Discussie over trainingsmissie is politiek naïef
door Jan Schaake en Kees Kalkman
"We kunnen de Afghanen niet in de steek laten." Vanuit dit idee vergadert de Tweede Kamer nog één keer over mogelijkheden om toch nog enigszins in Afghanistan te blijven. Vlak voor het zomerreces waarin de afbouw, de redeployment, van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan zal beginnen, zal gesproken worden over civiel-militaire inzet en over de door GroenLinks en D66 geopperde mogelijkheden om extra politietrainers uit te zenden. Zo blijven we misschien toch nog een beetje betrokken in Afghanistan. Kunnen we toch nog een beetje bijdrage aan de veiligheid.
Deze last-minute inzet van de Tweede Kamer staat op gespannen voet met het feit dat het vorige kabinet viel omdat men het niet eens kon worden over een mogelijke verlenging van de Nederlandse militaire aanwezigheid in Uruzgan maar bovenal met de totale afwezigheid van het thema ‘Afghanistan’, ‘oorlog en vrede’ of zelfs ‘buitenlands beleid’ in de afgelopen verkiezingscampagne. De kwestie ‘Uruzgan’ speelde een rol bij de gemeenteraadsverkiezingen, maar bij de Tweede Kamerverkiezingen maakte geen enkele partij hier een item van.
En nu wreekt zich het feit dat de redenen om in Uruzgan te blijven of daar weg te gaan nooit onderwerp zijn geweest van een inhoudelijke publieke discussie in de Tweede Kamer. Dat er geen politieke afweging heeft plaatsgevonden over onze provinciale bijdrage in de context van de stabilisering van Afghanistan en de bredere regio. We vertrekken uit Uruzgan omdat dat was afgesproken, niet omdat we vastgesteld hebben dat de situatie zodanig verbeterd is dat dat nu kan of juist zodanig is verslechterd dat we nu maar beter kunnen vertrekken voordat er echt ongelukken gebeuren.
Door het gebrek aan politieke discussie in Nederland lijkt de discussie over Afghanistan die de afgelopen maanden, weken en dagen in de rest van de wereld wel heeft plaatsgevonden hier nog maar nauwelijks doorgedrongen. De belangrijkste bondgenoten van de Amerikanen in Afghanistan, Groot-Brittannië, Polen en Canada hebben alledrie aangekondigd binnen één tot vijf jaar echt uit Afghanistan te zijn vertrokken, het is heel sterk de vraag hoe lang Duitsland nog blijft en Obama zinspeelt al langer op een geleidelijke terugtrekking vanaf 2011. En dat is niet omdat het land zolangzamerhand veilig genoeg is of dat binnen afzienbare tijd zal worden.
Het vertrek van generaal McChrystal vorige week kan niet losgezien worden van een ernstige onenigheid zo niet een volledige impasse over de te volgen strategie en het te verwachten succes daarvan. Een generaal die zijn superieuren verwijten begint te maken gelooft er niet meer in en voelt zich door de politiek in de steek gelaten. En in The New York Times van 23 juni jl. laat de hoogleraar internationale betrekkingen Bacevich optekenen dat een strategie om de oorlog te winnen door er steeds meer militairen naar toe te sturen gedoemd is te mislukken. Op een gegeven moment leidt een situatie van meer, meer en meer militairen ertoe dat de boel eronder bezwijkt.
Er is geen militaire strategie om de oorlog in Afghanistan te winnen, zo betogen steeds meer militair deskundigen. Een oplossing moet gezocht worden op het politiek-diplomatieke niveau; zonder politieke oplossing is elke veiligheidsoplossing zinloos. En de overdracht van hun taken op Afghaanse veiligheidstroepen is slechts symbolisch om de onafwendbare aftocht van Westerse troepen te camoufleren. Maar in plaats van symboolpolitiek die toch niet werkt zou het Westen juist voor een politieke lijn kunnen kiezen en het land kunnen verlaten onder verwijzing naar een intern en regionaal Afghaans politiek proces om het land in de bredere regio te stabiliseren, zo schreef de coördinator van het VN-al-Qaïda/Taliban monitoring team Richard Barnett in de Financial Times van 20 juni jl.
Als we de Afghanen niet in de steek willen laten, laten we dit soort waarschuwingen dan vooral serieus nemen en bijvoorbeeld vooral inzetten op ontwikkelingsprojecten die al decennialang aantonen wèl effectief te zijn en door de verbetering van de positie van de bevolking de ontwikkeling en stabiliteit van het land bevorderen. En vooral geen trainingsmissie optuigen die gedoemd is te mislukken en die straks, als andere landen zich massaal uit Afghanistan terugtrekken, enkel zelf een veiligheidsrisico vormt. Met dat soort symboolpolitiek is niemand geholpen.
Jan Schaake en Kees Kalkman zijn oud-partijbestuurders van GroenLinks en vanuit Kerk en Vrede respectievelijk VD AMOK betrokken geweest bij de campagne tegen de oorlog tegen Afghanistan in 2001 en bij het comité Troepen Terug uit Afghanistan dat zich de afgelopen jaren tegen de Nederlandse missie in Uruzgan verzette.
(ingediend bij de Volkskrant en niet geplaatst)
Naar boven
Naar beginpagina