29 oktober 2002

Aanval op Irak
De Amerikaanse strategie: overwegingen en consequenties

Karel Koster


INHOUD

Inleiding
Een aanval op Irak door de Amerikaanse strijdkrachten is waarschijnlijk, ergens in de komende 4 maanden. De redenen die hiervoor worden gegeven vormen ook deel van een propaganda campagne om de onwillige bondgenoten te overtuigen van de noodzaak van zo een aanval. Hieronder wil ik een poging ondernemen om de propaganda te scheiden van de rationale achter de Amerikaanse aanvalplannen en de Iraakse tegenstrategie ook kort bekijken. Verder bekijk ik ook de aanvalstrategie en de factoren die daarvoor van belang zijn, plus enkele korte termijnontwikkelingen die van onmiddellijk belang zijn.
Daarna volgt een opsomming van de factoren die van belang zijn voor de besluitvorming en tenslotte zal ik de argumenten voor en tegen de oorlog opsommen en enkele conclusies die weer nieuwe vragen opwerpen.
Dit paper wordt steeds weer bijgewerkt/aangevuld als nieuw ontwikkelingen zich voordoen.

Naar boven

I. Amerikaanse oorlogsdoelen
De basis voor het Amerikaanse beleid wordt gevormd door een tweetal toespraken van President Bush, de 'State of the Union' in januari Noot 1 waarin hij een 'Axis of Evil' definieerde (Irak, Iran en Noord Korea), plus zijn toespraak te West Point op 1 juni, waarin hij verklaarde dat vanaf nu 'pre-emptive war' Amerikaans beleid was. Noot 2 Dat wil zeggen dat als een staat ergens ter wereld een dreiging vormt, dan beschouwt de VS het als haar goed recht om dat land aan te vallen, voordat er enige oorlogshandeling tegen de VS heeft plaatsgevonden.
Daarnaast moet ook nog genoemd worden het 'Nuclear Posture Review', het dit voorjaar deels uitgelekte document over de Amerikaanse nucleaire doctrine: daarin wordt expliciet de mogelijkheid opengehouden om zelf eerst met kernwapens aan te vallen. Noot 3
De belangen van de VS, waarvan de rechtervleugel van de Amerikaanse regering vindt dat die op het spel staan, zijn ruwweg te verdelen in een drietal categorieën: ideologische, materiele en geopolitieke. Bovendien speelt het door President Eisenhower erkende militair-industrieel complex een belangrijke stuwende rol in het algemeen. Elke oorlog is zinvol voor deze lobby.

  1. Ideologisch
    De ideologische oorlog van de VS heeft twee componenten, die allebei een rol spelen. Ten eerste de oorlog tegen het terrorisme, gebaseerd op de noodzaak van de VS om zich te beschermen tegen de daders van de 11 september aanslagen. Ten tweede de culturele oorlog tegen een deel van de Islam dat zich tegen de westerse globaliserende krachten keert. In de propaganda oorlog bestaat de neiging om de twee aanvalsassen door elkaar te halen.

    De oorlog tegen het terrorisme
    De oorlog tegen het terrorisme dient als legitimatie voor een groot aantal Amerikaanse beleidsstappen, zowel in binnen- als buitenland. Deze oorlog werd ingezet als Amerikaanse reactie op de aanslagen van 11 september en had als doel het opsporen en vernietigen van het Al Qaeda netwerk. Hoewel dit netwerk vaak als een gecentraliseerde organisatie wordt afgeschilderd, lijkt het eerder op een los verband van individuen en afzonderlijke organisaties die elkaar op ad hoc basis ondersteunen (met financiële middelen, onderdak aan sympathisanten, opleidingen etc). Noot 4
    Een centraal element van dit netwerk (waaronder een aantal opleidingskampen) was gebaseerd in Afghanistan, beschermd door het streng-islamitische Taleban regime. De verwevenheid van de twee organisaties verschafte de VS een excuus om Afghanistan binnen te vallen, met als verklaart doel het vernietigen van de Al Qaeda infrastructuur in dat land en het oppakken dan wel doden van de leiding.
    Het was dus mogelijk om een verband te leggen tussen terrorisme en een bepaalde geografiese locatie waar de terroristen konden opgespoord en aangevallen. Zo werden enkele oppervlakkige 'overwinningen' behaald. De belangrijkste leden van Al Qaeda zijn echter nog steeds vrij. De tactieken van een netwerk zoals dat van Al Qaeda komen immers overeen met die van een guerrilla organisatie. Ze opereert ondergronds, zoekt dekking in kringen van sympathisanten die zelf niet betrokken zijn bij de operaties. In een bepaalde fase van de ontwikkeling van zo een guerrilla opereert die openlijk in grotere verbanden. Maar als de leden van zo een groepering een overweldigende macht tegenover zich vinden, zullen ze zich verbergen, hetzij gebruik makend van het geografiese terrein, hetzij de omringende bevolking. Een open gevecht zou immers dwaas zijn.
    De oorlog tegen guerilla's zoals die van Al Qaeda of aanverwante organisaties moet dan ook grotendeels onconventioneel worden gevochten, het is in wezen een politie- en inlichtingendienst operatie die deels gericht is op de (sociaal-politieke) omgeving van de vermoede locatie van de guerilla's. Noot 5 In het geval van een internationaal opererend netwerk van guerrilla's is de operatie ook niet gebonden aan een geografiese locatie.
    Deze basisprincipes van guerrilla-bestrijding waren van toepassing op 12 september en zijn dat nog steeds vandaag. De implicatie is dat als het opsporen van de centrale leiding en de kaders van een guerrilla organisatie niet lukken, dat dan de 'oorlog tegen het terrorisme' gefaald heeft. De leiding van Al Qaeda heeft zich immers grotendeels in veiligheid gebracht. Het is echter wel mogelijk om onder het mom van terrorismebestrijding andere politieke doelen na te streven. Zo was de aanval op het door de Taleban gecontroleerde Afghanistan ook bedoeld om de Amerikaanse invloed in Afghanistan en centraal Azië veilig te stellen. Zulke doelen spelen ook een cruciale rol bij de aanval op Irak.

    Oorlog tegen Islam
    Er is echter een andere ideologische component die te maken heeft met de voedingsbodem voor terrorisme. Dit is verbonden met de algemene ideologische strijd tussen de 'American way of life' (eigenlijk ook de Europese) en een deel van de islam dat zich afzet tegen de moderniteit, tegen de globalisering van de westerse economische macht. Hoe sterk die tegenstand is valt moeilijk te zeggen. Ze is niet alleen gebaseerd op de vermeende religieuze superioriteit van bepaalde stromingen in de Islam, maar is ook een reactie op een aantal kanten van het Amerikaanse beleid: de onvoorwaardelijke steun voor Israël tegen de Palestijnen plus de voortdurende aanwezigheid en ontplooiing van de Amerikaanse militaire macht en economische invloed in de Golf regio en nu ook in centraal Azië.
    Daarnaast speelt een algemener ressentiment tegen het binnendringen van westerse commerciële belangen via het proces van globalisering.
    Deze krachten gaan ervan uit dat het mogelijk is om deze Amerikaanse machtontplooiing te verslaan, net als de Sovjet Unie in hun ogen werd verslagen in Afghanistan. Ze vormen de rekruteringsbasis voor de organisaties die bereid zijn om tegen de VS of haar bondgenoten ten strijde te trekken.
    Het is deze massabasis voor het terrorisme dat delen van de Amerikaanse politieke elite zorgen baart. De crux is dat de oorlog tegen het terrorisme niet gewonnen kan worden zonder dat deze voedingsbodem ook wordt verslagen. Dat is echter alleen mogelijk als er ergens een grote aantoonbare overwinning kan worden gehaald, niet alleen strikt militair, maar ook politiek. Irak biedt de mogelijkheid om zo een overwinning te behalen op een belangrijke staat in de Islamitische wereld, ondanks de bijzonder hoge risico's die verbonden zijn aan deze oorlog. In een later stadium zullen ook andere 'terroristenstaten' van de 'as van het kwaad' worden aangevallen: Iran, Noord-Korea en in een later stadium wellicht China. Onder de nieuwe Amerikaanse politiek/oorlogsdoctrine zal dit gebeuren zodra de VS deze staten heeft gedefinieerd als een gevaar voor haar veiligheid. Daarmee zou de ideologische legitimatie verbreed moeten worden: het gaat dan niet meer alleen om de voedingsbodem van islamitisch-fundamentalistische bewegingen.
    De strijd tegen de voedingsbodem heeft ook een andere ideologisch aantrekkelijke kant, die in zekere zin teruggaat naar de Wilsoniaanse en Kennedy politiek: de evangelische missie om de Amerikaanse levenswijze (meestal beschreven als vrijheid en democratie) te verspreiden over de hele wereld. Een logisch uitvloeisel hiervan is het plan van sommige Amerikaanse regerings-ideologen om het hele Midden Oosten te herschapen en weder op te bouwen onder Amerikaanse vleugel. Noot 6

  2. Materieel - olie
    De materiele reden voor de oorlog is de kwestie van controle over de wereld olievoorraden. Het gaat niet alleen om de aanvoer van olie naar de VS maar ook om de controle over de olietoevoer naar alle potentiële concurrenten van de VS, waaronder Japan, China en Europa. Op de kortere termijn speelt het belang van de olieprijs en de mogelijkheid om die te manipuleren. Noot 7 Deze rol wordt in de organisatie van olie-producerende landen (OPEC) al jaren gespeeld door Saoedie Arabie die als pro-Westers 'tankstation' naar behoeven meer of minder olie op de markt brengt. De vervlochtenheid van delen van de Saoediese elite met het netwerk van Al Qaeda heeft echter ernstige gevolgen voor de Amerikaanse politiek. Zoals bleek bij een Pentagon briefing afgelopen zomer Noot 8, zou het land net als Iran en Irak wel eens als een vijand kunnen worden beschouwd door de VS. De recente ontwikkelingen in Saoedie Arabie wijzen op een mogelijke anti-Amerikaanse draai.
    Een aanval op Saoedie Arabie is wellicht nog niet opportuun: in ieder geval is het logisch om controle over een zo groot mogelijk deel van de oliereserves in de wereld te bewerkstelligen. Daar hoort ook bij beheersen van de centraal Aziatische olievoorraden en de toenadering tot Rusland, ook een belangrijke olieleverancier. Cruciaal is hier de Amerikaanse voorwaarde dat de regeringen die in de olieleverende landen aan de macht zijn, pro-Amerikaans zijn. De nieuwe regering van Irak moet dan ook een pro-Amerikaanse oliepolitiek voeren. Dat betekent dus maximale productie op de markt brengen buiten de OPEC beperkingen om, waardoor de facto het kartel wordt gebroken. Noot 9 Overigens betekent deze redenering ook dat vroeg of laat Saoedie Arabie en Iran moeten worden aangepakt.
    Een verdergaande materiele rationale ziet de oorlog als een uitvloeisel van de druk die door de militair-industriële lobby op de VS regering wordt uitgevoerd (dwz om een oorlog te beginnen om zodoende veel meer materiaal af te zetten). Een meer omvattende theorie beschouwt de oorlogseconomie als een manier om een binnenlandse economiese crisis te omzeilen. Noot 10

  3. Geopolitiek
    De basis van de internationale politiek van de VS is dat het geen concurrent, of combinatie van concurrenten duldt, zeker niet in strategies belangrijke gebieden. Dit werd al in de negentiger jaren door de huidige onderminister van defensie Wolfowitz geformuleerd en is nu bevestigd in de 'National Security Strategy' van president Bush. Noot 11 Optreden tegen zo een concurrent is dan een noodzaak, waarbij wel een legitimatie gezocht moet worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de proliferatie van massavernietigingswapens ('Weapons of Mass Destruction' - WMD) een cruciale zaak is voor elke Amerikaanse regering, aangezien daarmee het monopolie op WMD van de kernwapenstaten kan worden aangetast en de handelingsvrijheid van de VS kan worden beïnvloedt.
    De bedreiging van Amerikaans grondgebied door massavernietigingswapens is een steeds terugkerend thema in de rationalisatie voor het bouwen van een raketschild en het 'recht' van de VS om als eerste aan te vallen.
    In zijn brief aan de Tweede Kamer Minister inzake Irak Noot 12 schreef minister van buitenlandse zaken de Hoop Scheffer dat dit de centrale legitimatie was om Irak onder druk te zetten. VN inspectieteams die hiervoor het bewijs moeten leveren zijn sedert 1998 niet meer in Irak geweest. Een deskundige van dat team die voor de Amerikaanse Senaat getuigde begin augustus kon redelijk aannemelijk maken dat er aanzienlijke voorraden chemische en biologische wapens aanwezig zijn in Irak, maar er zijn nauwelijks draagsystemen beschikbaar die Europa of de VS kunnen bereiken. Noot 13
    De Amerikaanse propaganda heeft het steeds over een scenario waarbij Irak massavernietigingswapens levert aan terroristen die de VS kunnen bedreigen (uiteraard wordt veelvuldig naar de aanslagen van 11 september gewezen). Het is moeilijk in te schatten hoe groot deze dreiging is: het lijkt niet rationeel voor Saddam Hoessein (SH) om de controle over zijn massavernietigingswapens weg te geven: dat kan zich ook tegen hem keren. Het is waarschijnlijker dat hij ze houdt voor eigen gebruik. Deze redenering berust op de tegenstellingen tussen seculiere dictators zoals Saddam Hussein en de sterk religieus gedreven beweging waaruit Al Qaeda voortkomt. Het is mogelijk dat deze twee krachten desalniettemin tot een soort monsterverbond komen tegen de 'Grote Satan" (de VS). Volgens een CIA rapport zou dit vooral gebeuren als een aanval op Irak de positie van SH in gevaar brengt. Noot 14 Deze samenwerkingshypothese vormt de essentiële brug tussen de beperkingen van het Iraakse WMD arsenaal en de methodiek gebruikt voor terroristiese aanslagen. Minister de Hoop Scheffer stelde in zijn brief aan de Kamer van begin september dat de dreiging al bewezen is.
    De deskundigen zijn echter verdeeld over de mate van ontwikkeling van de Iraakse massavernietigingswapens en hoeverre die een bedreiging vormen voor de VS. In ieder geval is die nauwelijks geloofwaardig met de bestaande wapensystemen van Irak. Mogelijkerwijs zijn er een aantal draagraketten die net Israël kunnen bereiken met een biologische of chemische kop. Noot 15 Israeliese legerleiders zijn hier kennelijk niet van overtuigd. Noot 16 Daarnaast zijn er ook berichten geweest over onbemande vliegtuigen uitgerust met sproeiinstallaties geschikt voor het inzetten van chemische en biologische wapens.
    De basis voor deze technologie werd gelegd door uitgebreide leveranties van WMD technologie door westerse landen en de Sovjet-Unie in de loop van de tachtiger jaren. Noot 17
    Doordat de Amerikaanse regeringswoordvoerders het concept van samenwerking met terroristiese organisaties invoeren wordt een constructie mogelijk waarbij WMD worden overgedragen aan 'Al Qaeda' of anderen die ze via haar eigen middelen (zoals in de aanslagen van 11 september) inzet, eventueel zonder Irakees 'visitekaartje'.
    Het afschilderen van deze capaciteit als een reële dreiging berust op een nogal zwakke vooronderstelling: namelijk dat de Iraakse regering het zinvol zou vinden om die wapens in te zetten, of dreigen ze in te zetten. Als de bron van de aanval wordt herleid naar Irak dan zou een aanval op Israël of de VS suïcidaal zijn. De vraag is ook waarom SH dit zou doen, wat zou de politieke logica moeten zijn, als het eerste belang van de Iraakse regering het aan de macht blijven is?
    Daadwerkelijke inzet wordt waarschijnlijker als de overleving van het Iraakse bewind in het geding is. Dus bijvoorbeeld als reactie op een Amerikaanse inval die het voortbestaan van het regiem bedreigt. Dreigementen met dit soort wapens in de richting van omringende landen raken desalniettemin ook al snel aan Amerikaanse belangen. De VS hebben een veelvoud van middelen om een tegenaanval op Irak uit te voeren.
    De theorie van de dreiging vereist dat de Iraakse regering in de huidige situatie irrationeel handelt. De vraag is of de Amerikaanse regering dit ook gelooft, of dit gewoon gebruikt als nuttige propaganda: de 'gekke dictator' die met biologische en chemische wapens begint te smijten. Grote delen van de westerse media raken momenteel steeds meer in de ban van dit beeld. Het werkelijke uitgangspunt van de VS hierin is van groot belang voor de aanvalsplannen op Irak.
    Desalniettemin speelt de 'WMD kwestie' een belangrijke rol in de wens van de Amerikaanse regering om Saddam Hoessein omver te werpen

Naar boven

II. Iraakse oorlogsdoelen
De Iraakse regering heeft als centraal doel het overleven. Dat betekent in de eerste instantie een oorlog vermijden, omdat een oorlog of de nasleep daarvan het risico inhoudt van een onverwerping van het bewind. Als een oorlog toch wordt gevoerd dan is het van belang om een strategie toe te passen die een aftocht mogelijk maakt, of eventueel wraak te nemen, dwz de prijs voor de VS en haar bondgenoten zo hoog mogelijk te maken.

  1. Politiek
    Centraal doel is de overleving en het aan de macht blijven van het regiem. Om dat te bewerkstelligen zal SH een rationeel overlevingsbeleid volgen en dat betekent dat de militaire politiek ondergeschikt is aan dit basisprincipe. Een aanval op Amerikaanse belangen of op Israël zou gelijk staan aan zelfvernietiging, vanwege de bereidheid van die landen om kernwapens te gebruiken. Gezien de beperkte machtsmiddelen is Irak dus militair in het strategies defensief. Op politiek strategies niveau zal SH een offensieve strategie voeren, om het internationale draagvlak voor een oorlog te verkleinen. Dit beleid zal gecentreerd worden op het manoeuvreren rondom de Israël/Palestina kwestie, omdat de tegenstrijdigheid van het internationale beleid daar het duidelijkst tot uiting komt. Dwz de niet-uitvoering van VN resoluties aangaande ontruiming van de bezette gebieden en het uitblijven van maatregelen daartegen, vergeleken met de jaren durende sancties en de andere strafmaatregelen tegen Irak.
    Omdat deze tegenstrijdigheid grote weerklank vindt in een groot deel van de wereld, is het van primair belang voor de Iraakse regering om dit naar voren te halen.
    Verder is het aanhalen van relaties met de omringende landen van groot belang. Zo worden er bijvoorbeeld stappen naar een verzoening met Iran ondernomen: dat land is gevoelig hiervoor omdat ze het logische volgende doel is voor de Amerikaanse politiek.

  2. Oorlogvermijding
    Dit is alleen mogelijk als de bondgenoten van de VS zich daadwerkelijk tegen de oorlog keren en er binnen de VS grote tweespalt ontstaan over de aanval. Deze twee sporen liepen via de VN en het Amerikaanse Congres (zie hieronder). Grote tegenstand komt vooral van uit Rusland en Frankrijk, om de volgende redenen:

    1. Olie en andere schulden uit het verleden. Beide landen hebben in het verleden op grote schaal wapens geleverd aan Irak en moeten hiervoor nog steeds betaald worden. De regering van Saddam Hoessein heeft zichzelf hieraan verbonden. Een nieuwe pro-Amerikaanse regering zou dit misschien niet doen. Noot 18

    2. Precedentwerking. Hoewel beide landen pragmaties kunnen zijn in het steunen van een VR resolutie in ruil voor Amerikaanse concessies (compensatie door de VS voor de verloren schulden, en garanties over Russiese deelname aan de investeringen in de Iraakse olie-industrie bijv) is er een probleem van precedentwerking: de VS krijgen een legitimatie voor hun zelfverklaarde beleid om overal waar zij dat noodzakelijk achten, unilateraal in te grijpen. Dit is vooral voor China van belang, omdat dit land op een termijn van 20/30 jaar de voornaamste rivaal van de VS zal worden. Het nu expliciet afgekondigde beleid van de VS impliceert dat bij zo een ontwikkeling China doelwit van de VS wordt.

    Om de gewenste tweespalt te bewerkstelligen speelt Irak in op deze belangen (handelsovereenkomst met Rusland Noot 19) en zegt ook toe om mee te werken aan de inspecties. Deze medewerking kan dan weer worden gerekt (door over de toepassing van het inspectieregiem dwars te liggen) om zodoende tijd te winnen. Deze tijdswinst is cruciaal om de militaire opties van de VS in te perken (zie hieronder).
    Daarnaast is het van belang om bondgenoten te zoeken die op zijn minst politieke dekking willen geven aan Irak. Dit was tot voor kort het geval met Saoedi Arabie, die Amerikaanse operaties tegen Irak vanaf haar grondgebied verbood. Daar hoort ook bij de toenadering tot Iran, die een mogelijk volgend doelwit zal zijn.
    Als Irak bij de Palestijnen bondgenoten heeft, dan ligt escalatie van de Palestijnse strijd in de bezette gebieden voor de hand, omdat het de medewerking van diverse Golfstaten aan een Amerikaanse aanval sterk bemoeilijkt. Elke steun aan de pro-Israeliese VS tijdens een opleving van de Intifadah zou immers worden gezien als een vorm van verraad aan de Palestijnse zaak. Inzoverre als dit van belang is voor de Arabische landen, zou dit weer de militaire problemen voor de VS verergeren. Bijvoorbeeld als Qatar operaties vanaf de Amerikaanse vliegbasis daar zou verhinderen of Saoedie Arabie alsnog vliegbewegingen over haar grondgebied zou verhinderen.
    Een alternatief is een operatie door Hezbollah tegen het noorden van Israël (dit veronderstelt hulp voor Irak vanuit Iran, dat enige invloed heeft in Libanon), men spreekt van raketaanvallen die weer tot Israeliese reacties leiden, wellicht ook tegen Syrië. Daarnaast is er een water conflict aan de gang aan de grens van Libanon en Israël. Noot 20 Door Israeliese betrokkenheid te verhogen, wordt de druk op de Amerikaans-Arabische bondgenoten verhoogd, omdat ze niet met de VS willen samenwerken als dat tegelijkertijd gebeurt met grootschalige Israeliese operaties, of repressief optreden tegen de Palestijnen.

Naar boven

III. Gevolgen van een oorlog
De strategie die door de Amerikanen gebruikt wordt hangt volledig af van hun inschatting van de gevolgen en of die gevolgen hanteerbaar zijn. Die gevolgen zijn te onderscheiden in de korte en middellange termijn. De korte hebben onmiddellijk invloed op de manier waarop de oorlog gevoerd wordt, de lange zijn vooral politiek en economisch.

  1. Korte termijn gevolgen
    Inzet massavernietigingswapens.
    Door een aantal Amerikaanse deskundigen wordt gesteld dat Irak op het gebied van chemische, biologische en nucleaire wapens actief was en is. Bovendien heeft Irak ook de beschikking over een aantal draagsystemen om die wapens naar een doel te brengen.
    Kort gezegd wordt gesteld dat de Iraakse strijdmacht nog steeds beschikt over aantallen chemische wapens in de vorm van vliegtuigbommen en artilleriegranaten, biologische wapens zou kunnen produceren maar geen middel heeft om deze op een militair zinvolle manier naar het doel te brengen, en over een kernwapen beschikt mits het van elders de noodzakelijke splijtstof ontvangt. Het kernwapen zou alleen per vliegtuig kunnen worden ingezet, de chemische wapens misschien ook via een Scud raket (het kon in 1991 niet). Er is onduidelijkheid over de inzetbare voorraad Scud raketten: men schat het aantal in de tientallen, met als laagste inschatting negen stuks. Noot 21 De voorraad beperkt inzetbare massavernietigingswapens zou gebruikt kunnen worden op tactisch operationeel niveau tegen Amerikaanse troepenconcentraties in naburige landen of in Irak zelf, of strategies tegen Israël om een reactie van dat land uit te lokken die vergaande politieke gevolgen zou hebben in het hele Midden Oosten.
    Vooral vanwege deze tweede strategiese optie zal de eerste fase van een Amerikaanse aanval op Irak als hoofddoel hebben het vernietigen van de WMD en alle ondersteunende infrastructuur (vooral de bevelsstructuur), plus de draagsystemen en afvuurinstallaties. De Iraakse reactie hierop is bepalend voor de verdere strategiese keuzes van de Amerikanen. Als SH een 'launch-on-warning' beleid hanteert, dan worden eventuele WMD onmiddellijk gebruikt, vermoedelijk tegen Israël. Recentelijk werd bekend dat er een systeem van pre-delegatie wordt gebruikt door SH: dat wil zeggen dat de commandanten van de WMD eenheden onder bepaalde omstandigheden een mandaat krijgen om hun wapen af te vuren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren als de verbindingen met Bagdad verbroken worden. Volgen het Britse regeringsrapport over Iraakse WMD is er slechts 45 minuten nodig om een raket gereed te maken voor lancering.
    Als Israël op zo een aanval reageert met een atoomaanval is het verdere verloop van het conflict bijzonder onvoorspelbaar. Er zou wel eens grote binnenlandse druk kunnen ontstaan op bijv de Syriese of Egyptische regeringen om te reageren met hun chemische wapens. Ze kunnen niet volstaan met niets doen en Israël te veroordelen. Hoe dan ook is dit het nachtmerriescenario voor de VS. Om die reden zal elk aanvalsplan elementen bevatten die dit probleem proberen te neutraliseren (zie Hfdst. IV-1-2).

  2. Lange termijn gevolgen
    Als SH er van uit gaat dat de zaak verloren is kan hij beslissen om op een andere manier schade aan het Westen toe te brengen: namelijk door zoveel mogelijk olievelden te vernietigen (een alternatief zou zijn om hiermee te dreigen in ruil voor vrije aftocht. Dit lijkt echter onwaarschijnlijk vanwege de vele vijanden die SH heeft en die hem eerder zullen doden dan een vrije aftocht toestaan).
    Net als een aanval op Israël is dit een voortzetting van de strategie van 1991, die toen beperkt bleef tot Koeweit omdat er geen landaanval op Bagdad plaatsvond. De gevolgen voor de olieprijs zullen verstrekkend zijn: een verhoging die onmiddellijk zal doorwerken in de wereldeconomie. Noot 22 Om die reden is de VS begonnen met haar strategische olievoorraad op te bouwen. Het is voor de VS dus ook van belang om zo een militair-economische reactie van Irak te verhinderen (de olieprijs zal sowieso stijgen als gevolg van de dreiging om Irak aan te vallen – eind oktober stond de verwachtte december prijs van Brent olie op $25.80 per vat). Noot 23
    Daarnaast is er een cruciaal economisch probleem: wie gaat voor de oorlog betalen? Een schatting afkomstig van de 'Congressional Budget Office' in de VS heeft het over een minimum van $21 miljard dollar voor een luchtoorlog van een maand, en een maximum van $272 miljard voor een grondoorlog van drie manden plus een bezetting van 5 jaar, die momenteel alleen door de VS zal worden betaald. Noot 24 Mogelijkerwijs zullen er andere bijdrages komen als onderdeel van de onderhandelingen tussen de VS en haar bondgenoten.
    Verder zal de oorlog vergaande negatieve gevolgen hebben in de Arabische landen als de VS volhardt in haar pro-Israel beleid, hetgeen te verwachten is. Hoewel de regeringen van een aantal landen geen problemen zullen maken, vallen wel een groei van antiwesterse (vooral islamitisch-fundamentalistische) oppositiebewegingen in de islamitische wereld en wellicht opstanden onder delen van de bevolking te verwachten. Van groot belang zijn Egypte en Jordanië, ogenschijnlijk westerse bondgenoten waar niettemin grote problemen kunnen ontstaan (moslim fundamentalisten in Egypte, Palestijnen in Jordanië). Noot 25

Naar boven
IV. Strategie
  1. VS
    1. De politieke aanloop
      Een coup in Irak zou wellicht de omstandigheden creëren waarbij beperkte militaire middelen kunnen worden ingezet en grootschalige operaties (zie hieronder) overbodig maken. In het verleden zijn couppogingen steeds door Saddam Hussein's agenten tijdig ontdekt en de plannenmakers opgepakt en geëxecuteerd. In een coup is de positie van de legerleiders (en de eenheden die onder hun bevel vallen) die aarzelen van cruciaal belang: ze moeten inschatten of er inderdaad krachten werkzaam zijn die SH ten val kunnen brengen. Dan is er nog het probleem van het samenzweren en de technische mogelijkheden om plannen in werking te zetten onder de omstandigheden van extreme repressie. De veiligheidsdiensten van SH zijn er juist op gespitst om zoiets te voorkomen. Vanwege deze problemen zullen coupplegers alleen actief worden als het risico van niets doen zich tegen hen keert. Bijvoorbeeld als ze de inschatting maken dat een aanval op SH ook hen direct persoonlijk zal treffen. Het punt van aarzeling treedt vermoedelijk op als de aanvalsplannen van de VS in werking worden gesteld en het huidige conflictniveau aanzienlijk wordt geïntensifieerd. Gebeurtenissen die tot zo een situatie leiden zijn onder ander: vestiging van een 'onafhankelijke' Iraakse regering in Koerdisch Irak; inname van een deel van het land door Amerikaanse troepen; operaties door speciale eenheden tegen vitale installaties in Irak; muiterijen onder de troepen van het geregeld leger; intensieve bombardementen op de centrale bevelsstructuur waardoor de verbindingen verstoord worden (zie Hfdst. IV-1-2).
      Dit coup scenario heeft vermoedelijk de sterke voorkeur van de Amerikaanse strategen, omdat daarmee een escalatie naar een grootscheeps militair conflict wordt vermeden waarin de inzet van grote aantallen Amerikaanse grondtroepen onvermijdelijk wordt. Zo een scenario is in directe contradictie met het axioma dat het aantal Amerikaanse doden en gewonden zo laag mogelijk moet worden gehouden ivm de binnenlandse steun.
      Als zo een kortsluiting van het escalatieproces plaatsvindt, dan wordt het mogelijk om speciale eenheden direct naar Bagdad te sturen om de coup in pro-Amerikaanse banen te begeleiden. Als er geen coup plaatsvindt, zal het meer conventionele militaire model in werking worden gesteld, maar ook daar moeten bepaalde keuzes worden gemaakt.

    2. De militaire dilemma's
      De korte termijn gevolgen van een aanval kunnen door de VS slechts ten dele worden opgevangen. De cruciale overweging is dat als SH denkt dat hij ten val wordt gebracht, hij kan besluiten om maximale schade aan de VS en hun bondgenoten toe te brengen. Als de VS denkt dat deze risico's niet bestaan (het Iraakse bewind heeft geen WMD, dit is propaganda) of te minimaliseren zijn, dan is een directe aanval op Bagdad mogelijk zonder de WMD reactie tegen bijvoorbeeld Israël te ontketenen, of kan men zelfs een veel langzamer escalatie proces doorlopen omdat SH toch geen represaille middelen heeft.
      Maar als men er van uitgaat dat dit WMD risico toch bestaat, dan is grote snelheid geboden. Zo zou een bliksemoffensief tegen de hoofdstad centraal komen te staan om een snelle omverwerping te bewerkstelligen. Bijvoorbeeld een luchtaanval tegen Bagdad, waarbij de centrale leiding zoveel mogelijk 'onthoofd' wordt met geavanceerde elektronische oorlogsvoering, speciale elektromagnetische impulsbommen die de elektriciteit voorzieningen lamleggen, en eenvoudige directe aanvallen op alles wat met verbindingen en de commandostructuur te maken heeft. Noot 26 Die zijn in een dictatuur immers van cruciaal belang.
      Als er sprake is van de boven al genoemde 'pre-delegatie', dwz. dat onder bepaalde omstandigheden WMD worden afgevuurd zonder dat een direct bevel van SH noodzakelijk is, heeft dit echter geen zin. Dan is het noodzakelijk om de lanceervoertuigen zelf aan te vallen, vlak voor de lancering of de raketten na lancering. Het lijkt onwaarschijnlijk dat men dit met volledige zekerheid kan uitvoeren.
      Daarnaast zullen alle TV en radio zendingen verstoord worden en vervangen door Amerikaanse propaganda via de nieuwe 'vrije Iraakse' regering. In het boven geschetste 'coup' scenario zullen deze tactieken ook worden gebruikt. Ze zouden ook kunnen worden toegepast als men geen WMD probleem vreest, maar met wat minder urgentie.

      Ergens in het aanvalsproces is het noodzakelijk om directe invloed uit te oefenen op het politieke proces binnen Irak, vooral binnen de Iraakse staats- en veiligheidsorganen (inlichtingendiensten, leger) en dat zal gebeuren door een zichtbaar politiek alternatief neer te zetten op Irakees grondgebied, waarnaar verwezen kan worden door de propaganda campagne gericht op de Iraakse bevolking. Het zal bestaan uit een 'bevrijde stad' waar de 'vrije Iraakse regering' zal zetelen: wellicht in het Sjiitsische zuiden of, meer waarschijnlijk, in het Koerdische noorden. Amerikaanse troepen, in eerste instantie door de lucht aangevoerd, zullen deze locatie beschermen, later ondersteund door zwaarder uitgeruste troepen die over land komen (uit Turkije, Koeweit, Jordanië). Dit zal de Iraakse regering dwingen tot een strategiese keuze: het leger naar deze locatie toesturen om de Iraakse rebellen te verslaan, of af te wachten. De eerste keuze is zowat onmogelijk uit te voeren, omdat het Amerikaanse luchtoverwicht elke mobiele oorlogvoering van het Iraakse leger uitsluit. Ook het van tevoren verspreiden van delen van het leger heeft beperkte zin, omdat veilige beweging van gemechaniseerde eenheden nauwelijks mogelijk is. Dit dwingt SH om voor de aanval troepen in de onmiddellijke nabijheid van belangrijke doelwitten te stationeren.
      In deze politieke impasse hopen de Amerikaanse planners dat er grote aantallen troepen zullen overlopen en zelfs dat er in Bagdad een rebellie uitbreekt tegen SH. Dit zou ook het geval zijn als SH niets doet en afwacht: in zo een situatie werkt de tijd niet voor hem. Cruciaal is de aanwezigheid van een politiek alternatief voor het zittende regiem.

      Een opstand in Bagdad zou dan worden uitgebuit door speciale troepen (zoals Britse SAS eenheden) die de sleutelposities in Bagdad innemen, zoals dat in elke klassieke coup gebeurt. Dit veronderstelt steun van delen van de machtsstructuur, met name de Speciale Republikeinse Garde. Noot 27 Als het aanvalsproces uitloopt kan een belegsituatie ontstaan, bijvoorbeeld van Bagdad, dat dan wordt afgesloten van de buitenwereld door omsingelende troepen.
      Her verloop wordt bepaald door de voortdurende aanwezigheid van SH en de technische mogelijkheid om die nog bekend te maken aan zijn troepen (en daar nog bevelen aan te geven). Het is mogelijk dat hem die mogelijkheid ontnomen wordt, waardoor het regime uit elkaar valt. In zo een geval doet het er niet toe of SH leeft of niet.
      Dit kan in de volgende fase tot grote chaos leiden: vandaar de nadruk van een aantal Amerikaanse deskundigen op het zo snel mogelijk opzetten van een nieuwe regering. Cruciaal is hoe de verschillende delen van de Iraakse bevolking, vooral de Koerden en de Sji'ieten, daarop reageren.

      In het geval dat de VS strategen denken dat er sprake is van WMD, gereed om af te vuren, ontstaat dus een groot dilemma, als men besloten heeft om hoe dan ook aan te vallen. Men moet beslissen om snel hier iets aan te doen, zoals boven beschreven. Of men kan beginnen met de politieke optie: een alternatieve regering neerzetten in noord Irak en daarmee een reactie uitlokken. Dat creëert een dilemma voor SH: inzet van WMD is nog niet strikt noodzakelijk omdat Bagdad niet meteen bedreigd wordt. Tijdens die aarzeling kan echter een opstand van het Iraakse leger uit worden gelokt.
      In het geval dat de VS aanneemt dat er inzetbare WMD zijn, dan moeten de Amerikaanse strategen een cruciale calculatie maken: men schat in dat men de WMD optie op de een of andere manier militair technies kan uitschakelen of dat dat nooit lukt, met alle gevolgen van dien.

      Militaire voorbereidingen
      De cruciale vraag aan de Amerikaanse kant is hoeveel troepen in de regio kunne worden ontplooid zonder een Iraakse reactie uit te lokken. Omgekeerd geldt voor SH dat hij moet besluiten op welk ogenblik het zin heeft om militaire tegenmaatregelen te nemen. Bijvoorbeeld een aanval doen op de locaties in de regio die als logistieke knooppunten dienen en waar Amerikaanse troepen zich aan het verzamelen zijn, zoals de luchtmachtbasis in Qatar. Noot 28
      Volgens sommige bronnen Noot 29 zou in mid-augustus al een operatie hebben plaatsgevonden waarbij speciale eenheden werden gestationeerd op Bamami luchtmachtbasis in het door de Koerden beheerste gebied in noordoost Irak, vermoedelijk met helikopters. Ze zullen deze locatie als uitvalsbasis gebruiken, wellicht om op zoek te gaan naar afvuurinstallaties voor Scud raketten in het westen, omdat die uit die regio op Israël werden afgevuurd in 1991. De Britse SAS troepen waren zeer actief in dat gebied in dezelfde soort operaties in 1991. Begin september leek het tempo van luchtaanvallen op Irak te worden opgevoerd, wellicht om luchtafweer installaties te vernietigen die een probleem zouden vormen voor de helikopter operaties. Een antischipraket installatie werd ook aangevallen. In die zin is de oorlog sinds 1991 nooit opgehouden en gaat het slechts om een proces van escalatie. Dit proces van escalatie kan militair technisch worden ingezet omdat er zich al zo een 50000 Amerikaans/Britse troepen (inclusief marine en luchtmacht personeel) in de Golf regio bevinden. Noot 30

    3. Belangrijke factoren bij het doorzetten van de aanval

      * Fysiek: het weer is van groot belang. Zandstormen (najaar) verhinderen een deel van de luchtaanvallen. Grote zomerhitte maakt het opereren van grondtroepen in beschermingspakken (tegen biologische en chemische wapens) bijzonder moeilijk. Dit is uiteraard vooral van belang als een aanval het gebruik van grote aantallen troepen behelst.
      De beste weersomstandigheden vallen in de periode november- februari.

      * De Iraakse oppositie. Deze is vanouds sterk verdeeld en heeft uiteenlopende belangen. Met name de Koerden hebben groot belang bij het niet verslechteren van hun positie onder een nieuwe regering. Daarnaast wil de leider van de Koerdische Democratische Partij, Barzani, garanties van de VS dat de Amerikanen de Koerdische bevolking beschermen in het geval van een aanval van SH 's leger om de Amerikaanse aanval voor te zijn. Verder wordt een deel van de oppositie gevormd door oud-generaals van het SH bewind, die slechts een personeelswisseling in Bagdad op het oog hebben. Sommigen van hen hebben zich in het verleden schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden tegen de Koerden. Binnen Irak zou een belangrijk deel van het leger bereid zijn om te helpen met het omverwerpen van SH (of passief blijven), mits ze overtuigd zijn dat hij serieus wordt aangevallen. De Sjiieten in het zuiden en de Koerden zullen sowieso vanwege oude vijandschappen meedoen, ook als ze daarover niet van tevoren geraadpleegd zijn. (de Sjiitische leider was aanwezig in een oppositie overleg in de VS, rond 11 augustus Noot 31). Op 3 oktober kwam het gezamenlijke Koerdische parlement bij elkaar in noord Irak, voor het eerst sinds jaren. Noot 32 Daar werd vermoedelijk gesproken over steun aan de VS. Eind oktober vergadert de oppositie of een deel daarvan in Londen. Misschien wordt op een van deze overleggen een alternatieve regering opgezet.

      * Opstelling Amerikaanse bondgenoten: de officiële opstelling van een aantal bondgenoten, waaronder vooral Duitsland en in mindere mate Frankrijk, is voorlopig nog afwijzend. De totaal afwijzende positie van Duitsland is echter afgezwakt na de verkiezingsoverwinning van de SPD/Groene coalitie. In andere landen zijn de meningen sterk verdeeld. Blair handhaaft zijn steun aan een eventuele Amerikaanse aanval van Irak, daarin werd hij gesteund door de Nederlandse regering. Een rapport over Iraakse WMD dat in het Britse parlement werd gepresenteerd halverwege september was niet overtuigend. De opiniepeilingen in het Verenigd Koninkrijk wijzen op een meerderheid tegen Britse deelname. Een demonstratie op 28 september in Londen bracht minstens 150.000 mensen (waarschijnlijk meer) op de been tegen een unilaterale VS aanval. Een door de Veiligheidsraad gesteunde aanval zou vermoedelijk wel een meerderheid krijgen in het parlement. Tijdens de Labour conferentie begin oktober werd een motie tegen Britse steun aan een unilaterale aanval op Irak door de VS afgewezen.
      In Turkije wordt zelfs door een deel van de generaals getwijfeld aan de wijsheid van een aanval. Men maakt zich bezorgd over een opbloeiende Koerdische oppositie, ook in eigen land. Mogelijkerwijs heeft de VS IMF leningen plus de olievelden van Kirkoek (in noord-Irak) toegezegd aan Turkije. Noot 33 De Koerdische KDP heeft eind augustus ernstige waarschuwingen geuit tegen het inzetten van Turkse troepen in haar gebied in noord-Irak. De EU is tot een eerste positiebepaling gekomen tijdens een conferentie in Denemarken in augustus: de meeste EU landen waren daar voor het eisen van hervatting van de wapeninspecties maar willen dat alle wegen via de VN eerst worden bewandeld. De mogelijkheid voor latere militaire operaties wordt daar ook open gehouden.

      * Publieke opinie. Een begin september bekend gemaakt internationale opiniepeiling in een zestal NAVO lidstaten, incluis de VS en Nederland Noot 34 gaf aan dat er in juni grote steun was voor een eventuele aanval op Irak, mits gesteund door de Veiligheidsraad. Het bekendmaken van de resultaten was duidelijk bedoeld om de meningsvorming te beïnvloeden: niet zozeer voor een oorlog, maar voor het behouden van de transatlantische band in de besluitvorming naar zo een oorlog. Uit een verdere Gallup peiling, gehouden in juli en augustus jl., bleek dat de meerderheid van de bevolking van 9 Europese landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Nederland, dacht dat het Amerikaanse buitenlandbeleid een negatief effect had op hun eigen land. Noot 35

      * VS: de Amerikaanse regering was in de zomer verdeeld: de invloedrijke haviken (Cheney, Rumsfeld, Wolwowitz) hebben de veiligheidsadviseur Condoleezza Rice en President Bush overgehaald om een aanval te doen: Powell trok eerste de andere kant op, vooral met het oog op de politieke gevolgen in de islamitische wereld. Hij wilde de VN-route volgen, die nu deels wordt afgelopen. De Joint Chiefs of Staff hebben ernstige bedenkingen tegen de militaire haalbaarheid zonder grote Amerikaanse verliezen. Belangrijke Republikeinse woordvoerders (voormalig adviseur Scowcroft en minister van buitenlandse zaken Kissinger, plus de leider van de Republikeinse meerderheid in de House of Representatives Markey) hadden bedenkingen vanwege de internationale politieke gevolgen. In essentie wilden ze dat de weg via de VN afgewandeld werd om een zekere legitimatie te verkrijgen voor Amerikaans optreden. De tegenstellingen tussen deze twee vleugels van de Amerikaanse politiek worden in Europa nogal eens overdreven. Ook de 'Wilsoniaanse' vleugel wil dat de Amerikaanse doelen voorop staan bij samenwerking met de bondgenoten. Noot 36 De harde en invloedrijke rechtervleugel beschouwd overleg met de bondgenoten en in internationale fora als tijdverspilling, zelfs een gevaar voor de Amerikaanse belangen. Noot 37

      * De publieke opinie was begin juni in meerderheid voor een aanval, maar die slaat om in een minderheid bij grote Amerikaanse verliezen of bij het niet meedoen van de bondgenoten. Noot 38

      * Hoe dan ook wilde de meerderheid van het publiek dat het Congres geraadpleegd wordt en toestemming gaf voor een oorlog, In 1990 was dat nog een spannende zaak. De leiders van het Congres zijn begin september ingelicht door de regering over de noodzaak van een oorlog. Na de toespraak van Bush in de VN werden de onderhandelingen voor een oorlogsresolutie geopend. De positie van het Witte Huis werd op 2 oktober aangenomen door het House of Representatives Noot 39, daarna volgde een verder debat dat uiteindelijk resulteerde in een resolutie die Bush de vrijheid gaf om eventueel zonder VN resolutie aan te vallen. De stemming was wel sterk verdeeld: 296 / 133 in het House en 77 / 23 in het Senaat. Noot 40

      De verdeeldheid werd al eerder onderstreept in een toespraak van de voormalige presidentskandidaat Gore, die de regering er van beschuldigde dat zij de sympathie van de bondgenoten van na 1109 had verspeeld. President Bush beschuldigde daarop de Democraten ervan dat ze kwestie van de nationale veiligheid (dwz de oorlog tegen Irak) ondergeschikt wilden maken aan 'partisan politics' dwz partijpolitiek. Hierop werd weer woedend gereageerd door Senaat majority leader Daschle en Senator Byrd. Noot 41 De Democratische Partij ging desalniettemin uiteindelijk door de knieën. Een belangrijke overweging was de angst om als onpatriottisch afgeschilderd te worden in de Congres verkiezingen op 5 november, waarbij het hele House en eenderde van het Senaat zal worden gekozen, Het is de Democraten totnogtoe niet gelukt om de dreigende recessie in de economie en de corruptie in het bedrijfsleven als thema een belangrijke rol te laten spelen. Zo speelt de oorlogsdreiging een sterke ondersteunende rol voor de president en zijn partij. Een veiligheidspolitieke kwestie waarbij het patriottisme in het geding is, speelt de Republikeinen in de kaart.

      Het Congres is nu met verkiezingsreces. Het nieuwe Congres treedt begin januari aan. Daarvoor is er sprake van een 'lame duck' Congres in de oude samenstelling, dat geen belangrijke besluiten kan nemen. De president heeft dus vrijheid van handelen om een oorlog te voeren zodra de verkiezingen voorbij zijn.

      * De Palestijnse kwestie: delen van de Amerikaanse regering zien het belang in van een minder pro-Israeliese stellingname Noot 42 maar dit valt niet te bewerkstelligen voor de Amerikaanse Congres verkiezingen van 5 november: de Joods-Israeliese lobby kan enige invloed uitoefenen op het resultaat. Mogelijkerwijs zal men na de verkiezingen een beperkte draai maken om te proberen de Arabische tegenstand in de regio te verminderen.

      * Arabische landen: de landen in de directe omgeving van Irak kunnen de gevolgen van represailles ondervinden van Irak, of andere problemen met hun bevolkingen als de Iraakse bevolking ernstig lijdt onder de aanval. De invloed van de islamitische oppositie (geen vreemde troepen in het heilige land) is ook van belang, vooral voor Saoedie Arabie. Dit heeft in eerste instantie aanvallen vanuit haar grondgebied verboden, maar draaide later bij. Momenteel eist de Saoedi-Arabische regering dat er een VN mandaat komt. Noot 43 Jordanië verklaarde ook geen aanvallen toe te staan, maar er worden wel Amerikaanse oefeningen in dat land gehouden, en repressieve maatregelen genomen tegen dissidenten. Noot 44
      Syrië is een apart geval, omdat er nog steeds sprake is van een confrontatie met Israël over de Golan. Mogelijkerwijs valt Israël in het geval van oorlog Syrië aan, om te verhinderen dat dat land steun geeft aan Irak. Een aantal kleinere golfstaten (Koeweit, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten en Oman) verlenen steun aan de VS en VK. Luchtmachtbases worden uitgebreid, een cruciaal hoofdkwartier (Central Command) is overgeplaatst van Florida in de VS naar Qatar. Noot 45 Daar vond in oktober bijna een coup plaats, die verhinderd werd door Amerikaanse militairen in burger. Noot 46 In Koeweit is al een grote hoeveelheid Amerikaans materiaal aanwezig in depots (minsten een gemechaniseerde brigade). Voorraden worden opgeslagen in Israël, die ook zijn luchtmachtbases ter beschikking stelt. Volgens een recente schatting zijn er 50.000 man Britse en Amerikaanse grondtroepen in de regio aanwezig. Noot 47

      * VN: een kwestie die van enig belang is voor de westerse bondgenoten is of een nieuwe VN resolutie noodzakelijk is als juridische dekking voor een aanval op Irak. De Amerikaanse regering beweerde eerst dat het kan volstaan met al bestaande resoluties (over het opgeven van WMD), maar toen het vanaf de toespraak van President Bush in de Algemene Vergadering op 12 september de VN lijn volgde streefde het naar de totstandkoming van een vergaande resolutie in de Veiligheidsraad die militair ingrijpen mogelijk maakt. Dat kon alleen als zeker was dat er geen Russische of Frans veto zou worden gebruikt, beide landen hebben immers substantiële economische belangen in Irak, die wellicht door de VS zouden moeten worden gegarandeerd bijvoorbeeld door de overname van Iraakse schulden aan Rusland. Noot 48 Na zes weken onderhandelen is er nog steeds geen overeenstemming bereikt over een resolutie, hoewel sommige bronnen beweren dat erover wordt gestemd omstreeks 30 oktober. Cruciaal punt is of er een formulering in staat die door Frankrijk en Rusland en de VS kan worden geinterpreteerd als ondersteuning van hun standpunt. Dat wil zeggen het terugbrengen van de kwestie Irak naar de Veiligheidsraad als de inspecties mislukken, om daar te stemmen over eventuele reacties tegen Irak. Of het eventueel optreden in naam van de VR door de VS tegen Irak, met eventueel wat overleg in de V-raad, vermoedelijk nadat de aanval al begonnen is. Als er zo een dubbelzinnige formule in zit, dan betekent dit dat de VS de ruimte heeft gekregen om Irak naar eigen inzicht aan te vallen. Het wordt dan wel zeer belangrijk onder welke omstandigheden de inspecteurs zich terug zullen trekken en op welke gronden. Noot 49
      Hoewel de Amerikaanse regering al heeft gezegd dat het eigenlijk om 'regime change' gaat is het door de binnenlandse en buitenlandse oppositie gedwongen om voor de vorm de VN weg af te lopen, dus om in ieder geval een procedure toe te staan waarbij inspecteurs weer Irak in gaan.
      In het weekend van 7 september werd deze VN-wending ingezet door de Amerikaanse regering. De twee vleugels (Cheney, Powell) gaven verklaringen uit in de richting van elkaars standpunt. Men handelt nu volgens het volgende programma: 'bewijzen' leveren voor WMD in Irak, komen tot bondgenootschappelijk standpunt voor noodzaak inspecties, resolutie in de Veiligheidsraad (niet in twee stappen, zoals voorgesteld door President Chirac), gevolgd door de start van het inspectieproces. Een nog waarschijnlijker optie is het model uiteengezet in de concept tekst van de Brits-Amerikaanse Veiligheidsraad resolutie: eisen dat Irak een lijst produceert van al haar WMD-gerelateerde installaties, gevolgd door volledige toegang tot alle installaties en een aanval als er iets niet klopt. De bedoeling van de VS is waarschijnlijk om dan zo snel mogelijk de oorlog te beginnen De VS zou zelf bepalen waanneer dat moment is aangebroken.
      Het grondwerk voor een aanval met of zonder een nieuwe resolutie is al gelegd (door verwijzing naar eerdere resoluties). Tegelijkertijd vinden de militaire voorbereidingen al plaats, eventueel ook militaire operaties, plus politieke om een alternatieve regering op te zetten. Verder ook consultaties over de aard van de hulp van de bondgenoten, die ook indirect kan zijn. Bijvoorbeeld het zogenaamde 'backfilling', het overnemen van ander taken van de VS-strijdkrachten door de NAVO bondgenoten, waardoor de Amerikaans eenheden naar de Golf kunnen.

  2. Irak
    1. Oorlogstrategie
      Als de pre-oorlogstrategie mislukt, moet worden gekozen voor een militaire strategie die alsnog een politieke splitsing bewerkstelligt tussen de VS en haar bondgenoten. Dit is zoals bij de vorige Golfoorlog het beste bereikbaar door een Israeliese betrokkenheid uit te lokken. Daar zijn weer verschillende mogelijkheden voor:

      Aanval op Israël om een tegenaanval uit te lokken. Als een chemisch wapen wordt gebruikt (als dat tenminste beschikbaar is) dan is een Israeliese atoomaanval op een Irakees doel mogelijk. Dit zou de oppositie in de regio tegen de Amerikaanse operatie vermenigvuldigen. Verder kan worden gedreigd om de olievelden in Irak of wellicht in de omringende landen in brand te steken, hetgeen vergaande economische probleem zou veroorzaken bij de afnemers. De dreiging of de handeling zou ook een remmende werking kunnen hebben.

      Een intermediare strategie zou pogen om een maximaal aantal Amerikaanse doden en gewonden te bewerkstelligen, met als doel politieke druk op het Amerikaanse thuisfront voor het terugtrekken van de troepen (voorbeelden: Vietnam, Somalië). De methode om dit te bewerkstelligen is om doelwitten (zoals WMD-gerelateerde installaties, luchtafweer etc) te plaatsen in locaties waar inzet van Amerikaanse grondtroepen noodzakelijk is. Omgekeerd moeten dus geen confrontaties worden aangedaan in locaties waar Amerikaanse vuurkracht op afstand kan worden toegepast. Bijvoorbeeld geen statische stellingen buiten de steden, zoals de Taleban verdedigingslijnen ten noorden van Kaboel in oktober 2001. In plaats daarvan stadsgevechten uitlokken.
      Verder kan men doelwitten in burgerlocaties plaatsen, waardoor burger slachtoffers vallen als gevolg van Amerikaanse bombardementen. Dit zou weer anti-Amerikaanse propaganda kunnen opleveren in de westerse media en indirecte druk op de politiek.
      Bij een directe aanval op de Iraakse regering (SH en de sleutelmensen om hem heen) kan ook nog een chemisch wapen worden ingezet, als het beschikbaar is, tegen de Amerikaanse troepen of een aanverwant doel in de regio. Doel daarvan zou ontwrichting van de aanval zijn, maar het zal eerder neerkomen op een wraakactie, omdat het in feite een reactie op een totale nederlaag zou zijn.

Naar boven
V. Recente ontwikkelingen
De totstandkoming van de publieke mening over een eventuele aanval op Irak is in een stroomversnelling gekomen. De komende gebeurtenissen zijn van belang:
  1. Veiligheidsraad
    De Amerikaanse regering probeert een nieuwe resolutie in de Veiligheidsraad te laten aannemen waarin Irak wordt gesommeerd akkoord te gaan met onvoorwaardelijke inspecties. Weigering zou dan de deur openen voor militaire operaties. Totnogtoe wijst de Iraakse regering de concept-VN resolutie af en stelt dat de eerder gemaakte afspraken met Kofi Annan geldig zijn dwz dat inspecties van speciale gebieden zoals de paleizen alleen met vertraging kunnen worden uitgevoerd.
    De Amerikaanse regering heeft een speciale afgezant naar Rusland gestuurd om haar steun voor deze nieuwe resolutie te verkrijgen. Zowel Rusland als Frankrijk wezen tot 5 oktober de noodzaak voor een verdere resolutie af, althans voordat de inspecteurs terugkeren naar Irak. Dit gebeurt echter pas nadat er duidelijkheid komt in de Veiligheidsraad, zoals bekend werd gemaakt via een gezamenlijke verklaring van Powell en Hans Blix na dreigementen door Powell dat de VS zonder nieuwe VR resolutie de terugkeer van de inspecteurs naar Irak zal blokkeren.
    In de Veiligheidraad wordt sindsdien onderhandelt over de inhoud van een nieuwe resolutie of resoluties. Zowel Frankrijk als Rusland hebben zich tot 28 oktober verzet tegen een formulering die de VS het recht geeft om zelfstandig in te grijpen.
    Er zijn momenteel (29 oktober) twee mogelijkheden: de VR neemt alsnog onder Amerikaanse druk een of meerdere resoluties aan die een militaire aanval mogelijk maken.
    Of de Amerikaanse regering initieert op een geschikt ogenblik (bijvoorbeeld als ze vaststelt dat Irak haar verplichtingen niet nakomt) militaire operaties tegen Irak. De timing daarvan hangt af van de factoren die elders in dit paper aan de orde worden gesteld.

  2. Het publieke debat in Nederland
    De openbare discussie betreft de volgende elementen:
    In de eerste instantie de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak en de dreiging die daar vanuit zou gaan naar het Westen en de regio.
    Het tweede element van de discussie betreft het nut van inspecties om deze vermeende dreiging tegen te gaan.
    Het derde element betreft de kwade trouw van de Iraakse regering in het nakomen van de beloften zoals aangetoond in het verloop van de inspecties van de negentiger jaren.
    Het vierde element betreft de 'natuurlijke' conclusie van de eerste drie elementen: de noodzaak om inspecties af te dwingen met militair geweld.
    Het vijfde element dat zoveel mogelijk uit de officiële discussie wordt gehouden is de noodzaak om 'dus' over te gaan tot 'regime change'.

    Het debat zal ongeveer over deze zaken gaan en zich tegelijk in verschillende fora afspelen. Daarbij zal het debat in het Amerikaanse Congres dat in de VN en elders beïnvloeden.
    Het Nederlandse debat zal alleen gaan over de aard van de deelname en medewerking van Nederland aan een oorlog tegen Irak, aangezien de regering haar steun al heeft toegezegd. De precieze opstelling van de oppositiepartijen is wel van belang.

  3. Europese steun aan de opbouw van een Amerikaanse aanval op Irak
    Betrokkenheid van Europa bij de oorlog lijkt al aan de gang te zijn als volgt:
    1. Staging: verzamelen, bijtanken en ordenen van onderdelen op doortocht. Dat kan luchtmacht onderdelen inhouden, maar ook landmacht etc.
    2. Levering van deel Amerikaanse gevechtstroepen en luchtmacht, marine, gestationeerd in Europa. In ieder geval V Corps plus aantal USAF squadrons.
    3. Als basis functioneren voor een deel van de luchtmachtsquadrons Het gaat dan vooral om vliegtuigen met groter bereik, die zonder (te veel) bijtanken op en neer kunnen vliegen naar Irak. Bijvoorbeeld de F-117 Nighthawks, AWACS en tankervliegtuigen zelf die vliegtuigen op doortocht dan in de lucht kunnen bijtanken. De grootste aantallen gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers moeten binnen makkelijk vliegbereik van Irak worden gestationeerd, omdat anders de bijtank capaciteit niet afdoende is. Dit betekent bases in Jordanië, Quatar, Koeweit, Saoedie Arabie, Verenigde Arabische Emiraten en wellicht de nieuwe in centraal Azië, plus Israël. Daarnaast de vliegdekschepen, vermoedelijk zo een 5 stuks gestationeerd in de Golf en de Middellandse zee. Dus de meeste aanvalsvliegtuigen opereren niet direct vanuit Europa. Transportvluchten vanuit de VS worden wellicht in Europa bijgetankt.
    4. Backfilling: vervanging van Amerikaanse vliegtuigen en taken in de buurt van Europa of wellicht ook elders door Europese eenheden: de Balkan, Caribisch gebied.
    5. Verlenen van logistieke infrastructuur om de troepen en materiaal uit Europa te halen en te verschepen naar de Golf regio.

    • Havens
    • Spoorlijnen en spoormaterieel
    • Vrachtwagens en wegen
    • Bewaking van dat alles door politiek, militaire politie, militairen
    • Verandering van wetgeving, noodverordeningen om milieuwetten te omzeilen (zie Antwerpen), wellicht ook vakbondsregels, arbeidsvoorwaarden (voor lossen en laden van gevaarlijke ladingen)
    6 Verlenen van propagandistiese steun via media.
    7 Verlenen van diplomatieke steun in de VN.
    8 Verlenen van economische steun door meefinancieren van de oorlog, leveren van gratis diensten.
    9. Uitoefenen van politieke, diplomatieke, economische druk op landen die lastig zijn wat betreft deze steunmaatregelen.
Naar boven
VI. Meningen
  1. Argumenten voor de aanval
    • De Iraakse bevolking wil het: volgens woordvoerders van het Iraakse verzet zal een serieuze aanval op Irak de onmiddellijke instorting van het regime tot gevolg hebben; het leger zal in opstand komen en zelf SH omverwerpen (hierop is een deel van een mogelijke Amerikaanse strategie gebaseerd)
    • Bedreiging WMD reëel, inspectie regiems zijn niet aanwezig. Volgens een deel van de wapeninspecteurs van de UNSCOM moet het inspectieregiem hersteld worden om te controleren of Irak nog steeds bezig is met het bouwen van WMD. Daarom is hervatting van de inspecties noodzakelijk, zo niet moet SH worden omvergeworpen.
    • SH begint straks weer oorlog, vergelijkbaar met dertiger jaren, Hitler. Sommige experts vergelijken de activiteiten van de Iraakse regering met die van de Duitse regering na de Eerste Wereldoorlog: toen werd er ook in het geheim weer een leger opgebouwd, een proces dat onder Hitler versnelde en leidde tot oorlog.
    • Transatlantische relatie: sommige Atlantische politici betogen dat meedoen met de VS de enige manier is om het unilateralistiese beleid van de VS in toom houden. Vandaar ook hun pleidooien om de NAVO in stand te houden.
    • Oorlog tegen het terrorisme: Irak heeft een nauwe relatie met Al Qaeda en is dus een bron van terrorisme, net als Afghanistan onder de Taleban.
  2. Argumenten tegen de oorlog
    • Internationaal onwettig: er is sprake van een aanvalsoorlog (tenzij VN resolutie?) op een land, op dubieuze gronden. Het schept een gevaarlijk precedent voor toekomstige
    • Onvoorspelbare gevolgen: een groot deel van de islamitische wereld kan zich tegen de VS en het Westen keren. Dat kan doorwerken in handelsrelaties, investeringen en het stelsel van internationale veiligheidsverdragen. Een aantal landen zou kunnen besluiten dat alleen WMD enige bescherming geven tegen Amerikaanse aanvallen, en die ook gaan ontwikkelen, in weerwil van de daarover afgesloten verdragen. Dit proces is sowieso al in werking vanwege het unilaterale optreden van de VS op dit terrein: chemische wapenverdrag, biologische wapenconventie, raketschild aanleg, afschaffing van ABM verdrag, niet-ratificatie van teststopverdrag;
    • Toename terrorisme: de situatie in de bezette gebieden en Israël breidt zich uit naar de hele Westerse wereld als gevolg van rekrutering die gebruikt maakt van de beeldvorming van de Iraakse bevolking als slachtoffer van de Amerikaanse militaire operaties;
    • olieprijs kan zodanig stijgen dat er een wereldwijde recessie volgt, zeker als de olievelden vernietigd worden;
    • Acceptatie van deze aanval betekent dat elk ander land dat door de VS wordt aangewezen kan worden aangepakt. Sowieso Iran en Noord-Korea, maar wie nog meer? Alle landen die misschien potentiële WMD wapens hebben? Het wordt dus een jungle waar de Amerikaanse wet van de sterkste geldt;
    • Onvermijdelijke negatieve gevolgen voor Iraakse bevolking: In Afghanistan zijn door de bijkomende (collateral damage) gevolgen 3500 doden gevallen. Als er in de Iraakse steden wordt gevochten zal dit een meervoud zijn. Daarnaast wordt de door de jarenlange sancties al ontwrichte samenleving nog ernstiger beschadigd (indirecte doden, armoede).
Naar boven

VII. Conclusies
1. Het is op dit ogenblik onduidelijk of het besluit tot een aanval daadwerkelijk genomen is.
2. Het debat hierover binnen de Amerikaanse regering lijkt te zijn gewonnen door de haviken, met dien verstande dat de weg naar oorlog via de VN loopt. De toespraak van Bush op 12 september was in essentie een ultimatum: als de VN niet in actie komt zal de VS zelf ingrijpen. Goedkeuring door het Congres is nu gegeven en is weer een factor in de discussie in de Veiligheidsraad.
3. Desalniettemin worden wel voorbereidingen getroffen om een aanval uit te voeren: deze bestaat uit het uitwerken van een aantal mogelijk aanvalsstrategieen, het bewerkstelligen van een Iraakse alternatieve regering en het onder druk zetten van de bondgenoten voor een of andere vorm van steun. Verder worden militaire maatregelen getroffen waar mogelijk: meer uitrusting voor zware eenheden in Koeweit, uitbouw van vliegveld faciliteiten in Qatar, constante roulatie van troepen en vliegdekschepen in de regio via permanent oefenschema. Wat er verder aan opbouw gebeurt hangt af van de gekozen strategie. Bijvoorbeeld een grootscheepse aanval met veel zware eenheden vergt een langere aanloop die moeilijker te verbergen is. Een oefening die de laatste maanden in de VS gehouden is suggereert dat de aanvalsstrategie volop gebruik zal maken van nieuwe wapens en tactieken bijv elektromagnetische impuls bommen die het elektriciteitsnetwerk lam leggen. Deze technieken zijn vooral van belang om de verbindingen tussen het centrale opperbevel en het Iraakse leger, vooral de WMD eenheden, te storen.
Binnen Irak vinden al beperkte militaire operaties plaats door Amerikaanse, Israeliese en Turkse speciale eenheden. Noot 50
4. Het risico dat de WMD bevelhebbers hun wapens gebruiken door van tevoren gegeven instructies op te volgen betekent dat een cruciaal element van elke aanval zal bestaan uit het onmiddellijk vernietigen van deze eenheden. Het is onwaarschijnlijk dat dit kan plaatsvinden met volledige zekerheid.
5. De vraag is of de regering Bush de (eventueel passieve) steun van de bondgenoten noodzakelijk acht (bijv. financiële steun, die in de Golf oorlog van 1991 noodzakelijk was). De toespraak van Bush suggereert dat een veto van een lid van de VR zal worden genegeerd. Er zijn nog vraagtekens over de Russische, Chinese en Franse posities. Verder zijn binnenlandse overwegingen van belang. Daarin spelen de verkiezingen een belangrijke rol, omdat een Democratische meerderheid in het Congres de herverkiezing van Bush in 2004 zal bemoeilijken. Momenteel is er een krappe Democratische meerderheid in het Senaat, terwijl ze in het House in de minderheid zijn. Omdat een aanval toch onzekerheden (bijv Amerikaanse doden en gewonden) met zich mee brengt is het wenselijk om tot na 5 november te wachten. Intussen kan de oorlogsdreiging worden gebruikt om de Democratische kandidaten te verslaan op het patriottisme thema. Indien de Palestijnse factor van belang wordt geacht (Powell vindt van wel) dan moet er daarna tijd genomen worden om een manoeuvre naar de Palestijnen te ondernemen. Voor 5 nov is onwaarschijnlijk omdat het stemmen kan kosten.
6. De weersomstandigheden voor het gebruik van grote aantallen grondtroepen en optimale luchtsteun beperken de periode waarin kan worden aangevallen. Jan-februari is optimaal (koeler, minder zandstormen) voor een grondaanval, maar het hangt af van de gekozen aanvalsstrategie. Als er een 'kleinschalige aanpak ' wordt gekozen dan is november wellicht ook mogelijk. Men kan juist ervoor kiezen om in moeilijker omstandigheden aan te vallen omdat het Iraakse leger veel minder hulpmiddelen heeft (bijv voor gevechten in het donker of slecht weer). De hitte is echter moeilijk te overkomen.
7. De gekozen strategie zal de risico's voor de Amerikaanse troepen zoveel mogelijk beperken (omdat de steun voor de oorlog in de VS om zal slaan in het tegendeel zodra er veel Amerikaanse doden vallen). Dit impliceert zo weinig mogelijk stadsgevechten of voetpatrouilles en een grote afhankelijkheid van technische hulpmiddelen en vuurkracht.
8. Mochten de bondgenoten hun oppositie staken dan is hun indirecte steun van belang: bijvoorbeeld het verzorgen van de aanvoer van Amerikaanse troepen via Europa naar Turkije, lucht en zeetransport, misschien indirecte luchtsteun, tanker vliegtuigen, marineschepen. Verder gebruik van Israeliese vliegvelden. Gesprekken over de formalisering van zulke steun werden mogelijkerwijs eind september gevoerd tijdens een informele ministerraad van de NAVO. Amerikaanse troepen die naar Irak gaan kunnen vervangen worden door bondgenootschappelijke eenheden.
9 Een alternatieve Iraakse regering is een minimale voorwaarde om aan te vallen, omdat deze zeer snel in Bagdad moet worden geïnstalleerd, na eerst al elders in Irak te zijn gevestigd. De vraag is dan of onmiddellijke deelname van de Koerden daarvoor noodzakelijk is. Een mogelijk alternatief is een Amerikaanse militaire gouverneur.

Naar boven
Naar beginpagina

Noten

  1. New York Times 30012002
    Terug naar tekst
  2. The National Security Strategy of the United States September 2002
    Terug naar tekst
  3. Nuclear PostureReview [Excerpts] Submitted to Congress on 31 December 2001 8 January 2002 Nuclear Posture Review Report, Los Angeles Times 09032002, 10032002
    Terug naar tekst
  4. Over de aard van het netwerk: Wall Street Journal 02.07.02, Jane's Intelligence Review Oct 2002, Christian Science Monitor May 23, 2002
    Terug naar tekst
  5. Voor een beschrijvende geschiedenis van guerrilla oorlogvoering zie: War in the Shadows, Robert B. Asprey, 1975, Doubleday New York
    Terug naar tekst
  6. Atlantic Monthly March 2002 Pg. 26 The Unilateralist: A conversation with Paul Wolfowitz ; New York Times Magazine September 22, 2002 The Sunshine Warrior
    Terug naar tekst
  7. Los Angeles Times 20102002, NewYork Times 22102002
    Terug naar tekst
  8. Jane's Foreign Report 21 August 2002: Is it goodbye, Saudi Arabia? America seeks alternatives to its awkward ally
    Terug naar tekst
  9. Asia Times 02102002: Oil and War
    Terug naar tekst
  10. he political economy of the planned US war against Iraq: aug 2002 - paper Peter Custers
    Terug naar tekst
  11. The National Security Strategy of the United States September 2002
    Terug naar tekst
  12. 30 september 2002 DAM 450/02
    Terug naar tekst
  13. Facts & Reports nr 14, Aanval op Irak, oktober 2002, te vinden op www.eurobomb.nl. In nr 13, p3 staan ook verwijzingen naar een deel van de recent verschenen rapporten over de Iraakse massavernietingswapens
    Terug naar tekst
  14. London Times 10.10.02: CIA undermines Bush over Iraqi chemical weapons
    Terug naar tekst
  15. Iraq's WMD programme: Comparison of Assessments, Krepps, 11102002, www.ceip.org
    Terug naar tekst
  16. Maj. Generaal Aharon Ze'evi van de militaire inlichtingenndienst, Jerusalem Post 06102002
    Terug naar tekst
  17. Facts & Reports nr 14, Aanval op Irak (2), oktober 2002, te vinden op www.eurobomb.nl . Zie ook de verwijzing aldaar naar Amerikaanse Senaatsrapporten over de Amerikaans leveranties uit 1994
    Terug naar tekst
  18. Washington Post October 13, 2002: Prospect of Iraq War Poses Uncertainties for Oil and Economy Prices Likely to Jump if Action Taken
    Terug naar tekst
  19. Washington Post 13102002
    Terug naar tekst
  20. Christian Science Monitor 21102002
    Terug naar tekst
  21. zie weer de bronnenlijst in Facts & Reports nr 13, Aanval op Irak, oktober 2002, te vinden op www.eurobomb.nl
    Terug naar tekst
  22. Wall Street Journal 07102002
    Terug naar tekst
  23. International Herald Tribune 29102002
    Terug naar tekst
  24. CNBC 21102002
    Terug naar tekst
  25. London Times 28.08.02: Egypt leads Arab revolt against US
    Terug naar tekst
  26. International Herald Tribune 23092002: Blueprint for Iraq; Miami Herald: US military weighs danger of urban combat in Baghdad; Aviation Week & Space Technology 23092002: War planning for Iraq continues on target; Aviation Week & Space Technology 05082002: Microwave weapons may be ready for Iraq
    Terug naar tekst
  27. Wall Street Journal 16102002
    Terug naar tekst
  28. Los Angeles Times 10102002
    Terug naar tekst
  29. Globe-Intel 20082002 Yvonne Ridley
    Terug naar tekst
  30. Independent 18 October 2002: US forces are 'ready for a land war against Iraq as early as December'
    Terug naar tekst
  31. The Guardian 15082002: Kurdish leader offers to help with Iraq invasion; Washington Post 30082002: Iraqi dissidents discuss plans for a provisional government; Washington Times 30082002: Iraqi exiles divided on future
    Terug naar tekst
  32. Algemeen Dagblad 05102002
    Terug naar tekst
  33. Washington Times 09102002, Washington Post 22102002
    Terug naar tekst
  34. Worldviews 2002 – comparing American and European Public Opinion on Foreign Policy. In opdracht van de Amerikaanse Atlantische lobbygroepen German Marshall Fund en de Chicago Council on Foreign Relations
    Terug naar tekst
  35. Gallup International 07092002: Global Survey results give a thumbs down to US foreign policy
    Terug naar tekst
  36. The New York Times October 26, 2002 Keeping U.S. No. 1: Is It Wise? Is It New? Judith Miller; Washington Post October 9, 2002 Pg. 31 A Doctrine Of Armed Evangelism
    Terug naar tekst
  37. Guardian 19.09.02: US thinktanks give lessons in foreign policy
    Terug naar tekst
  38. zie noot 34
    Terug naar tekst
  39. Hill Leaders back Iraq Pact Washington Post 03102002
    Terug naar tekst
  40. International Herald Tribune 12102002
    Terug naar tekst
  41. International Herald Tribune 02102002
    Terug naar tekst
  42. FOREIGN POLICY IN FOCUS April 9, 2002**U.S. Middle East Policy: "Enough is Enough" by Jim Lobe and Tom Barry
    Terug naar tekst
  43. Los Angeles Times, October 16 2002: Arabs Won't Join A War On Iraq, Official Says
    Terug naar tekst
  44. Washington Post 14 October 2002: War Games Held in Southern Jordan
    Terug naar tekst
  45. Washington Post 14.10.02: U.S. Quietly Sends Forces to Gulf
    Terug naar tekst
  46. MID-EAST REALITIES - MER - Washington - 25 October 2002:
    U.S. troops in plain clothes and cia operatives stop Qatar coup
    Terug naar tekst
  47. William Hartung in The Nation, 21102002, Jane's Defence Weekly 25092002
    Terug naar tekst
  48. Washington Post 13102002
    Terug naar tekst
  49. Znet 15102002, Phyllis Bennis: Deja Vu all over again
    Terug naar tekst
  50. London Sunday Times October 27, 2002: Israeli SAS Goes On A Scud Hunt
    Terug naar tekst

Naar boven
Naar beginpagina