 2012



Inhoudsopgave

Dit dossier is een product van VD AMOK
Redactie: Kees Kalkman, Wendela de Vries



Colofon

VredesMagazine 1e kwartaal 2012
Uitgave van de vereniging VredesMedia waarin samenwerken:
Haags Vredesplatform (HVP), Humanistisch Vredesberaad (HVB), Vereniging Pais, Samenwerkingsverband Stop de Wapenwedloop, Antimilitaristies Onderzoekskollektief VD AMOK, Women’s International League for Peace and Freedom (WILPF) afdeling Nederland.
In Vredesmagazine zijn de tijdschriften Kernwapens Weg!, VD AMOK en de dikke nummers van Vredeskoerier ’t Kan Anders opgegaan.

Redactie
Jan Bervoets, Hans Feddema, Benno Houweling, Kees Kalkman, Klaas Meijer, Anke Polak, Jan Schaake, Guido Schokker, Barbara Smedema, Egbert Wever

Aan dit nummer werkten naast de auteurs mee
Boudewijn Chorus, David-Jan Donner, Chris Geerse

De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van een geplaatst stuk. De tekst van artikelen mag worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding. Copyrights van foto’s en tekeningen berusten bij de desbetreffende fotograaf /illustrator.

Fotoredactie
Hans Bouton, Anne Vaillant

Medewerkende fotografen en illustratoren
Martin Broek, Jan Elshout, Goal, Alexander Harang, Geert van Kesteren, John Mc Pherson, Len Munnik, Marie-An Schut, Bernice Siewe, Wendela de Vries, Sylvia Wilbrink, Tanja IJzer

Vormgeving
Jimmy Slothouwer

Drukker
Drukkerij Mezclado, Tilburg

Abonnementen
Interesse of aanmelding voor een abonnement op Vredesmagazine kan kenbaar gemaakt worden bij de redactie van Vredesmagazine of bij een deelnemende organisatie.
Een jaarabonnement op VredesMagazine (4 nummers) kost 10 euro. U kunt een abonnement nemen via info@vredesmagazine.nl of 015 7850137

Giften
Bedragen die abonnees overmaken boven het verschuldigde abonnementsgeld worden beschouwd als gift voor het werk van de in VredesMagazine samenwerkende organisaties.

Contact VredesMedia
Vlamingstraat 82, 2611 LA Delft, 015 7850137
info@vredesmedia.nl, www.vredemedia.nl

Redactieadres
Obrechtstraat 43 3572 EC Utrecht tel. 06-14127779
e-post info@vredesmagazine.nl
Kopijsluiting volgend nummer: 20 januari
Verschijningsdatum volgend nummer: 20 februari

ISSN 1876-0724


Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Het raketschild - wapenwedloop 2.0

Op de NAVO-top van november 2010 in Lissabon werd besloten tot de aanleg van een transatlantisch raketschild. De kern van het besluit bestond erin het Noord-Amerikaanse antiraketprogramma met de al bestaande kleinschaliger Europese NAVO-plannen te integreren in een allesoverkoepelende stelsel, en dat aan te leggen in minder dan tien jaar. Het doel is omstreeks 2020 het hele NAVO grondgebied te beschermen tegen zowel raketten voor de korte en middellange afstand als intercontinentale systemen. Ook werd besloten dat hierbij nauw zou worden samengewerkt met Rusland.

Het plan wordt aan het publiek verkocht als een verdediging tegen de raketstrijdkrachten van opkomende middelgrote mogendheden, zoals Iran. Daarbij wordt ingespeeld op een bijna hysterische angst voor de dreiging die uit zou gaan van deze raketstrijdkrachten, terwijl de immense nucleaire en conventionele slagkracht van de NAVO-lidstaten buiten deze ideologisch geladen berekening wordt gehouden.

Voor bescherming of aanval?

Gemakshalve wordt vergeten dat er geen scherp onderscheid bestaat tussen offensief en defensief handelen. In de wereld van nucleaire afschrikking worden deze begrippen gekoppeld aan wapensystemen en lijken ze een impliciete aanwijzing voor de politieke bedoelingen van de gebruiker: veroveraar of verdediger. Maar Amerikaanse strategen zien het raketschild terecht als een onderdeel van de volledige Amerikaanse slagkracht, de strategische triade. Die bestaat uit conventionele en nucleaire aanvalssystemen, passieve en actieve verdediging (waaronder het raketschild) en ondersteunende structuur, zoals de industriële basis en de informatiesystemen. (noot 1)

Om die reden is het onzinnig om het raketschild als louter defensief te omschrijven. Het maakt deel uit van een geheel dat zowel offensief als defensief kan optreden. Het is vergelijkbaar met het schild en het zwaard van een Griekse hopliet uit de oudheid, of op operationeel niveau, de uitrusting van een Griekse falanx. Ze gebruikten hun schilden tegen een aanval om vervolgens, of ook wel als eerste (wetend dat men zich achter een schild kan verschuilen) met zwaard en speer aan te vallen. Het wapensysteem kan niet worden los gezien van de politieke context.

Die geopolitieke omgeving bestaat momenteel uit een multipolaire wereld, waar het concept van soevereiniteit en internationaal volkerenrecht de afgelopen jaren herhaaldelijk is geschonden. Unilaterale aanvalsoorlogen zijn door de VS en haar bondgenoten gevoerd zonder VN-Veiligheidsraadmandaat (Irak 2003), bestaande mandaten zijn zodanig opgerekt dat ze worden misbruikt voor semikoloniale avonturen, waarbij grote NAVO-expeditiestrijdmachten overal ter wereld worden ontplooid (Afghanistan 2001) of plaatselijke bondgenoten worden gesteund door de inzet van luchtmacht en speciale eenheden gecombineerd met diplomatieke en economische maatregelen zoals een marineblokkade (Libië 2011).

De bouw van een raketschild door het Atlantisch bondgenootschap kan niet los worden gezien van deze bredere politieke strategieën. Om die reden is de boodschap misleidend, die steeds ideologisch herhaalt dat de bevolking wordt 'beveiligd' onder de onzichtbare koepel van het raketschild.

Op de lange termijn kunnen de antiraketsystemen een belangrijke rol spelen in een kernoorlog en dus de strategische balans verstoren. Hoewel de NAVO verklaard heeft met Rusland te willen samenwerken, stemt Rusland zoals bekend nog steeds niet in met de huidige NAVO-opzet voor een raketschild. Zo eiste president Medvedev in november verdragsmatige garanties dat het schild niet tegen Rusland zou worden ontplooid. (noot 2)

Zulke eisen - tot nog toe steeds afgewezen door de NAVO - kunnen deel uitmaken van een onderhandelingsstrategie om op andere terreinen belangen veilig te stellen. Maar er ligt ook een rationele calculatie aan ten grondslag over de toekomstige capaciteiten van het systeem. Als het systeem eenmaal is opgesteld, rond 2020, vormt het een directe bedreiging voor de nucleaire slagkracht van Rusland. Een deel van de lanceerinstallaties zal immers aan de Russische grenzen worden opgesteld. Dat is vooral een gevaar bij een mogelijk first strike-scenario, een strategie waarbij de Amerikaanse strijdkrachten met al hun beschikbare middelen proberen de nucleaire slagkracht van Rusland te vernietigen, en te verhinderen dat er een tegenaanval komt.

Technische zwakte

Onderschepping van Russische raketten vlak na lancering en voordat ze de ruimte bereiken, zou een cruciale technische zwakte van de onderscheppingraketten ondervangen. Als de onderschepping pas in een laat stadium plaatsvindt, ontstaat namelijk het probleem van de namaakkoppen. De kern van dat probleem is de doelidentificatie in combinatie met doelverzadiging. Elk land dat een raket met een conventionele of nucleaire kop kan lanceren, kan ook namaakdoelen, zoals ballonnen, meesturen - zogenaamde decoys. Die hebben een radarecho en andere karakteristieken, waardoor ze precies lijken op de echte bewapende kop.

In de luttele seconden voordat de lading van een aanvallende raket de dampkring binnendringt op weg naar zijn doel, moet de doelaanwijsradar van het anti-raketschild alle meekomende namaakkoppen (mogelijk tientallen per raket) en de explosieve lading opsporen, van elkaar onderscheiden en alleen het juiste doel vernietigen. Er wordt sterk betwijfeld of dit probleem technisch is opgelost. Maar door raketten vlak na lancering aan te vallen kan het omzeild worden, omdat de kop dan nog vast zit aan de raket. Omdat in dat geval de onderscheppingtijd bijzonder kort is, wordt gezocht naar lanceerplatforms te land en op zee in de buurt van de lanceerlocaties van de aanvallende raketten. Daarom willen de VS graag antiraketbases en radarposten installeren aan de grenzen van alle potentiële doellanden.

In de brief aan de Tweede Kamer, waarin de Nederlandse deelname aan het raketschild wordt aangekondigd (vooral middels een geavanceerd radarsysteem) bagatelliseert minister Hillen van defensie de politieke en technische kant van de zaak. Hij verwijst wel naar het decoy-probleem, maar alleen in een scenario waarin meerdere aanvallende raketten worden afgevuurd. (noot 3) Dat is misleidend, omdat het werkelijke probleem wordt gevormd door het aantal namaakdoelen (decoys) per raket, niet door het aantal raketten. Ook wil de minister geen onafhankelijke controle van de testresultaten over de betrouwbaarheid van de systemen. Een motie van de SP die daarvoor pleitte, werd slechts gesteund door GroenLinks en de Partij voor de Dieren. (noot 4)

Anti-satellietwapen

Er is op meerdere punten gefundeerde twijfel over de werkzaamheid van het systeem tegen raketten. Toch heeft het antiraketsysteem ook een andere, wel bewezen functie. Het kan namelijk gebruikt worden om langzaam bewegende wapensystemen of systemen met een gemakkelijk voorspelbare baan neer te schieten. Op tactisch niveau zijn dat zoals vanouds vliegtuigen, maar ook kruisvluchtwapens (in feite zijn dat onbemande straaljagers). Op strategisch niveau kan men satellieten neerhalen, omdat die in een voorspelbare baan om de aarde bewegen en dus gemakkelijker te raken zijn dan raketten. Zowel China als de VS hebben dit met succes getest. (noot 5) Het vernietigen van de vijandelijke satellieten maakt het uitvoeren van een first strike mogelijk, een verrassingsaanval, omdat de bevels- en verkenningssystemen van de vijand onklaar worden gemaakt. Dat is precies de reden dat deze wapenwedloop in de ruimte zeer gevaarlijk is - het verlies van die waarschuwingssystemen in de ruimte kan een reden zijn om een kernoorlog te beginnen.

Dodelijke omarming

Als passief verdedigingsmiddel werkt het raketschild niet. Het schild is door de tegenstander gemakkelijk te omzeilen, door decoys te gebruiken, of door aanvalssystemen niet met raketten maar met andere middelen te vervoeren, bijvoorbeeld op een vrachtschip. Maar onder bepaalde omstandigheden werkt het raketschild wel als onderdeel van een aanvalsmachine, en gezien de politieke context is dat geenszins ondenkbaar.

Het raketschild heeft ook een belangrijke symbolische waarde. In een rapport van de Parlementaire Assemblee van de NAVO (noot 6) wordt gesteld dat het een nieuwe garantie kan vormen voor de transatlantische relatie, als aanvulling op of zelfs vervanging van de ouderwetse Amerikaanse kernwapens op Europese (ook Nederlandse) bodem. Maar het schild biedt voor de Atlantici veel meer dan dat: het herbevestigt de band tussen de strategische veiligheid van Europa en die van de VS. Daarmee zijn we aangeland bij de zogenaamde Command and Control-problematiek rond de inzet van het schild. Want wie gaat bepalen wanneer het schild wordt geactiveerd en onder welke voorwaarden? Voor consultatie van NAVO partners is onder de voorziene omstandigheden tijdens de inzet geen tijd - het gaat om seconden en niet minuten. Dat betekent vrijwel zeker dat de Amerikaans militaire leiding doorslaggevend zal zijn en dus ook in staat is om een eigen aanval in te zetten in een first strike-scenario. Zo kan de NAVO gemakkelijk een Amerikaanse oorlog in worden gesleurd.

Er wordt volop ingezet in deze nieuwe wapenwedloop. Dat wijst erop dat er een grootschalige industrielobby aan het werk is, met name in de VS. Het door haar altijd gehanteerde werkgelegenheidsargument zal in een tijd van recessie des te sterker doorklinken. De belofte van opdrachten voor de Europese wapenindustrie zal, net als bij het nutteloze JSF-project, volop in stelling worden gebracht. Het geld en de politieke kracht van de lobby, helaas gesteund door onkritische volksvertegenwoordigers en de meeste media, doen de rest.

Karel Koster
Wetenschappelijk Bureau SP

Noten:

  1. P. 24 van een rapport van de Congressional Research Service U.S. Nuclear Weapons: Changes in Policy and Force Structure (pdf), 10 augustus  2006;
    Terug naar tekst
  2. Medvedev: Russia may target US missile shield, Vladimir Isachenkov, Associated Press - 23 november 2011;
    Terug naar tekst
  3. P. 2 van Materieelprojecten 27830 Nr. 91 Brief van de minister van Defensie aan de Tweede Kamer, 26 september 2011;
    Terug naar tekst
  4. Motie-Jasper van Dijk 33000-X, nr. 18, 7 november 2011;
    Terug naar tekst
  5. U.S. missile shoots down satellite - but why?, Christian Science Monitor: Peter Grier & Gordon Lubold - 22 februari 2008;
    Terug naar tekst
  6. Missile Defence: the Way Ahead for NATO, Draft Report, NATO Parliamentary Assembly Sub-Committee on future security and defence capabilities - Raymond Knops (Netherlands) Rapporteur 7 september 2011;
    Terug naar tekst


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

ALTBMD: het raketschild als netwerk

Het Europese raketschild van de NAVO krijgt vaste vorm door wapensystemen, sensoren, hoofdkwartieren en verbindingsstructuren van de centrale NAVO en de afzonderlijke lidstaten samen te knopen in een groot netwerk. Het technische probleem daarbij is om zeer verschillende nationaal ontwikkelde wapens, sensoren en verbindingsystemen met elkaar te laten samenwerken en als één geheel in te zetten tegen aanvallende raketten.

De naam van dit project is ALTMBD (Active Layered Theatre Ballistic Missile Defence). Het ALTBMD werd in eerste instantie alleen gepland om bescherming te bieden voor NAVO-troepen tijdens militaire interventies. Oorspronkelijk kwam het voort uit de ervaringen tijdens de Golfoorlog van 1991, toen militairen van NAVO-landen te maken kregen met opgevoerde Scud-raketten van het Iraakse leger. Het idee van ALTBMD was om verweer te hebben tegen vijandelijke raketten met een bereik van maximaal 3000 km. In 2006 werd begonnen aan de eerste fase, waarbij het nog niet ging om een eigen NAVO-raketsysteem, maar om een commando- en verbindingsnetwerk waarin de sensoren en hoofdkwartieren en de raketten van de lidstaten zijn opgenomen. Met een consortium van bedrijven uit de VS, Engeland, Frankrijk, Italië, Nederland en Duitsland werd een eerste contract afgesloten voor 75 miljoen euro. In totaal zou ALTBM rond 800 miljoen gaan kosten.

De beperking ervan is dat de Europese NAVO-leden zelf niet beschikken over antiraket-raketten die de vijandelijke raketten met een middelgroot bereik kunnen uitschakelen. Voor de verdediging van hun hele grondgebied (als het niet alleen gaat om hun troepen) zijn ze vooralsnog volledig afhankelijk van de Amerikanen met hun Standard SM-3 raketten. Iets dergelijks geldt voor de Amerikaanse satellietsystemen, die bijvoorbeeld met infraroodapparatuur raketlanceringen en banen van projectielen kunnen vaststellen en helpen volgen. Op 27 januari 2011 werd de ALTBMD-capaciteit overgedragen aan de militaire commandanten tijdens een ceremonie op het Combined Air Operations Centre (CAOC) van de NAVO in het Duitse Uedem.

Al sinds 2002 liep als een apart project een haalbaarheidsstudie van de NAVO over de bescherming van het hele Europese NAVO-territorium tegen aanvallen met raketten. De resultaten hiervan in de vorm van een enkele duizenden woorden tellend document werden in 2006 gepresenteerd aan de NAVO-ministerraad en zijn nog steeds geheim. Het is gissen naar de reden daarvan, maar er is wel naar buiten gekomen dat in de studie meerdere varianten worden uitgewerkt. De meest simpele ervan is het opvoeren van ALTBMD om ook territoriale bescherming te kunnen bieden. Dat zou enkele honderden miljoenen euro extra kosten. Voor een tweede variant, waarbij een enkele Europese raketbasis met bijbehorende radarsystemen wordt ingericht, zou tussen de zes en acht miljard euro nodig zijn. Het meest uitgebreide systeem met meerdere bases en meer 'robuustere' sensoren zou maar liefst 20 miljard euro kosten.

Territoriale defensie

Vorig jaar zijn beide projecten op de NAVO-top in Lissabon bij elkaar gekomen en gecombineerd met het nieuwe fasenplan van president Obama voor een Europees raketschild, de PAA (Phased Adaptive Approach). Daarmee is de Europese raketverdediging dus territoriaal (in plaats van alleen voor bescherming van troepen) en Atlantisch (dus Europees-Amerikaans) geworden.

Volgens NAVO secretaris-generaal Rasmussen zou dit plan voor de uitbreiding van ALTBMD de komende tien jaar 200 miljoen euro kosten (bovenop de al genoemde 800 miljoen), te financieren uit de gezamenlijke NAVO-begroting, waarvoor alle lidstaten contributie betalen.

Maar het Amerikaanse vakblad Inside the Army (geciteerd in het CRS-rapport Missile Defense and NATO's Lisbon Summit) tekende hierbij aan: "terwijl de NAVO in het openbaar aangeeft dat de kosten voor de momenteel veronderstelde functies van territoriale defensie als toevoeging aan het bestaande programma nogal meevallen, is het duidelijk dat een nieuwe open benadering van de architectuur [voor commandovoering] een aanzienlijke investering van de NAVO zal vergen." En dat op basis van een (alweer) intern op verzoek van de NAVO uitgebracht rapport van een adviesgroep uit het bedrijfsleven. Toekomstige ruzies tussen de VS en Europa over geld zijn hiermee ingebouwd, vooral als het Pentagon de komende jaren als gevolg van de economische neergang in de VS moet gaan bezuinigen.

Kees Kalkman


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Protesten aan de basis tegen de bases

Nog vijf jaar eerder dan andere landen in het voormalige Oostblok werden Polen, Tsjechië en Hongarije in 1999 lid van de NAVO. Na 40 jaar door de Sovjet-Unie overheerst te zijn zocht men graag bescherming tegen een mogelijke Russische machtsontplooiing onder de Westerse militaire paraplu. De onvoorwaardelijke steun die deze landen later aan het Amerikaanse avontuur in Irak gaven deed Rumsfeld al smalend spreken over het 'oude' en het 'nieuwe' Europa. Waar regeringen uit het 'oude' Europa de relatie met Rusland niet op het spel wilden zetten, leken Polen en Tsjechië in 2007 daarom heel geschikte kandidaten voor de vestiging van een radar- en raketbasis in het kader van het anti-raketschild. Door de Russisch-Georgische oorlog van 2008 leek de steun van Polen en Tsjechen voor zo'n raketsilo nog toe te nemen.

Dat bleek echter een misrekening. Hoewel de rechtse regeringen van Polen en Tsjechië hun medewerking toezegden, groeide het protest in beide landen. Uit opiniepeilingen blijkt dat 57% van de Poolse bevolking tegen de raketbasis op Pools grondgebied was (21% voorstanders) en in Tsjechië was zelfs 67% (tegen 15%) tegen een radarbasis op Tsjechisch grondgebied. In Polen werd en wordt het verzet tegen de raketbasis aangevoerd door de ten tijde van de Irakoorlog opgerichte coalitie Stop Wojnie (Stop Oorlog); in Tsjechië door een aparte, in 2006 opgerichte bredere coalitie Ne Základnám (Nee tegen militaire bases). Meer dan 130.000 mensen hebben een petitie ondertekend voor een referendum over deze basis en daarmee is Ne Základnám het grootste burgerinitiatief in Tsjechië sinds de Fluwelen Revolutie.

Na het bezoek van Obama in mei 2009 aan Praag, verhevigden de protesten in Tsjechië en werd onder andere een mars op de beoogde locatie in Brdy gehouden. In september van dat jaar besloot de regering Obama het raketschild op een andere leest te schoeien en de radar- en raketbases naar Turkije en Roemenië te verplaatsen. Terecht claimde Ne Základnám in een persbericht op de Internationale Dag van de Vrede (21 september 2009) dat het publieke protest effect had gehad. Afgelopen zomer stapte de Tsjechische regering formeel uit het raketverdedigingsplan dat in 2009 formeel enkel was opgeschort.

Ondertussen groeien ook in Turkije, met name in de in Zuidoost-Turkije gelegen provincie Malatya, de protesten tegen het daar geplande Early Warning Radar System. De afgelopen maanden zijn hiertegen al een aantal demonstraties tegen georganiseerd, voornamelijk door de lokale Koerdische bevolking en hun organisaties. Op 25 september vond een eerste protestactie plaats in Istanboel en op 2 oktober in Kürecik in de provincie Malatya. De belangrijkste bezwaren van de protestbeweging is dat men weinig op heeft met de doelstelling om met het raketsysteem Israël te beschermen tegen een mogelijke aanval vanuit Iran en dat men liever een goede relatie tussen Iran en Turkije zou willen investeren. Ook vreest de bevolking rond Kürecik doelwit te worden voor Iraanse maar mogelijk ook Russische en Chinese raketaanvallen. "Wat ze in Polen en Tsjechië niet willen hebben, hoeven wij ook niet," aldus Leyla Han Tüzel, actieleidster in Istanboel.

In Duitsland hebben inmiddels in Duisburg en Düsseldorf solidariteitsacties plaatsgevonden ter ondersteuning van het protest in Zuidoost-Turkije. In Nederland is er vooralsnog minder steun. Toen de Verenigde Staten onlangs aangaven dat het antiraketsysteem ook op marineschepen in de Zwarte Zee of de Middellandse Zee gestationeerd kon worden, was de Nederlandse marine er als de kippen bij om de benodigde capaciteit op de schepen uit te breiden.

Jan Schaake


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Raketschild made in Holland

Nederland is na de Verenigde Staten het land dat de grootste bijdrage levert aan de NAVO-versie van het raketschild. De raketten voor het schild komen uit de Verenigde Staten. Maar in Hengelo wordt een groot deel van de Europese technologie ontwikkeld om raketten op te sporen en de anti-raket raketten naar hun doel te sturen. Op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag worden de Europese NAVO-raketschildplannen, de technologische ontwikkelingen en de aanschaf gecoördineerd. En ondanks de bezuinigingen op defensie blijft de Nederlandse overheid in het schild investeren.

Na Nederland is Duitsland de voornaamste bondgenoot van de Verenigde Staten in Europa om de plannen handen en voeten te geven. In november van dit jaar vond in Duitsland de oefening Rapid Arrow 2011 plaats. Deze was bedoeld om officieren van de NAVO-landen te leren hoe ze ballistische raketten moeten neerhalen. &qout;Vanuit het gezichtspunt van de bedieners van de wapensystemen en hun commandanten bevestigde deze oefening onze mogelijkheden om tactische ballistische raketten, die gericht worden op onze uitgezonden troepen, te raken," zegt Lt. Generaal Pluger van de Duitse luchtmacht. Hij gaat verder met: "de mogelijkheden zullen verder ontwikkeld moeten worden. Onze doelstelling moet verder gaan dan de bescherming van troepen. Ze moet zich ontwikkelen naar de bescherming van gebieden en de bevolking in de Europese NAVO-landen." (noot 1) Op het eerste gehoor klinkt dat prima, maar het schild zal de veiligheid in de wereld juist niet verbeteren (zie het artikel van Karel Koster in dit dossier voor meer uitleg en commentaar).

ALTBMD

Ruim tien jaar geleden was ik bij een presentatie van Regina Hagen van de Duitse afdeling van Natuurkundigen voor Vrede. Ze sprak over het raketschild. Niet over één groot schild dat een heel gebied kon beschermen, maar over veel kleine schildjes. Klein en mobiel inzetbaar, daar had Hagen het over. Niet over de prestigeprojecten die - gek genoeg ook tien jaar later nog - vooral worden geassocieerd met het raketschild. Het ging over technologisch weliswaar geavanceerde en complexe, maar op den duur toch ook haalbare, systemen.

Hagen plaatste de ene na de andere zeepbel op een kaart. Onder de glimmende bellen zag je bij wijze van spreken het met raketten verdedigde land liggen. De glimmende buitenkant stond voor het bereik van de anti-raket raketten, bedoeld om de vijandelijke ballistische raketten te vernietigen. Er waren ook niet bedekte gebieden. Dat waren de gebieden van de vijand. Die was dus kwetsbaar geworden door de betere verdediging van de tegenstander.

Jaren later komt deze vorm van het raketschild, kleinere eenheden die samen een groter geheel vormen, terug in het Active Layered Tactical Ballistic Missile Defense-systeem van de NAVO. Dit ALTBMD-systeem werd in 2009 door president Obama omarmd. De belangrijkste 'wapens' die deel uitmaken van ALTBMD zijn: computers, commando- en controlesystemen en sensoren (C3I). Naast de C3I-systemen is ook technologie nodig die in staat is alle informatie te integreren en combineren en vervolgens door te sluizen naar de raket. Die technologie staat op land, is ingebouwd in voertuigen, maar vooral op schepen gezet. Er wordt eigen radar- en observatie-informatie verwerkt, maar ook informatie van andere schepen, voertuigen, vliegtuigen en satellieten. Uiteindelijk moet de anti-raket-raket door de kracht van de klap de vijandelijke raket verpulveren. Om deze botsing op lange afstand te laten slagen is buitengewoon veel vernuft nodig. Een volledig geslaagde test heeft nog niet plaats gevonden.

NAVO-agentschap

Op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag zit het zogenaamde NC3A (NATO Consultation, Command and Control Agency). (noot 2) Dit is een NAVO-agentschap dat wapentechnologie onderzoekt, aan oplossingen voor systeemintegratie werkt, wapentechnologie ontwikkelt en onderzoeken op dit gebied coördineert. Het gaat dan veelal om technologie op het gebied van sensoren, radar, ICT e.d. Technologie die ook voor het raketschild van groot belang is.

Het belang van de ogenschijnlijk kleine NC3A-organisatie blijkt uit het budget: het instituut kan de komende twee jaar contracten verdelen ter waarde van 1,5 miljard euro. Belangrijker is dat NC3A de opdracht heeft meegekregen de ontwikkelingen op raketschildgebied in Europa te coördineren. Een eerste contract dat verband houdt met de territoriale versie van het schild - dat hele gebieden of zelfs heel Europa kan verdedigen - werd in september gesloten met een samenwerkingsverband van ingenieurs van verschillende wapenbedrijven. De techneuten komen van EADS Astrium uit Frankijk, onderzoeksinstituut IABG uit Duitsland, Selex SI uit Italië, Qinetiq uit het Verenigd Koninkrijk, SIAC en Raytheon uit de VS en TNO uit Nederland. Zij zullen het team vormen dat het ALTBMD-kantoor ondersteunt. Dit kantoor is eveneens bij NC3A in Den Haag ondergebracht. Een jaar lang gaan de technici onderzoek doen om vast te stellen welke technologie nodig is om het tactische raketschild om te bouwen naar een strategisch schild. Dat wil zeggen: van een schild met een bereik om steden en strijdmachten te beschermen tot een schild dat een of meerdere landen overdekt. In november werd ook een contract gesloten met het militair-industriële samenwerkingsverband van wapenbedrijven Raytheon en Thales (ThalesRaytheonSystems - TRS) om een aantal leemtes in het huidige tactische systeem op te vullen. Het gaat om leemtes die geconstateerd zijn tijdens oefeningen en testen.

Oefeningen

Er is een scala aan oefeningen waaraan twee of meer van de vijf belangrijkste landen van het Europese raketschild deelnemen. De oefeningen zijn niet alleen bedoeld om militairen te trainen in het gebruik van de wapens, maar ook om fouten op te sporen, zodat die gecorrigeerd kunnen worden (trial and error). Ten eerste is er de al sinds 1996 door Nederland georganiseerde oefening Windmill met Duitsland en de Verenigde Staten. Onder meer aan deze oefening dankt Nederland zijn vooraanstaande positie in de raketschildwereld. Windmill brengt lucht-, land-, zee- en ruimtesystemen samen en behoorde tot de eerste grootschalige raketschildoefeningen. Er wordt ook nationaal geoefend. Ook zijn er tests in de Verenigde Staten, waaraan op bilaterale basis Nederland, Duitsland en de NAVO-afdelingen, zoals NC3A, deelnemen. Het zijn vooral deze drie genoemde landen die het vaakst oefenen en testen. Maar ook Frankrijk en Italië nemen deel aan oefeningen om te kijken hoe wapensystemen op elkaar inspelen. (noot 3) Eén van de bekendste tests waar Nederland bij betrokken was, is die waarbij het Nederlandse luchtverdedigingsfregat Tromp helpt een raket boven de Stille Oceaan te traceren (TRACKEX). Daar is zelfs een YouTube filmpje van gemaakt.

Thales

Nederland loopt niet alleen voorop als het gaat om het organiseren van oefeningen. Al vanaf halverwege de jaren negentig werkt Thales, destijds nog Thomson-CSF, aan een radar-, volg- en sensorsysteem dat ingezet kan worden voor het raketschild. Thomson Nederland deed samen met de John Hopkins University en Raytheon onderzoek hoe die Nederlandse apparatuur geschikt kon worden gemaakt voor interactie met Amerikaanse rakettechnologie. Het ging destijds nog om de standaardraket SM-2 Block IVa. Maar Nederland hield al lang voordat begin deze eeuw vier nieuwe luchtverdedigingsfregatten (LCF) in dienst werden genomen rekening met inzet ervan als onderdeel van een raketschild. (noot 4)

Ruim tien jaar later werd op grond van positieve ervaringen met de Nederlandse technologie tijdens TRACKEX door de eerder genoemde partijen plus Lockheed Martin weer een studie gedaan. Nu ging het om de vraag of er een schild tegen ballistische raketten op de Nederlandse fregatten kon worden geïnstalleerd. Gekeken werd of de waarneming- en volgsystemen voldoende krachtig waren om vijandelijke raketten vroegtijdig te signaleren, op grote hoogte te volgen en er anti-raket-raketten op af te sturen. Dat kunnen eigen raketten zijn - die Nederland nog niet heeft - of raketten van andere landen. De resultaten van de studie waren zeer positief. Met relatief kleine aanpassingen zouden Nederlandse schepen ingezet kunnen worden als onderdeel van het ALTBMD. De Nederlandse systemen kunnen dan gebruikt worden voor het vinden en volgen van raketten op 2.000 km afstand. Ze kunnen raketten sturen naar doelen buiten de atmosfeer.

De NAVO is met deze uitkomst zeer tevreden. De technologie van Thales en de daarop gebaseerde systemen zit op zo'n twintig moderne Europese marineschepen. Met enige aanpassing is er sprake van een flinke vloot die, roulerend, taken in het kader van ALTBMD kan waarnemen. In januari schreef marine-expert Richard Sharpe dat Nederland in Europa tot op heden de grootste stappen heeft gezet naar een maritieme raketschildcapaciteit. (noot 5) Onlangs besloot Nederland de LCF-fregatten voor ruim 250 miljoen euro te voorzien van een uitgebreide lange afstand radar (Extended long range, ELR). (noot 6) Ondanks de bezuinigingen op de krijgsmacht, gaan de investeringen in deze superwapens wel door. Als de nieuwe technologie is geïnstalleerd zijn de schepen in staat raketten vanuit Polen en Tsjechië naar hun doel te sturen. Ze kunnen ook zelf uitgerust worden met zulke raketten. Maar die beslissing is nog niet genomen.

De luchtverdedigingsfregatten waren al het duurste Nederlandse wapensysteem. Ze dreigen nu ook een belangrijk onderdeel te worden van een schild waartegen Nederland een kleine tien jaar geleden nog waarschuwde vanwege een mogelijke wapenwedloop. Maar die waarschuwing gold voor Zuidoost Azië. In Nederland zelf werd ook toen al gestaag gewerkt aan het verder uitbouwen van het schild. (noot 7)

Martin Broek
broekstukken.blogspot.com (noot 8)

Noten:

  1. NATO commanders successfully test command and control systems during missile intercept exercise, NC3A, 17 november 2011;
    Terug naar tekst
  2. Raketschild in Den Haag, Martin Broek, 10 augustus 2010 (verkorte versie in VredesMagazine, nr. 4 2010);
    Terug naar tekst
  3. ALTBMD Simulation to the Joint CAX Forum, Raymond Lenski, september 2011;
    Terug naar tekst
  4. Op weg naar 2012, Marine Nieuws, september 1996;
    Terug naar tekst
  5. Richard Scott, Aming High, Jane's Defence Weekly, 5 januari 2011;
    Terug naar tekst
  6. Menno Steketee, Dutch frigates set to receive BMD capacity, Jane's Defence Weekly, 5 oktober 2011;
    Terug naar tekst
  7. Antwoorden op parlementaire vragen over de Defensienota 2000, 28 januari 2000;
    Terug naar tekst
  8. Zie voor een vermelding van veel van mijn artikelen over Nederland en het raketschild: Nederland bereidt de weg voor in Europa, januari 2009.
    Terug naar tekst


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Einde voor Star Wars in Nieuw Milligen?

Het ziet er al enige tijd naar uit dat de DARS-eenheid in Nieuw-Milligen een rol zal krijgen in het Europese raketschild. Bij het luchtcontrolecentrum Nieuw-Milligen dat de politietaak voor het Nederlandse luchtruim uitvoert is sinds 2008 een containerdorp in de vorm van een Deployable (mobiele) ARS gevestigd, een DARS. De gekmakende luchtmachtafkorting ARS staat voor Air control centre (A) - Recognized air picture production centre (R) - Sensor fusion post (S). Het komt erop neer dat de DARS een mobiel commandocentrum is dat, gekoppeld aan radarsystemen, tijdens een militaire interventie een NAVO-luchtoperatie kan aansturen van het soort dat onlangs in Libië plaatsvond. De DARS wordt dan verplaatst naar het inzetgebied.

In de zogeheten NAVO-architectuur valt de DARS direct onder het operationele luchtmachthoofdkwartier, het zogenaamde CAOC ( Combined Air Operations Centre). Net zoals bij de (D)ARS bestaat hiervan een statische en een mobiele variant. Het bij de Nederlandse DARS-eenheid behorende CAOC - zowel de mobiele als de statische variant - is gevestigd in het Duitse Uedem vlak over de Duitse grens bij Nijmegen. DARS en CAOC samen worden uitgerust met het NAVO-brede Air Command & Control System (ACCS) waarin alle tot nu toe bestaande systemen voor het plannen, leiden en monitoren van luchtoperaties worden samengevoegd. Het ACCS moet 300 sensoren en meer dan 140 types radar aan elkaar gaan koppelen.

Vorig jaar werd in de tweejaarlijkse internationale luchtverdedigingsoefening Joint Project Optic Windmill de DARS uitgebreid getest. Daarna werd bekend dat de NAVO van plan was om een achttal werkstations voor raketverdediging in een van de DARS-containers te plaatsen. Dat wees erop dat DARS behalve in de luchtgevechtsleiding ook een rol zou gaan spelen bij de raketverdediging. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het zogenaamde deconflicteren, dus ervoor zorgen dat er geen belangentegenstelling ontstaat tussen de raketverdediging en andere luchtoperaties. Het leek erop dat Nieuw-Milligen onderdeel ging uitmaken van het raketschild.

Maar nu hebben afgelopen juni de ministers van defensie van de NAVO besloten tot een reorganisatie van de NAVO-commandostructuur. Bij deze afslanking zal het aantal CAOCs worden verminderd van vier tot twee, waarbij de activiteiten worden geconcentreerd in Uedem en Torrejon in Spanje. Daarnaast komt er één mobiel hoofdkwartier, dat de rol van gevechtsleiding over bommenwerpers, jagers en raketverdediging tijdens interventieoorlogen zoals in Libië op zich gaat nemen. De verantwoordelijke NAVO-generaal Patrick Wouters op een persconferentie: "In wezen zal dat het mobiele ARS-controlestation dat volgens de huidige plannen in Nieuw-Milligen in Nederland zou komen zijn. Dat wordt nu gecombineerd met het nieuwe Deployable Air Operations Centre en gesitueerd in Poggio Renatico in Italië." Wat dit precies voor Nieuw-Milligen inhoudt is nog niet helemaal duidelijk. Het is mogelijk dat alleen een paar containers naar Italië verhuizen of de hele DARS.

Misschien is dit de prijs voor het behoud van het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum, dat een belangrijke rol speelt in de oorlog in Afghanistan. Over dit hoofdkwartier wordt nu gezegd dat in de toekomstige structuur bij interventieoorlogen 500 personeelsleden in een mobiel hoofdkwartier zullen worden ingezet in het operatiegebied. Dus in geval van oorlog overzee zullen we voortaan Brunssum zien leeglopen.

Kees Kalkman

Literatuur:


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Een Amerikaanse paraplu boven Europa

Het Ballistic Missile Defense System of het raketschild is een systeem van de VS dat het Amerikaans 'thuisland', de overzeese troepen en de bondgenoten bescherming moet bieden tegen aanvallen met ballistische raketten. De VS spendeerden de laatste 25 jaar een slordige 141 miljard dollar aan de ontwikkeling van een raketschild. In de verschillende wereldregio's proberen de VS op diverse manieren onderdelen van hun raketschild te introduceren.

In Oost-Azië gaan de VS te werk via een bilateraal partnerschap met Japan en in het Midden-Oosten via de bevoorrechte partner Israël. In Europa wordt de NAVO als glijmiddel gebruikt. Onder de noemer Active Layered Theatre Ballistic Missile Defense (ALTBMD) wordt er binnen de NAVO reeds jaren gewerkt aan een geïntegreerde commando- en controlestructuur - met hoofdkwartier in Ramstein, Duitsland - om verschillende systemen van het raketschild op elkaar af te stemmen. Op de NAVO-top van Lissabon in 2010 werd ingestemd met een NAVO-raketschild ter bescherming van de troepen en het grondgebied van de Europese NAVO-landen.

Om het oorspronkelijke plan voor het Europese raketschild te begrijpen moeten we eerst het VS-raketschild voor het Amerikaans grondgebied bespreken. De bescherming van het Amerikaans 'thuisland' tegen een aanval met ballistische raketten bestaat uit een Ground-based Midcourse Defense-systeem (GMD) met interceptoren (raketten), die intercontinentale ballistische raketten op weg naar de VS kunnen vernietigen. Het systeem wordt sinds 1998 ontwikkeld door Boeing in samenwerking met Raytheon, Northrop Grumman en Orbital Sciences Corporation. Op de luchtmachtbasis Vandenberg in Californië en Fort Greely in Alaska zijn reeds een dertigtal dergelijke zware grond-luchtdoelraketten geïnstalleerd. De radarsystemen die de intercontinentale ballistische raketten tijdig moeten detecteren staan in Groot-Brittannië, Groenland, Alaska en Californië en op militaire schepen uitgerust met het Aegis Ballistic Defense Missile System, gefabriceerd door Raytheon en Boeing.

Snellere introductie

Het oorspronkelijk plan van Bush uit 2007 voor een raketschild in Europa voorzag een Europese poot voor een louter Amerikaans raketschild. De twee sites van het raketschild in de VS, in Californië en Alaska, zouden uitgebreid worden met een derde site in Europa, meer bepaald met tien interceptoren in Polen en een radarsysteem in Tsjechië. Die derde Europese site moest in de eerste plaats dienen om het grondgebied van de VS te beschermen. Dat plan werd echter afgevoerd, onder meer omdat Rusland beducht was voor een zwaar raketsysteem in zijn achtertuin dat evengoed zou kunnen dienen als nucleair offensief wapen.

Het plan Bush werd afgevoerd en de nieuwe aanpak voor de Europese regio werd door Obama aangekondigd in september 2009. De European Phased Adaptive Approach (EPAA) voorziet in een gefaseerde en veel snellere introductie van een rakettenschild in Europa via mobiele installaties in plaats van de aanvankelijk voorziene vaste systemen in Tsjechië en Polen. Er werd aangekondigd dat tegen 2011 het Aegis-systeem op Amerikaanse marineschepen bescherming zou bieden aan Zuid-Europa tegen korte afstandsraketten. Een vooruitgeschoven radarsysteem zou extra informatie verschaffen aan het raketschild in de VS. In een tweede fase (2015) zou een aangepast Aegis-systeem met interceptoren op het vaste land (Aegis-Ashore) in Zuid-Europa geïnstalleerd worden, samen met bijkomende sensoren. In een derde fase (2018) komt er een tweede interceptorinstallatie in Noord-Europa met een tweede generatie SM-3-raketten die veel sneller en verder kunnen vliegen. Vanaf dan zullen alle NAVO-bondgenoten in Europa gedekt zijn door het systeem. In de laatste fase (2020) zal een bijkomende installatie geïnstalleerd worden die de VS moet beschermen tegen aanvallen met intercontinentale raketten vanuit het Midden-Oosten.

In de praktijk lijkt de implementatie van het EPAA in Europa bijzonder vlot te verlopen. De Amerikaanse oorlogsbodem USS Monterrey die uitgerust is met het Aegis raketafweersysteem bestaande uit SM-3-raketten en een radar, patrouilleerde tussen maart en november 2011 reeds in de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de Noordzee. In september 2011 ging Turkije akkoord met de plaatsing van een AN/TPY-2-radarsysteem op haar grondgebied tegen eind 2011. De AN/TPY-2-radar (Army Navy/Transportable Radar Surveillance System) is in staat om lange-afstandsraketten te detecteren tot op 1000 km afstand en die informatie door te sturen naar het raketafweersysteem. Daardoor neemt ook de actieradius van de Aegis-oorlogsbodems toe. De door Raytheon geproduceerde AN/TPY-2-radar maakt ook deel uit van het THAAD-raketafweersysteem (zie verderop).

Nog in september 2011 stemde de Roemeense regering toe met de plaatsing van een Aegis-Ashoresysteem op haar grondgebied voor de tweede fase van het EPAA. Tegen 2015 komt een SM-3 interceptor site met radar op de luchtmachtbasis Deveselu in Roemenië samen met zo'n 200 man Amerikaans personeel. Het Aegis-Ashoresysteem is hetzelfde systeem als op de Aegis schepen gemonteerd staat en moet in staat zijn om ballistische raketten neer te halen in de beginfase van hun vlucht.

Tweede generatie

In Polen arriveerde reeds in mei 2010 een Amerikaanse Patriot-batterij met PAC-3-raketten die bescherming moeten bieden tegen korte-afstandsbedreigingen. De Patriot-batterij en de bijhorende Amerikaanse manschappen zijn gelegerd op een Poolse legerbasis op zo'n 60 km van de Russische enclave Kaliningrad. Het Ballistic Missile Defense-akkoord dat Polen tekende met de VS in 2010 voorziet ook in de installatie van een Aegis-Ashoresysteem tegen 2018. De installatie in Polen zou uitgerust worden met tweede generatie zeer gesofisticeerde SM-3-raketten die een veel verder bereik hebben. Deze tweede generatie SM-3-raketten zouden technisch in staat zijn om strategische langeafstandsraketten van Rusland te vernietigen, tot zeer groot ongenoegen van dat land dat dreigt met het START-akkoord op te blazen.

Bedoeling is dat deze Amerikaanse bijdrage aan het Europese raketschild naadloos gecombineerd kan worden met andere bestaande of in ontwikkeling zijnde raketschilden via het Active Layered Theatre Ballistic Missile Defense (ALTBMD) dat de NAVO beheert. In het ideaalscenario ontstaat er zo een raketdefensiesysteem dat alle bedreigingen vanuit de lucht kan afweren vanop korte en lange afstand: kruisraketten, ballistische raketten, bemande en onbemande vliegtuigen, etc. Zo worden de troepen in oorlogsgebied (theatre) beschermd, bepaalde belangrijke (militaire) sites en het volledige grondgebied van de VS en Europa.

Welke andere systemen moeten het Aegis-systeem en GMD aanvullen? Naast de reeds besproken Patriot-batterijen die plaatselijke bescherming moeten bieden is er ook nog sprake van een Amerikaans raketafweersysteem THAAD en een transatlantisch project genaamd MEADS dat ontwikkeld wordt onder toezicht van de NAVO.

Veel mobieler

THAAD (Theatre High-Altitude Area Defence) moet raketten onderscheppen in de eindfase van hun vlucht tot op een hoogte van 150 km in tegenstelling tot het Patriot-systeem dat slechts raketten kan vernietigen op een 20 tot 100 keer lagere hoogte. Lockheed Martin en Raytheon zijn de voornaamste defensiebedrijven die betrokken zijn bij het project. Lockheed Martin ontwikkelt het raketsysteem, Raytheon de AN/TPY-2 ground-based radar (de radar die dus ook in Turkije zal geplaatst worden in het kader van EPAA). THAAD is reeds in de productiefase, het Amerikaans leger heeft plannen om tot 99 raketlanceerinstallaties aan te kopen, 1400 raketten en 18 radarsystemen. De VS hopen dat ze dit systeem zullen kunnen slijten in het buitenland, waardoor de productiekosten per eenheid dalen. De Verenigde Arabische Emiraten onderhandelden in 2008 over een contract ter waarde van 7 miljard dollar.

MEADS (Medium Extended Air Defense System) is een raketdefensiesysteem voor de toekomst dat de bestaande raketdefensiesystemen in de VS (Patriot), Duitsland (Patriot en Hawk) en Italië (Nike Hercules) zou moeten vervangen. MEADS moet een lokaal luchtafweersysteem worden. Bedoeling is dat het systeem veel mobieler is dan de bestaande systemen en dus gemakkelijker naar het slagveld kan meegevoerd worden en dat het vlot kan gecombineerd worden met andere raketdefensiesystemen. In 1999 werd het transatlantisch partnerschap MEADS in het leven geroepen bestaande uit Lockheed Martin (VS), EADS (Duitsland) en MBDA (Italië). In 2005 kreeg het een contract voor negen jaar van het NAVO Management Agency voor ontwerp en ontwikkeling met de bedoeling om tegen 2014 in productie te gaan. Het ultramobiele systeem zou bestaan uit een raketlanceerder, radarinstallatie en commandocentrum. De lanceerinstallatie zou werken met een nieuwe generatie PAC-3 (Patriot Advanced Capability-MSE) raketten. Het systeem wordt echter flexibel opgevat en moet ook met andere raketten kunnen werken. Het Duitse leger wil namelijk ook werken met IRIS-T SL raketten ontwikkeld door Diehl BGT Defence. Deze raketten zouden goedkoper zijn en beter bruikbaar tegen vliegtuigen, helikopters en raketten, terwijl de PAC-3 raketten veel duurder zijn maar beter bruikbaar tegen ballistische raketten.

Het MEADS project kampt echter met serieuze problemen. Volgens de NAVO zijn er 30 maanden extra nodig voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase, bovenop de voorziene 110 maanden. Ook de kosten voor de VS zouden een miljard dollar hoger liggen dan voorzien. Gezien de huidige economische malaise en de begrotingsbesparingen besloten de VS en Duitsland om het project vroegtijdig te beëindigen. Het MEADS-systeem zal dus niet in productie gebracht worden. De VS zal wel haar deel van de ontwikkelingskosten (2,3 miljard dollar) dragen tot en met 2013, zoals voorzien in de contracten. Het project eerder beëindigen zou immers evenveel kosten aan schadevergoedingen aan defensiebedrijven.

Er bestaan in Europa al niet-Amerikaanse alternatieven voor MEADS zoals het Frans-Italiaanse Aster 30 SAMP/T-systeem. Dat is een mobiel raketafweersysteem dat bedreigingen in de lucht kan vernietigen tot op 20 km hoogte. Het Frans leger heeft reeds een aantal eenheden operationeel.

Pieter Teirlinck
Vrede vzw - Gent


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Begrippenlijst raketverdediging

ACCS - Air Command and Control System

Het geïntegreerde gevechtsleidingssysteem van de NAVO voor luchtoperaties, waarvan de raketverdediging een onderdeel is.

ALTBMD - Active Layered Theatre Ballistic Missile Defence

Programma van de NAVO om te komen tot een gezamenlijk en geïntegreerd netwerk van commandovoering (zie onder C3I) over de nationale wapensystemen (onderscheppingsraketten en sensoren) tegen vijandelijke ballistische raketten met een maximaal bereik van 3000 km. Met ALTBMD werd begonnen in 2005; toen was het bedoeld om NAVO-troepen tijdens militaire interventies te beschermen. De NAVO-top van 2010 in Lissabon besloot om ALTBMD ook in te richten voor de verdediging van het hele NAVO-territorium en de daar wonende bevolking.

Ballistische raket

Een raket die in de beginfase wordt aangedreven door een raketmotor, vervolgens buiten de dampkring een baan in de vorm van een hyperbool beschrijft en ten slotte terugkeert om zijn doel te bereiken. De raket kan voorzien zijn van een kop met conventionele explosieven of een massavernietigingswapen, zoals een kernkop. Onderschepping is mogelijk in alle drie de fases, maar heel lastig in de beginfase (de zogenaamde boostfase).

BiSC AIS - Bi-strategic Commanders Automated Information System

Het systeem waarmee de twee grote commando's van de NAVO, het Allied Command Transformation in de VS en het Allied Command Operations in Europa met elkaar communiceren.

C3I - Command, control, communications and intelligence

Het gecombineerde vermogen om het bevel te voeren over militaire eenheden, hun situatie en optreden voortdurend te controleren en te beschikken over de bijbehorende verbindings- en inlichtingenmiddelen. Soms wordt ook gesproken over C4ISR, dan komen de C van consultatie, de S van surveillance (bewaken of patrouilleren, bijvoorbeeld in het luchtruim) en de R van reconnaissance (verkenning) er nog bij. Het zijn allemaal elementen van de moderne commandovoering, het uitoefenen van gezag over de troepen door een bevelhebber en zijn hoofdkwartier.

Decoys

Nepraketkoppen zonder lading, die in grote aantallen wordt afgestoten door een raket na de boostfase om de radar- en infraroodsystemen van de vijand in de war te brengen.

Interceptor

Een antiraket-raket of onderscheppingsraket die wordt ingezet tegen een ballistische raket. De interceptor heeft vaak geen explosieve lading maar moet het doel precies treffen om het via de botsing zoals dat heet kinetisch uit te schakelen.

Joint Project Optic Windmill (JPOW)

Grote regelmatig gehouden simulatieoefening op het gebied van lucht- en raketverdediging waaraan de Nederlandse luchtmacht deelneemt samen met onder meer de VS, Duitsland en de NAVO.

PAA - (European) Phased Adaptive Approach

Het raketverdedigingsplan van president Obama voor de NAVO bestaande uit SM-3 onderscheppingsraketten en een X-Band radarstation. Het systeem wordt tot 2020 in verschillende fasen steeds verder uitgebreid met krachtiger raketten.

Sensoren

Instrumenten om aanvallende raketten op te sporen zoals radars en infraroodzoekers.


Wapensystemen voor onderschepping in gebruik bij de NAVO

Voor kleiner bereik:
Patriot PAC-2 en PAC-3 - VS, Duitsland, Nederland, Turkije
MEADS (mobiel systeem, bedoeld als opvolger van Patriot) - Duitsland, Italië, VS
SAMP/T (Aster 30) - Frankrijk, Italië

Voor groter bereik:
THAAD (Terminal High Altitude Area Defense) - VS
Aegis en SM-3 Block II (combinatie van radar, raket en commandosysteem) - VS


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina

Bibliografie Raketverdediging

Rapporten en presentaties

Boeken

Artikelen

Websites


Naar begin artikel
Naar Inhoudsopgave
Naar beginpagina