Notitie over recente ontwikkelingen Irak
Karel Koster
- Om onbekende redenen heeft het Amerikaanse gezag in Irak (Coalition Provisional Authority, de CPA geleid door dhr Bremer) besloten om een escalatie met het radicale deel van de sjiieten geleid door al-Sadr aan te gaan, en wel door de krant van deze beweging eind maart te verbieden. De escalatie die daarna plaatsvond vloeide voort uit dat besluit. De formele reden voor het verbod (oproepen tot geweld tegen de CPA) lijkt absurd, omdat andere organisaties dit ook doen in hun publicaties.
- Kennelijk werd al-Sadr gezien als een politieke kracht die de Amerikaanse plannen kon dwarsbomen en dus geneutraliseerd moest worden. Een alternatieve verklaring is dat het onderdrukken van al-Sadr een voorbeeld zou zijn 'pour encourager les autres', waaronder dan vooral Ayatollah Sistani (geestelijk leider van het grootse deel van de sjiieten) moet worden verstaan. Sistani en de organisaties die hem steunen (zoals de SCIRI) zijn immers veel invloedrijker dan al-Sadr. Mogelijkerwijs ziet de CPA wel wat in het straffen van een deel van de radicale sjiieten, om de hoofdmoot te intimideren. De bedoeling kan dan zijn om de voorwaarden waaronder de zogenaamde 'soevereiniteitsoverdracht' plaatsvindt, verder in het Amerikaanse voordeel te beslechten.
- Het krantverbod leidde naar opruiende preken op 2 april jl. in die moskeeen die onder de invloedsfeer van Al Sadr vallen. Daarop volgden rellen en demonstraties tegen de CPA, gevolgd door de arrestatie van een naaste medewerker van al-Sadr, Mustafa Yaqubi.
- Deze laatste stap maakte een terugweg naar de relatieve status-quo onmogelijk. Accepteren van het bladverbod en arrestatie van de medewerker zouden het einde van Al Sadr's politieke invloed betekenen. Dus koos hij voor escalatie. Deze bestond uit het overnemen van een aantal politiebureaus in een aantal steden, gevolgd door de inname van het gouverneurs gebouw in Basra op maandagochtend, 5 april. Hierdoor werden reacties uitgelokt. In de Spaanse en Amerikaanse gebieden deels gewelddadig, met doden en gewonden als gevolg van schietincidenten. In Basra kozen de Britten voor een relatief geweldloze reactie.
- Van groot belang was het feit dat de Spaanse commandant niets wist van de Amerikaanse arrestatie van de medewerker van al-Sadr. Dit kan duiden op:
a. wantrouwen bij de CPA aangaande de Spaanse militaire leiding voor zover het gaat om geheimhouding
b. Incompetent VS beleid, omdat de reactie voorspelbaar was en niet alleen en zaak van de Amerikanen
c. Opzet, omdat de CPA deze gewelddadige reactie juist wilden vanwege 2 (hierboven). - Ayatollah Sistani heeft op zondag een oproep uit doen gaan voor rust: dus geen directe afwijzing van de protesten, ook geen steun. Afwijzing is er wel vanuit de Interim raad, die wel weer relativerende verhalen laat horen.
- De CPA escaleerde verder op maandag door een arrestatiebevel uit te vaardigen tegen al- Sadr, op grond van zijn betrokkenheid bij de moord op ayatollah Al'Khoi vorig jaar. Dit bevel was echter maanden geleden opgesteld. Mogelijkerwijs veronderstelt men daarmee het verzet te breken: in dat geval gaat men kennelijk uit van een broze leiderschapstruktuur die simpel af te breken is, waarna de beweging in elkaar stort. De journalist Karskens, net terug uit Irak en geïnterviewd op de Belgische televisie maandagavond, is die mening ook toegedaan. Er is echter een risico dat de opstand van de al-Sadr aanhang zich uitbreidt onder de massa van de Sjiieten vanwege de bekende reeks problemen: werkloosheid 50%, slechte gezondheidszorg, onveilige situatie, oppositie tegen de bezettingsmacht op eenvoudige nationalistische gronden (dit is door het Amerikaanse gedrag verergert). De aanhang van al-Sadr is vooral uit de armere lagen van de bevoking afkomstig. Er is een duidelijke parallel met de strategie van Hezbollah in Libnon, die ook sociaal verankert is onder de armen.
- Cruciaal is de mate van steun onder de niet-al-Sadr aanhangers dwz de reactie van de aanhang van SCIRI en andere organisaties, (die ayatollah Sistani als hun leider zien), op de oproepen van al-Sadr om in verzet te komen. De directe aanhang van al-Sadr en zijn militie is veel te klein om beslissende invloed te hebben.
- De komende dagen zal snel duidelijk worden of al-Sadr een substantieel deel van de sji'itische gemeenschap vertegenwoordigt. Onderhandelingen lijken nu bijzonder moeilijk, vanwege het arrestatiebevel.
VS doeleinden
Bedoeling van de VS is om semi-permanente aanwezigheid te bestendigen via het zogenaamde 'machtoverdracht proces' dat de facto geen macht overdraagt omdat:
- Geen terugtrekking troepen, hoogstens relocatie in een aantal bases binnen Irak.
- Handhaving van militaire bevelsstructuur (ook van het Iraakse leger) onder VS leiding, minstens tot verkiezingen
- Handhaven van gunstige voorwaarden voor investeringen van Amerikaanse bedrijven, vastgelegd door 'gouverneur' Bremer in decreten over privatisering
- Organiseren van een interim regering die onder grote VS invloed staat en gesteund wordt door een veiligheidsapparaat dat onder Amerikaanse invloed staat (bijv een binnenlandse inlichtingendienst opgezet met CIA steun)
- Neutraliseren van andere buitenlandse invloeden, dan wel compromissen zoals bijv met Japan, waarvoor olie uit de regio van cruciaal belang is
- Ogenschijnlijke rol van VN toestaan, omwille van legitimatie. Daarvoor dus ook een VN resolutie die bovenstaande doeleinden niet dwarszit.
- De grote invloed van de sji'itsiche religieuze leiders die beslissende invloed eisen op de toekomstige Iraakse staat
- De invloed op deze leiders vanuit Iran, dat een deel van haar eigen regionale politieke doelen nastreeft
- Invloed vanuit de andere buurlanden: Saoedie Arabie als bron van Wahabities verzet, Turkije als negatieve factor voor elke Koerdische machtsvorming binnen Irak, Syrië als toegangsweg voor jihadi's die de oorlog met de VS legers willen voeren.
President Bush heeft nu een Iraaks probleem dat verbonden wordt aan zijn presidentschap. (historische parallel Johnson en Vietnam in 1968). Als dat zo blijft de komende maanden komt het presidentschap in gevaar omdat de
'swing voters' een connectie gaan leggen tussen werkloosheid en economische binnenlandse problemen en het buitenlandse beleid. De stijgende olieprijs speelt daarin en cruciale rol. Er is dus een bijzonder groot Amerikaans
belang in het creëren van een ogenschijnlijk stabiele situatie.
Mogelijkerwijs is dan een echte concessie toch noodzakelijk. Het probleem is dat de geopolitieke doelen (militaire aanwezigheid op de olievelden) overeind blijven staan en misschien op gespannen voet komen met de kansen
op herverkiezing van Bush als de situatie verder verslechtert. Een mogelijke optie voor de Republikeinse partij is om Bush op de partijconventie in de zomer te vervangen met een kritisch alternatief, zoals McCain.
De meest reële kans op een compromis in Irak ligt in de 'gematigde' religieuze leiding van ayatollah Sistani en de Iraanse regering. Het lijkt er dus op dat er een overeenkomst met die krachten noodzakelijk wordt. Gezien de kracht van de Koerdische en Soennitische positie binnen Irak komt dan een splitsing van Irak in zicht (of wellicht een bijzonder zwakke federale staat, vergelijkbaar met die van Karzai in Afghanistan).
Het enige denkbare alternatief lijkt de ontwikkeling van een nieuwe seculiere beweging binnen Irak te zijn, waar her en der tekenen van zijn. Maar of deze het gezag zullen krijgen om een Iraakse regering te leiden valt te betwijfelen. Een belangrijke vraag is of ze een compromis met de VS aanwezigheid zullen maken (of dat juist de sjiieten en Iran bereid zijn tot zo een compromis).
Argumenten in het westerse/Nederlandse debat
De goalpalen van het debat worden momenteel neergezet door opiniemakers die de volgende redenering hanteren:
- Het loopt uit de hand in Irak door VS fouten
- Het loopt nog meer uit de hand als de VS en haar bondgenoten Irak verlaten
- Dus moeten ze blijven door bepaalde afspraken te maken.
Het debat in de media (in Nederland en elders) wordt dus vooral gevoerd rondom de kwestie van de voorwaarden waaronder gebleven wordt. Dit spitst zich toe op een VN resolutie die het verblijf moet rechtvaardigen en een machtoverdracht moet begeleiden. Een bepaalde rol voor de VN is hierin weggelegd, maar het is onduidelijk welke. Tegelijk wordt gezegd dat de VS hiermee akkoord zullen moeten gaan omdat ze het anders zo moeilijk krijgen. In dit debat worden de volgende zaken uitgesloten en dus niet besproken:
- Het verblijf van de bezettingsmacht zelf is het probleem van de onlusten en confrontaties
- De zogenaamde machtsoverdracht zoals gepland door de VS is geen machtsoverdracht maar eerder een symbolies gebaar voor het thuisfront, vooral met het oog op de VS verkiezingen
- Vergaande veranderingen in de economische structuur die de vrije toegang van buitenlands kapitaal moeten garanderen en dus ook de bescherming voor de levensomstandigheden van de Iraakse bevolking afbreken
- Vergaande verrijking van een aantal buitenlandse ondernemingen die bijzonder hoge prijzen rekenen voor de diensten die ze verlenen. In die rekeningen zit ook een enorm percentage aan beveiligingskosten: dat wil zeggen het bewaken van de werkzaamheden door huurlingen
- Een groot aantal huurlingen worden ingezet om de Amerikaanse troepen terug te kunnen trekken uit het gevaarlijke werk. Dit bewerkstelligt dat het aantal VS doden en gewonden voor het thuisfront laag blijft (omdat dode huurlingen niet meetellen). Een verdere belangrijke factor is het gebruik van troepen afkomstig uit de armste lagen van de VS bevolking, die dus niet stemmen. Dat betekent geen politieke gevolgen in november door de afkeer van het beleid van de regering Bush.
- De impliciete stelling dat de Nederlanders geen bezettingsmacht zijn, omdat ze onder een VN resolutie vallen. Dit veronderstelt dat de Iraakse bevolking een onderscheid trekt tussen de Nederlanders en de Amerikanen. Gezien de gebeurtenissen van de laatste dagen (Spaanse en Italiaanse troepen ook betrokken) lijkt dit een illusie.
Karel Koster
Naar boven
Naar beginpagina