16 januari 2008

De familie Bhutto en de Pakistaanse politiek

Dr. Ahmad

Zulfikar Ali Bhutto en Afghanistan

De familie Bhutto begon in de loop van de jaren zestig en zeventig een politieke rol te spelen in Pakistan. Zulfikar Ali Bhutto was de oprichter van de Pakistan People’s Party (PPP). In 1963 werd hij minister van buitenlandse zaken van Pakistan.
In hetzelfde jaar reisde hij naar Iran om met een delegatie uit Afghanistan te praten over de slechte relatie tussen Afghanistan en Pakistan.
Het probleem tussen de beide landen gaat over de Durandlijn, de grens die op het eind van de 19e eeuw door de Britten werd getrokken, en over twee bevolkingsgroepen, de Pashtun en Baluchi, die aan beide kanten van de grens wonen. In Afghanistan zelf was er niet zo veel bekend over de Durandlijn. De Afghaanse regering wilde eigenlijk dat de Pashtun en de Baluchi onafhankelijk zouden worden van Pakistan. De latere premier Bhutto accepteerde dat niet, hij vond dat de gebieden ten oosten van de Durandlijn bezit van Pakistan waren.
Daoud, de president van Afghanistan, vond zelf dat die twee gebieden eigenlijk gewoon bij Afghanistan hoorden.

In 1975 begon er een tijd van de koude oorlog tussen Afghanistan en Pakistan. In datzelfde jaar begon een islamitische beweging vanuit Pakistan zich te roepen tegen president Daoud. Daoud had al overleg gevoerd over de Durandlijn met de bevolkingsgroepen van de Pashtun en de Baluchi. Ze waren ermee akkoord gegaan om toch niet onafhankelijk te zijn en wilden ook niet bij Pakistan horen.
In januari/februari 1975 bereidde een groep van 40 man van de islamitische extremisten gestuurd en begeleid door de Pakistaanse regering zich voor om tegen de regering van Daoud in opstand te komen.
De Pakistaanse generaal Nasrolah Babor speelde daarbij een belangrijke rol. Hij steunde de extremisten tegen Afghanistan. Bij deze groepering hoorde ook Gulbuddin Hekmatyar, een Afghaanse islamitische extremist die met zijn groepering had opgeroepen tot een jihad tegen president Daoud.
President Daoud had in januari 1976 in Kaboel een gesprek met premier Bhutto over de verslechterde situatie. Ze gingen beide akkoord met bepaalde voorwaarden, waarmee de relatie tussen beiden landen werd geneutraliseerd.

In 1976 uitnodigde president Daoud premier Zulfikar Bhutto officieel uit om te praten over het Durandlijn om een oplossing voor het probleem te vinden.
Er was al eerder in 1955 een conferentie in Bandoeng gehouden over de Durandlijn. Tijdens deze conferentie moest Afghanistan zich verplichten tot de volgende vier punten ten aanzien van de Durandlijn.

  1. Elkaars grondgebied niet betreden.
  2. Respect voor je buurlanden tonen.
  3. Alle problemen die zich voordoen over de Durandlijn moeten opgelost worden door de bevolking zelf.
  4. Pashtun en Baluchi hebben zelf de keus om een eigen staat op te richten.
In 1979 werd premier Bhutto door zijn president, generaal Zia ul-Haq verdacht van verkiezingsfraude in de provincie Rawalpindi. Later liet Zia ul-Haq hem executeren.
Op 27 april 1978 brak in Afghanistan een revolutie uit onder leiding van de People’s Democratic Party of Afghanistan (PDPA – de communistische partij) tegen over president Daoud. In datzelfde jaar werd ook hij vermoord.

Benazir Bhutto en de Afghaanse Mujaheddin

Benazir Bhutto is de dochter van de voormalige Pakistaanse premier Zulfikar Ali Bhutto. Ze is geboren in 1953 en was populair in de provincie Sind en de stad Karachi door haar politieke achtergrond.
Haar moeder is Nasrat Bhutto, afkomstig uit Isfahan in Iran. Benazir Bhutto heeft in haar jonge jaren in Karachi op de middelbare school gezeten en is in 1969 naar de Verenigde Staten gegaan om te studeren. Toen ze daarmee klaar was ging ze naar Engeland om aan de universiteit van Oxford filosofie, economie en politicologie te studeren.
In juni 1977 ging ze terug naar Pakistan en trouwde in datzelfde jaar met de rijke zakenman Asif Khan Zardari. Ze kregen drie kinderen, twee dochters en een zoon. Ze had twee broers, Murtaza Bhutto en Shahnawaz Bhutto.
Nadat haar vader door generaal Zia ul-Haq was vermoord vluchtten die naar Afghanistan.
Daarmee had de People's Party geen leider meer in Pakistan en bouwde eigenhandig een nieuwe organisatie op die ageerde tegen de regering van Zia ul-Haq.
Deze organisatie kreeg steun van de Afghaanse regering die op dat moment door Taraki en Afizullah Amin van de PDPA werd bestuurd. Benazir Bhutto werd door generaal Zia ul-Haq gearresteerd en kreeg vijf jaar gevangenisstraf.

Benazir Bhutto kwam vrij en werd in december 1988 premier van Pakistan. In 1989 reisde ze naar Saoedi-Arabië en gaf na terugkeer een interview waarin zei dat ze de Mujaheddin in Afghanistan wilde steunen. Daarmee verschafte ze duidelijkheid over haar strategie ten aanzien van Afghanistan.
Zo kregen de Mujaheddin nieuwe mogelijkheden voor het verwijderen van de communisten uit het land. Op 20 oktober 1993 werd Benazir voor de tweede keer premier. De leider van de Mujaheddin in Afghanistan was op dat moment Burhanuddin Rabani. In de hoofdstad was inmiddels een oorlog begonnen tussen Gulbuddin Hekmatyar en generaal Masoed, afkomstig uit de Pansjir-vallei. Zo verspreidde de oorlog tussen de Mujaheddin onderling zich langzamerhand over alle steden in Afghanistan.
Benazir wilde via Afghanistan ook de buurlanden beïnvloeden zoals Turkmenistan, Tadzjikistan en Oezbekistan.

In 1994 gaf Benazir Bhutto opdracht aan twee generaals, Nasrolah Babor, minister van binnenlandse zaken, en generaal Hamid Jul van de geheime dienst om de organisatie van de Taliban in Afghanistan op te richten.
Het idee voor de beweging van de Taliban had Benazir bij de Engelsen opgepikt, de financiering liep via Saoedi-Arabië en de beweging werd door de Amerikanen en de fundamentalistische partijen in Pakistan gesteund. Ook de groep al-Qaida werd door de inlichtingendienst van Benazir gesteund, beide organisaties zijn opgericht volgens de ideeën van Benazir.
In 1996 viel de regering van Benazir uit elkaar door toedoen van president Farukh Lakhari en Asief Zardari, de echtgenoot van Benazir, werd verdacht van corruptie.
In 1999 verliet Benazir Pakistan en vluchtte naar Engeland en later naar Doebai waar ze bleef tot oktober 2007. Na de 11 september aanslagen nam president Bush contact op met Benazir over de Taliban en al-Qaida. Later reisde ze naar de VS om te praten met de minister van buitenlandse zaken en president Bush.
De Amerikanen en Europeanen willen een nieuwe alternatieve regering in Pakistan. Bovendien denkt president Bush dat de situatie rond Afghanistan en Pakistan nog verder gaat verslechteren dan afgelopen zes jaar. Drugshandel vormt nog steeds een groot probleem voor deze landen.

De maatregelen van de internationale gemeenschap en de Afghaanse overheid tegen de papaverteelt en drugshandel zijn mislukt. Al-Qaida en de Taliban worden sterker. In 2007 werden door zelfmoordaanslagen meer dan 8000 onschuldige mensen vermoord.

De invloed van de moord op Benazir Bhutto en de crisis in Afghanistan

Benazir Bhutto kwam na 8 jaar weer terug in haar land en wilde op 8 januari de verkiezingen winnen en opnieuw premier worden van Pakistan. Op 27 december 2007 kwam ze in de provincie Rawalpindi om het leven door een aanslag. De moord op Benazir was slecht nieuws voor de VS en de EU, want ze wilden via Benazir in de nieuwe regering een nieuw project in Pakistan opstarten om de Taliban en al-Qaida te bestrijden.
Ik denk zelf dat Benazir door al-Qaida is vermoord omdat ze met de VS mee zou gaan werken. Ik denk dat de People's Party in Pakistan hetzelfde willen als de VS, namelijk het bestrijden van al-Qaida en het terrorisme. Daarmee willen ze een burgeroorlog voorkomen in hun eigen land.

Stel dat de moord door de president Musharraf en de inlichtingendienst was gepland, dat zou dan slecht nieuws zijn voor de buurlanden van Pakistan. Zo zou wantrouwen ontstaan in Pakistan en een grote chaos in Afghanistan en de westerse landen.
Ik denk dat in 2002-2004 de Taliban en het al-Qaida netwerk alleen steun had in de provincies Waziristan en Baluchistan en rond de Durandlijn van de kant van de Pashtun. In 2006-2007 hebben de Taliban en al-Qaida hebben zich snel verspreid naar andere steden in Pakistan en zijn daarmee nu groter en sterker geworden.
Ik denk dat alle fundamentalistische en extremistische groeperingen zoals al-Qaida en de Taliban een band hebben met president Musharraf en zijn geheime diensten.
Ze worden door Musharraf gesteund.
De VS en de VN worden door hem voor de gek gehouden. Met de gelden die de VS en de VN aan Pakistan geven financiert Musharraf al-Qaida en andere extremistische bewegingen. Als de moord van Benazir Bhutto door de inlichtingendienst samen met al-Qaida is gearrangeerd, denk ik dat deze gevaarlijke ontwikkelingen allereerst uitwerking hebben op Afghanistan.

Al-Qaida en de Taliban hebben via Pakistan en Afghanistan andere extremistische groeperen in Tadzjikistan,Turkmenistan, China, Oezbekistan, de Balkan, Rusland, en Arabische landen gesteund.

De strategie van de Amerikaanse regering en de NAVO-landen tegen het terrorisme is versnipperd, het leiderschap van de Amerikanen is zwak en reactief, hun aandacht gaat vooral uit naar de eigen geopolitieke belangen in deze regio.
En de situatie in Pakistan verslechtert.

Conclusie:

Commentaar: Dr. Ahmad


Naar boven
Naar beginpagina