OPMERKINGEN N.A.V. DE ANTWOORDEN OP DE KAMERVRAGEN OVER DE CIA GEVANGENISSEN
Zie: Beantwoording vragen leden Bakker, Koser-Kaya, Van Bommel en Karimi over de erkenning door President Bush van geheime CIA-gevangenissen 11-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Vragen en commentaar (12-09-06, Karel Koster)
- Er is slechts sprake van de CIA. Het is echter goed mogelijk dat andere Amerikaanse overheidsdiensten bij het transport en behandeling van de gevangenen betrokken waren. Dus elke vraag die alleen verwijst naar de CIA, kon ontweken worden.
- 'Vraag 3: Is de Nederlandse regering op enigerlei wijze betrokken geweest bij de gevangenschap, bijvoorbeeld doordat deze gevangenen door het Nederlandse luchtruim of over Nederlands grondgebied zijn vervoerd? Zo ja, om hoeveel gevallen ging het en wanneer gebeurde dat?'
Deze vraag kan ook ontwijkend worden beantwoord ('betrokken geweest' is een rekbaar begrip. Hoe zit het met voorafgaand overleg waarin eventueel afspraken worden gemaakt voor samenwerking m.b.t. gevangenen. Hoe zit het met de definitie van 'gevangenen'? Hoe zit het met samenwerking elders bijv in de Caribische Zee? Twee zaken zijn van groot belang:
- welke ambtenaren/instanties in Nederland onderhouden de contacten met de Amerikaanse instanties in verband met gevangenen , wie is verantwoordelijk voor deze contacten? Zijn ze gehoord door rechterlijke instanties of anderen i.v.m. deze kwestie?
- wat hebben de Nederlandse ambtenaren en diverse instanties afgesproken met de Amerikaanse instanties?
In dit verband zouden er nadere vragen moeten worden gesteld over samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse diensten zoals de AIVD, politie, IND en Amerikaanse instanties. Bijvoorbeeld als gevolg van afspraken gemaakt via het Counterterrorist Intelligence Center in Parijs (Functioneert dat nog? Zo ja, wat doet het?), over samenwerking tussen de CIA en de Europese inlichtingendiensten (Washington Post 18 november 2005- zie mijn notitie van 16 maart 2006).
Verder is het nuttig om nog eens navraag te doen naar de precieze afspraken gemaakt in een vergadering op 26 oktober 2001, toen een Amerikaanse delegatie vergaderde met Europese ambtenaren over de samenwerking tussen de EU en VS na de gebeurtenissen van 11 september 2001. (zie: Strategic Committee on Immigration, Frontiers and Asylum COUNCIL OF THE EUROPEAN UNION Brussels, 12 November 2001 13803/01)Deel-antwoord regering op 3: "De Nederlandse regering verwelkomt het feit dat de Verenigde Staten nu wél een grote mate van openheid van zaken hebben gegeven. De onthullingen doen niets af aan het blijvende belang van de transatlantische betrekkingen en van intensieve samenwerking met de VS in de strijd tegen het internationale terrorisme."
Commentaar:- Hoe weet de regering dat er nu openheid van zaken is? Wat denkt de regering van het Financial Times redactioneel hieronder?
- Waarom hebben de onthullingen geen gevolgen voor de intensieve samenwerking ?
- Er wordt niet gevaagd naar eventuele uitwisseling van inlichtingen over gevangenen en het overhandigen van gevangenen aan de VS, noch over rendition.
- Hoe zit het inmiddels in Afghanistan i.v.m. de escalatie van de oorlog daar, met de behandeling van gevangenen?
Karel Koster
Zie ook het redactioneel uit de Financial Times van 8 september en mijn notitie van maart 2006 met een aantal bronverwijzingen.
Naar begin artikel
Naar inhoudsopgave
Naar beginpagina
11-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Bakker, Koser-Kaya, Van Bommel en Karimi over erkenning door President Bush van geheime CIA-gevangenissen. Deze vragen werden ingezonden op 6 september 2006 met kenmerken 2050618800, 2050618790 en 2050618820. Ik ga er vanuit dat ik hiermede tevens heb geantwoord op de mondelinge vragen zoals gesteld tijdens het ordedebat van 7 september jl. door het lid Van der Laan inzake de vertrouwenskwestie. In antwoord op die vragen kan ik nog aangeven dat deze kwestie in mijn visie geen gevolgen heeft voor de samenwerking met de Verenigde Staten in Afghanistan, aangezien daarbij zoals bekend ten aanzien van gedetineerdenbeleid heldere afspraken zijn gemaakt.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op schriftelijke vragen van de leden Bakker en Koser-Kaya (beiden D66) over erkenning Bush van geheime CIA-gevangenissen.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Bush erkent bestaan geheime CIA-gevangenissen” *?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat en sinds wanneer wist de Nederlandse regering van het bestaan van de geheime CIA-gevangenissen?
Antwoord
De Nederlandse regering was vóór de publieke bekendmaking door President Bush niet op de hoogte van het bestaan van dergelijke geheime detentiecentra.
Vraag 3
Wat betekent de Amerikaanse erkenning van het bestaan van geheime CIA-vluchten voor de verhouding tussen de Nederlandse regering en de Amerikaanse regering?
Antwoord
De Nederlandse regering verschilt al geruime tijd van mening met de Amerikaanse regering over de juridische grondslag voor de detentie en berechting van bepaalde groepen terrorismeverdachten. De Nederlandse regering wijst het gebruik van geheime detentiecentra ten enenmale af. De Nederlandse zienswijze heb ik bij herhaling onder de aandacht gebracht van de Amerikaanse regering.
De Verenigde Staten hebben desgevraagd gesteld dat zij over bepaalde geheime operaties geen uitspraken in bevestigende of ontkennende zin konden doen. Ik heb, ook indertijd, tegenover de Kamer aangegeven dit te betreuren.
De Nederlandse regering verwelkomt het feit dat de Verenigde Staten nu wél een grote mate van openheid van zaken hebben gegeven. De onthullingen doen niets af aan het blijvende belang van de transatlantische betrekkingen en van intensieve samenwerking met de VS in de strijd tegen het internationale terrorisme.
Vraag 4
Op welke manier gaat u bij uw Amerikaanse collega aandringen op openheid over de details van het bestaan van deze gevangenissen?
Antwoord
Nederland heeft bij voortduring tegenover de Verenigde Staten het belang van het respect voor de mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme benadrukt en zal ook het afwijzende standpunt ten aanzien van geheime detentiecentra krachtig overbrengen. Ik zal mijn Amerikaanse collega dit andermaal laten weten. Ik betwijfel echter of de VS bereid zullen zijn om over de concrete details van het betreffende programma meer informatie te verstrekken dan hetgeen nu bekend is geworden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat volledige openheid over deze zaak van groot belang is voor het waarborgen van de internationale rechtsorde? Wat is uw visie op dit geheel?
Antwoord
De regering is van mening dat geheime detentiecentra in strijd zijn met de internationaal aanvaarde standaarden. Naast het verschaffen van openheid over hetgeen in het verleden is gebeurd, is het van groot belang dat dergelijke situaties zich niet meer herhalen.
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op aanvullende vragen van het lid Van Bommel (SP) over Amerikaanse geheime gevangenissen.
Vraag 1
Welke veertien personen worden door de VS in geheime gevangenschap gehouden? Waar bevinden deze personen zich en sinds wanneer zijn zij gevangen?
Volgens opgave van het Amerikaanse ministerie van Defensie gaat het om de navolgende personen:
- Ali Abd al Aziz Ali
- Ahmed Khalfan Ghailani
- Hambali
- Mustafa Ahmad al-Hawsawi
- Lillie
- Majid Khan
- Abd al-Rahim al-Nashiri
- Abu Faraj al-Libi
- Zayn alAbidin Abu Zubaydah
- Ramzi Bin al-Shibh
- Zubair
- Walid Bin'Attash
- Khalid Shaykh Muhammad
- Gouled Hassan Dourad
Vraag 2
Waar bevinden de geheime gevangenissen zich?
Antwoord
Over de plaatsen waar de betreffende personen werden gedetineerd zijn door de Amerikaanse regering geen mededelingen gedaan. Van de VS is wel de verzekering ontvangen dat op dit moment geen verdere personen door de CIA in hechtenis worden gehouden op geheime locaties.
Vraag 3
Is de Nederlandse regering op enigerlei wijze betrokken geweest bij de gevangenschap, bijvoorbeeld doordat deze gevangenen door het Nederlandse luchtruim of over Nederlands grondgebied zijn vervoerd? Zo ja, om hoeveel gevallen ging het en wanneer gebeurde dat?
Antwoord
Neen.
Vraag 4
Wat is de juridische status van deze gevangenen?
Antwoord
De Amerikaanse regering stelt dat de gevangenen door de CIA zijn gedetineerd als 'enemy combatants' op grond van de National Security Act en de Authorisation for Use of Military Force van 18 september 2001.
Vraag 5
Waarin verschilt dit programma van geheime gevangenissen van Guantanamo Bay, waar nog veel meer gevangenen in strijd met de Conventies van Genève worden vastgehouden?
Antwoord
De VS lijken voor de detentie van deze groep eenzelfde juridische grondslag te hebben gekozen als voor de detentie in Guantánamo Bay. Waar ten aanzien van de gedetineerden in Guantánamo Bay wel bekend was welke personen gedetineerd waren en er sprake was van weliswaar beperkte toegang van internationale waarnemers was dit programma tot dusverre geheim.
Vraag 6 Deelt u de mening dat een voorgenomen wet van de Amerikaanse regering om de nu toegegeven praktijken van illegale verhoormethoden te legaliseren moet worden afgekeurd?
Vraag 7
Bent u bereid er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen alleen wetgeving in te voeren die conform de regels van de Conventies van Genève is? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
De 'draft military commission legislation' die President Bush op 6 september aan het Congres stuurde en het nieuwe 'Directive on the DoD Detainee Programme' en het nieuwe 'Field Manual on interrogation' die op dezelfde dag verschenen, dienen nog nader te worden bestudeerd. Dat niet tegenstaande, is de Nederlandse van mening dat terrorismeverdachten in overeenstemming met internationale mensenrechtenstandaarden dienen te worden behandeld. Vanuit dat perspectief zal de Nederlandse regering zich een oordeel vormen en in dialoog met de VS treden.
Vraag 8
Hebben uw EU-ambtgenoten expliciet uitgesloten dat hun landen niet aan dit CIA-programma van geheime gevangenissen deelnemen? Indien neen, welke ministers hebben dat niet gedaan?
Antwoord
Zoals bericht aan de Kamer heb ik dit onderwerp het afgelopen jaar meermalen met mijn EU-collega's besproken. Ik heb van hen de verzekering ontvangen dat in hun respectievelijke landen geen sprake was van dergelijke detentiecentra. Ook uitgebreid onderzoek van Raad van Europa en Europees Parlement naar mogelijke aanwezigheid van zulke gevangenissen heeft op dit punt geen tastbare bewijzen opgeleverd.
Vraag 9
Wat is uw oordeel over de uitlatingen van de Australische regering dat CIA-gevangenissen veel baat hebben opgeleverd voor de strijd tegen het terrorisme? (noot 1) Kunt u uw antwoord toelichten
Antwoord
De groep personen, waarvan nu bekend is geworden dat zij door de CIA werden vastgehouden, wordt verdacht van ernstige terroristische misdrijven. Naar verluidt, zou het gaan om personen die een essentiële rol speelden in het Al Qaida-netwerk als leider, organisator en/of liaison tussen verschillende delen van de organisatie of als drager van essentiële technische kennis. Het Australische oordeel is hier waarschijnlijk door ingegeven. Dat laat onverlet dat de Nederlandse regering in de ernst van de verdenkingen geen rechtvaardiging ziet voor de wijze waarop deze personen naar zich laat aanzien soms jarenlang zonder deugdelijke procesgang werden vastgehouden.
Vraag 10
Deelt u de conclusie dat u in eerdere instantie door de Amerikaanse regering bent voorgelogen met betrekking tot het bestaan van geheime CIA-gevangenissen? Zo ja, wat is uw politieke conclusie ten aanzien van de erkenning van de Amerikaanse regering van het bestaan van deze gevangenissen? Deelt u de mening dat hierover ook twijfel ontstaat aan andere beweringen van de Amerikaanse regering over belangrijke onderwerpen?
Antwoord
Vertegenwoordigers van de Amerikaanse regering hebben voorheen te kennen gegeven dat er zaken waren waarover zij geen volledige openheid konden geven. De regering heeft geen reden om te menen dat zij is voorgelogen en beschikt niet over informatie die aanleiding vormt om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de Amerikaanse regering. De regering wil niet speculeren over de beweegredenen van de VS om hierover tegenover de Nederlandse regering niet eerder en ruimer openheid te willen betrachten. Wel is duidelijk dat het omstreden programma de afgelopen jaren duidelijk met de grootst mogelijke geheimhouding is omgeven. De VS kennen voorts het consequente standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien het respect voor de mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme.
1- Bron: Teletekst 7 september 2006 “Australië prijst CIA-gevangenissen”
Terug naar tekst
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op schriftelijke vragen van het lid Karimi (GroenLinks) over zijn reactie op de erkenning van het bestaan van geheime CIA-gevangenissen buiten de VS door president Bush.
Vraag 1
Deelt u de mening dat uw uitspraak het “jammer” te vinden dat uw Amerikaanse ambtsgenoot Rice niets wilde zeggen over de geheime gevangenissen toen u daar navraag naar deed te mild is, aangezien de Verenigde Staten willens en wetens jarenlang mensenrechten hebben geschonden in deze gevangenissen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik heb aangegeven dat ik het betreurde dat de Verenigde Staten het kennelijk niet mogelijk achtte om tegenover de Nederlandse regering meer openheid te betrachten op dit punt. Dit doet niets af aan het afwijzende oordeel van de regering over deze geheime detentiecentra, welk oordeel ik bij herhaling onder de aandacht van de Amerikaanse regering heb gebracht.
Vraag 2
Wat zegt het feit dat u door de Verenigde Staten onwetend bent gehouden in deze kwestie over de status van de Nederlandse regering als bondgenoot van de Verenigde Staten?
Vraag 3
Wat betekent dit gebrek aan vertrouwen van de zijde van de Amerikaanse regering voor de diplomatieke verhoudingen tussen Nederland en de Verenigde Staten?
Vraag 4
Vindt u het billijk dat de VS onvoorwaardelijke steun vragen in de strijd tegen het terrorisme, maar bondgenoten onwetend laat over hoe deze strijd gevoerd wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op vraag 10 van de vragen van de heer Van Bommel over hetzelfde onderwerp.
Vraag 5
Doet u navraag bij de Amerikaanse regering om hoeveel geheime CIA-gevangenissen het exact gaat, waar deze zich bevinden of bevonden, hoeveel gevangenen er exact zijn vastgehouden en hoe lang? Bent u bereid om daartoe druk op de VS uit te oefenen?
Antwoord
Ik zal mijn Amerikaanse collega andermaal de opvatting van de regering overbrengen, maar betwijfel echter of de VS bereid zullen zijn om over de concrete details van het betreffende programma meer informatie zullen verstrekken dan hetgeen nu bekend is geworden.
Vraag 6
Bent u naar aanleiding van de verklaring van President Bush dat 14 gevangenen van de CIA in militaire hechtenis komen en de door Human Rights Watch gepubliceerde lijst van 26 gevangenen die door de CIA werden vastgehouden. (noot 2) bereid bij de Amerikaanse regering navraag te doen wat er met de overige gevangenen dan wel is gebeurd?
Antwoord
De lijst van Human Rights Watch is mij bekend. Ook op dit punt zal ik navraag doen bij de VS.
Vraag 7
Heeft het feit dat Europese landen geheime detentiecentra hebben toegelaten op hun grondgebied, zonder de EU daarvan in kennis te stellen, consequenties voor deze landen. Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Kan een van die consequenties ontneming van stemrecht in het kader van het EU-Verdrag zijn?
Antwoord
Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat dergelijke centra op het grondgebied van EU-lidstaten gevestigd zijn of waren. Ik ga derhalve uit van de van mijn collega's ontvangen verzekeringen en wil niet speculeren op dit punt.
Noten:
1. NOS Radio 1 Journaal, woensdag 6 september 2006
2. List of 'Ghost Prisoners”possibly in CIA custody, Human Rights Watch, 1 december 2005.
Terug naar tekst
Naar boven
Naar beginpagina