Belgische wapenhandel met Israël glipt door mazen van het net
Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be
door Vredesactie vzw
Begin 2009 spraken de verschillende Belgische gewesten af om geen wapenexport met als eindgebruiker het Israëlische leger toe te staan. Helaas moeten we constateren dat het in alle gewesten met de toepassing van deze afspraak stevig mank loopt. Een rinkelende kassa blijkt nog steeds belangrijker dan de naleving van het internationaal humanitair recht.
Wij, vertegenwoordigers van enkele vredesorganisaties, roepen dan ook de gewestparlementen in dit land op om bij de geplande herziening van de wapenhandelwetgeving de gaten te dichten. En ondertussen alvast de gewestelijke regeringen op de vingers te tikken voor de lakse toepassing van de huidige wetgeving.
Israël schendt het internationaal humanitair recht met zijn nederzettingenpolitiek en neemt bij militair optreden een loopje met de verplichting om onderscheid te maken tussen militaire doelen en burgers.
Reden genoeg om de uitvoer van wapens naar dat land te weigeren. De wapenhandelwetgeving verplicht ook om uitvoervergunningen te weigeren als de uitvoer bijdraagt tot een schending van de mensenrechten of tot een risico dat het ontvangende land het bedoelde materieel voor agressie jegens een ander land gebruikt of er kracht mee wil bijzetten bij territoriale aanspraken.
De afspraak uit 2009 naar aanleiding van de Gaza-oorlog (jan. 2009) was dan ook een loutere toepassing van deze wetgeving. Helaas blijken de mazen groter dan het net en gaat de uitvoer van militaire technologie naar Israël ongestoord door.
Brusselse vliegtuigonderdelen voor Israëlische gevechtsvliegtuigen
Vorig jaar nog verleende het Brussels Hoofdstedelijk gewest een vergunning aan SABCA voor de uitvoer van F-16-onderdelen naar Israël. Minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD), vervoegd voor Externe Betrekkingen, geeft als reden op dat de eindgebruiker Lockheed Martin in de VS is.
Lockheed Martin is de producent van F-16's en doet de assemblage van deze vliegtuigen. Maar het is duidelijk niet de eindgebruiker. F-16's zijn een beetje te duur om er een stock van aan te leggen en worden gemaakt op bestelling.
De Brusselse overheid kan dus doorvragen naar de echte eindgebruiker, met name het land dat deze vliegtuigen besteld heeft. Maar de Brusselse gewestregering blijft liever in het ongewisse, om zo haar verantwoordelijkheid niet te moeten nemen.
In dit geval is er een grote kans dat de eindgebruiker het Israëlische leger is, maar door het ostentatief 'niet weten', kan de wapenhandelwetgeving omzeild worden. Een trucje dat trouwens in alle gewesten toegepast wordt.
De industrie blijkt in de meeste gevallen als eindgebruiker opgegeven te worden. Een effectieve wapenhandelwetgeving vereist een strikte controle van de eindgebruiker, anders dient ze louter als window dressing.
Vlaamse technologie traint Israëlische soldaten
In Vlaanderen is beeldschermenproducent Barco de grote pleitbezorger om de zogenaamde 'catch all-clausule' uit de wapenhandelwetgeving te halen. Deze clausule maakt dat voor goederen, die niet op de vastgelegde lijst van militair materieel staan, maar wel een militaire eindgebruiker als bestemming hebben, ook een uitvoervergunning moet worden gevraagd.
Barco doet zich voor als een civiel bedrijf dat toevallig af en toe een militaire klant heeft. De realiteit is dat het producten ontwikkelt specifiek voor de militaire markt, en wat ons betreft onder de wapenhandelwetgeving moet blijven vallen.
Zo lezen we in het gespecialiseerde tijdschrift Aviation Week & Space Technology dat Barco samen met het Israëlische bedrijf Elbit een gesofisticeerde trainingsinstallatie voor F-16-piloten bouwt in opdracht van het Israëlische leger. Tot acht F-16-piloten kunnen in deze simulator bombardementsvluchten in vluchtformatie oefenen.
Barco heeft in België reeds een prototype gebouwd. Voor de uitvoer van dit hightech materieel kan Barco in de huidige omstandigheden nooit een vergunning krijgen. Hoopt Barco om de catch all-clausule uit de exportwetgeving te krijgen, om daarna ongestoord dit materieel uit te kunnen voeren? Of gaat het de Vlaamse reglementering omzeilen door elders in licentie te produceren?
Dit geval toont aan dat, als Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid op vlak van conflictpreventie ernstig wil nemen, de catch all-clausule wel degelijk reden van bestaan heeft.
En het geeft ook aan dat het toepassingsgebied van de wapenhandelwetgeving ruim genoeg moet zijn. Ook uitvoer van intellectueel eigendom en diensten met militaire finaliteit moeten aan een vergunningsplicht onderhevig zijn. Anders zijn er te veel achterpoortjes.
Bevoorrading Israëlisch leger via Bierset
Ten slotte kunnen we met een voorbeeld uit het Waalse gewest een ander gebrek van de huidige wapenhandelwetgeving aankaarten. De Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al passeert dagelijks op de luchthaven van Bierset (Luik) en vervoert regelmatig grote ladingen militair materieel voor het Israëlische leger.
Toen Israël eind 2008, begin 2009 Gaza bombardeerde, passeerde via Bierset de aanvullingen van de munitiestock. Opnieuw wil de overheid het niet geweten hebben. In dit geval het Waalse gewest, maar de regelgeving is gelijk in de andere gewesten.
Doorvoer is enkel aan een vergunning onderhevig als de lading van vervoersmiddel verandert, zoniet is er geen controle. Het resultaat is dat België een belangrijke draaischijf is voor de wapenhandel met Israël.
Nochtans kunnen de Belgische overheden dit wel degelijk controleren. Tot midden 2008 vloog El Al via Schiphol, maar daar vroeg de Nederlandse overheid wel inzage in haar militaire ladingen. Omdat in België geen vragen gesteld worden, verhuisde El Al naar Bierset.
De Waalse gewestregering kan ook deze doorvoer aan controle en vergunningen onderhevig maken, maar weet liever van niets. Opnieuw een voorbeeld van hoe een overheid haar verantwoordelijkheid voor conflictpreventie ontloopt.
Het optreden van het Israëlische leger in de Bezette Gebieden zorgt regelmatig voor verontwaardigde reacties bij onze politici. Wij vragen om het niet bij krokodillentranen te laten, maar om deze houding consequent door te trekken naar de toepassing van de wapenhandelwetgeving.
De export van militair materieel naar Israël, waarmee de Israëlische overheid schendingen van het internationaal humanitair recht ondersteunt, moet stoppen.
Nu in alle gewesten de herziening van de wapenhandelwetgeving op de agenda staat, kunnen de parlementsleden hun verantwoordelijkheid nemen door deze wetgeving effectiever te maken en alle achterpoortjes te dichten.
Hans Lammerant, Vredesactie vzw
Benoit Calvi, Action pour la paix
Thierry Delannoy, MIR-IRG
Bron: DeWereldMorgen.be
Naar boven
Naar beginpagina