NAVO 3.0: van het westelijk front geen nieuws
door Hans Lammerant, Vredesactie vzw
Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be
In Lissabon keurden zaterdag de regeringsleiders het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO goed. Daarmee stippelen ze de rol van de NAVO voor de komende 10 jaar uit. NAVO 3.0 in de woorden van secretaris-generaal Rasmussen.
De toekomstvisie van de NAVO komt neer op het voortzetten van oude recepten zoals militaire interventie en kernwapens. Ze vult die aan met nieuwe ingrediënten zoals rakettenverdediging en kiest voor een globale rol. Of de wereld er veiliger op zal worden met de NAVO 3.0? Dat valt te betwijfelen.
In haar Strategisch Concept schuift de NAVO drie hoofdtaken naar voren: collectieve verdediging, crisismanagement (zeg maar militaire interventie) en veiligheid door samenwerking.
Collectieve verdediging
Voor de collectieve verdediging blijven kernwapens belangrijk. De NAVO stelt dat zolang er kernwapens bestaan, zij een nucleaire alliantie blijft en dat de strategische kernwapens van de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk de ultieme garantie vormen voor haar veiligheid.
Opvallend is ook dat de rol van deze kernwapens dezelfde blijft. Dat wil zeggen dat de NAVO, hoewel ze stelt dat de omstandigheden om kernwapens te gebruiken ver weg zijn, wel de mogelijkheid blijft voorzien om kernwapens in te zetten als reactie op een conventionele aanval of tegen staten die geen kernwapens bezitten.
De VS had in haar Nuclear Posture Review een garantie gegeven aan niet-kernwapenstaten die het Non-Proliferatieverdrag ondertekenden en hun verplichtingen naleefden, dat tegen hen nooit kernwapens ingezet zouden worden. Frankrijk weigert zo'n garantie te geven en dus is het niet in het Strategisch Concept van de NAVO terug te vinden. Alle lippendienst aan nucleaire ontwapening ten spijt kon de NAVO zelfs deze politiek belangrijke stap niet maken.
Tactische kernwapens blijven in Europa
Over de Amerikaanse tactische kernwapens in Europa bestond meer discussie. Zij worden niet meer expliciet genoemd. In het vorige Strategisch Concept uit 1999 werden ze nog een essentiële transatlantische link genoemd. Het verdwijnen van deze nadruk is zowat het meest positieve dat er te melden valt. Dat de wapens voorlopig in Europa blijven is een feit. De NAVO stelt dat ze de grootst mogelijke participatie verzekert van bondgenoten in onder meer het stationeren van kernwapens in vredestijd.
De verdere stationering is hiermee goedgekeurd, ook door de Belgische regering. Meer zelfs, er is ook vastgelegd dat elke verdere reductie moet worden afgewogen aan het Russische kernwapenarsenaal. Dit ondanks de verklaringen dat Rusland geen vijand meer is en dat de NAVO geen enkel land als tegenstander beschouwt.
De vraag aan Rusland wordt in het Strategisch Concept expliciet gesteld: meer transparantie over haar kernwapens in Europa en een herlokalisering van deze kernwapens verder van het grondgebied van de NAVO-landen. De Russische besluitvorming over kernwapens is minstens even oudbakken en doordesemd met Koude Oorlog-denken, maar er is geen enkele reden om dit als excuus te aanvaarden voor een gelijkaardige politiek.
Door de voorwaarden voor het weghalen van dit onzinnig arsenaal in het Strategisch Concept te laten vastleggen, hebben de landen die om hun terugtrekking vroegen hun kaarten grotendeels uit handen gegeven. Als zoethouder kregen ze een expliciete verwijzing naar nucleaire ontwapening en naar de doelstelling van een kernwapenvrije wereld in het Strategisch Concept. Premier Leterme zwaaide er al mee maar het blijft een miezerig resultaat.
Maar dat was misschien ook wel de doelstelling van de christendemocratische diplomatie, die in praktijk vooral het belang van de NAVO-bureaucratie bij het status quo verdedigde. Om dit zogenaamde engagement voor wapenbeheersing en nucleaire ontwapening vorm te geven wordt een adviescomité opgericht. Dit is de klassieke bureaucratische begrafenisprocedure, die de NAVO ook gebruikte om de nucleaire discussies na haar Strategisch Concept van 1999 af te leiden.
Plan B
Toch is de discussie over de tactische kernwapens hiermee nog niet afgelopen, al is het kader wel grotendeels vastgelegd. In de slotverklaring wordt een herziening van de afschrikkingsstrategie gepland. Sinds de top van Tallinn in april werd een NAVO Nuclear Posture Review als plan B genoemd voor als er te veel onenigheid over de nucleaire strategie bestond. Dit wordt nu in de praktijk gebracht maar uitgebreid qua thema.
In het herzieningsproces wordt het geheel aan strategische afschrikking bekeken, inclusief de rakettenverdediging en kernwapens. Wel wordt expliciet gezegd dat deze herziening enkel betrekking heeft op de aan de NAVO toegewezen kernwapens. Dit om Frankrijk gerust te stellen dat het geen vraag voor nucleaire ontwapening zal krijgen. Dit herzieningsproces biedt dus nog de ruimte om de stationering van de tactische kernwapens in vraag te stellen, maar dan wel louter op militair-strategische gronden.
Het meest in het nieuws komt de rakettenverdediging. De NAVO neemt die expliciet op als onderdeel van haar collectieve verdediging. Veel wordt er in het Strategisch Concept verder niet over gezegd, wat vooral een gevolg is van de discussies erover. Zo wou Turkije niet dat Iran geviseerd werd als gevaar, om de relaties met zijn buurland niet te verstoren.
De geplande Amerikaanse rakettenverdedigings-installaties worden begroet als een welgekomen nationale bijdrage. De VS wil stapsgewijs raketinstallaties plaatsen op zee in Turkije en vervolgens op het land in Roemenië of Bulgarije en Polen. Het is dus aan de Amerikanen om de kost hiervan te dragen, maar zo zijn zij ook de enigen die er iets over te zeggen hebben.
Over de praktische uitvoering is verder niets bepaald en het is dan ook aan de VS om Turkije te overtuigen om installaties op haar grondgebied toe te laten. Eerder had Turkije gesteld dat het enkel NAVO-installaties wilde en geen Amerikaanse, en dat het het commando erover in Turkse handen of met Turkse participatie moest zijn. Deze discussie is nu herleid tot een bilaterale afspraak tussen de VS en Turkije.
Wat de NAVO in zijn geheel gaat doen, is de verschillende reeds bestaande rakettenverdedigingssystemen aan elkaar koppelen door middel van data-uitwisseling en een gezamelijk commandocentrum. De doelstelling van de bestaande systemen - de troepen beschermen - wordt uitgebreid tot de bescherming van de hele bevolking. Buiten de koppeling van systemen is nog niet beslist over andere investeringen, maar deze uitgebreidere doelstelling biedt ruimte voor een gestage stroom van bestellingen voor de defensie-industrie in de toekomst.
Cyberaanvallen en energieveiligheid
Opvallend zijn ook de andere nieuwe problemen en rollen voor de NAVO die onder collectieve verdediging vermeld worden in het Strategisch Concept. Zo wordt de verdediging tegen cyberaanvallen als onderdeel van de collectieve verdediging genoemd. Dit is een reëel maar zwaar overroepen probleem, en het is de vraag of dit niet eerder een civiele en politionele opdracht is. De regeringsleiders geven ze hier in handen van de militairen.
Een tweede nieuwe opdracht is bijdragen aan energieveiligheid, waarbij expliciet het beschermen van kritische energie-infrastructuur en transitgebieden genoemd wordt. De NAVO behoudt zich daarmee het recht voor om militair tussen te komen om haar economische en energiebelangen te beschermen. Dit is een wel heel grote uitrekking van het juridische begrip zelfverdediging, zoals vervat in art 51 van het VN-Handvest.
Dit doet vermoeden dat de sterke nadruk die elders in het Strategisch Concept gelegd wordt op respect voor het internationaal recht en het VN-Handvest, snel het voorwerp zal worden voor creatieve herinterpretaties. De NAVO verschuift haar taakstelling hier expliciet in een neokoloniale verdediging van haar economische belangen.
Crisismanagement
Bij de tweede opdracht - crisismanagement, een eufemisme voor militaire interventie - kiest de NAVO voor doorgaan op het ingeslagen pad. Uit de mislukkende oorlog in Afghanistan wordt niet de conclusie getrokken dat die aanpak fundamenteel fout zit. Wel dat alles gewoon wat efficiënter en beter op elkaar afgestemd moet verlopen. Hier is het nieuwe codewoord de 'alomvattende benadering' of 'comprehensive approach'.Daarbij wil de NAVO een grotere grip krijgen op de civiele activiteiten in de conflictgebieden waar ze intervenieert.
De NAVO gaat een - naar eigen zeggen bescheiden - 'civiele crisismanagementcapaciteit' opzetten. Die moet in staat zijn om civiele activiteiten te plannen, op te zetten en te coördineren. Humanitaire en ontwikkelings-NGO's kunnen zich aan een verdere instrumentalisering in de militaire strategie verwachten. De NAVO gaat ook civiele specialisten uit de lidstaten selecteren en trainen voor inzet bij haar interventies. Hiermee neemt de NAVO het EU-model over. Duplicatie vermijden is plots geen argument meer.
Op zich is deze evolutie logisch, wanneer je de militaire benadering niet in vraag wil stellen. De huidige militaire interventies zijn een modernisering van de oude koloniale militaire doctrines en praktijken, en een civiele administratie had daar ook een rol in. Een civiel bezettingsbestuur kunnen opzetten was een onderdeel dat de NAVO nog niet zelfstandig kon en waar het aan wil werken.
Ook de grotere nadruk op training past in dit moderniseren van het koloniale model. Ook de kolonies werden vroeger onder de knoet gehouden met lokale troepen. Het trainen van lokale legers als vervangingsmiddel voor eigen troepen wordt een volwaardig middel in de NAVO-strategie.
Contrast?
Dat de NAVO wil voortgaan op de ingeslagen weg lijkt in contrast te staan met het gebrek aan enthousiasme voor de oorlog in Afghanistan. De top van Lissabon stond, naast het Strategisch Concept, volledig in het teken van een exit-scenario. Vanaf 2011 draagt ISAF - de internationale troepenmacht onder leiding van de NAVO - langzaam de controle over gebieden over aan het Afghaanse leger. Tegen 2014 moet dit voltooid zijn en moeten de internationale troepen zich kunnen terugtrekken.
Op de NAVO-hoogmis werd dit voorgesteld als een teken van succes, maar in werkelijkheid is het vooral een teken van oorlogsmoeheid en kan moeilijk verborgen worden dat de oorlog in Afghanistan een totale mislukking is.
Officieel zal de terugtrekking afhangen van de lokale omstandigheden en de capaciteit van het Afghaanse leger om de taken over te nemen. Maar de Britse premier Cameron heeft al gezegd dat de Britse troepen thuis moeten zijn in 2015, ongeacht de omstandigheden.
Deze voortzetting van de huidige interventiepolitiek, ondanks de Afghaanse mislukking, wijst op een grote consensus bij de politieke elites over de rol van militaire middelen in de internationale politiek. De NAVO en de militaire poot van de EU vormen instrumenten om wereldwijd een neokoloniale politiek te kunnen voeren. Met het creëren van veiligheid voor haar burgers of mensenrechtenbescherming heeft dit weinig te maken, wel met het beschermen van economische belangen.
De Afghaanse mislukking zal vooral leiden tot een wat terughoudender optreden met eigen troepen, en meer nadruk op militaire training en nieuwe methodes zoals de oorlogsvoering met onbemande vliegtuigen in Pakistan, Somalië en Jemen.
De NAVO als globale speler
In zijn geheel valt op dat de NAVO zich expliciet een globale rol toebedeelt. Waar het vorige Strategische Concept uit 1999 eerder sprak over het Euro-Atlantische gebied, is er hier vooral sprake van partners over de hele wereld. We zijn ver verwijderd van de discussies van tien jaar geleden of 'out-of-area-operaties' wel konden volgens het NAVO-verdrag.
Ook al lijkt dit met de Afghanistan-oorlog niet meer zo nieuw, toch bestond binnenskamers nog discussie over de globale rol van de NAVO. In dit Strategisch Concept lijkt het pleit beslecht en wordt de basis gelegd voor een meer globale politieke rol van de NAVO. Dit blijkt uit de al aangehaalde taakstellingen voor het bewaken van economische handelsroutes en energietoevoer en het zogenaamde crisismanagement.
Verder wordt hier vooral vorm aan gegeven via de partnerschappen. Het Strategisch concept stelt dat het operationele partners een structurele rol wil geven in de besluitvorming over de missies waarin ze participeren. Ook moeten ze een plaats krijgen in de politieke discussies. Dit blijft nog vrij vaag.
Tegen april moet er een ontwerp liggen voor een flexibeler partnerschapsbeleid. De vooral in de VS populaire visie voor een wereldwijde Alliantie van Democratieën, ter vervanging van een als inefficiënt aanziene VN(inefficiënt gezien er ook tegenstanders toe behoren), dringt zo langzaam door in de NAVO-politiek.
Tot voor kort bestond hier grote weerstand tegen bij veel Europese landen, die vreesden dat de NAVO zo verwaterde tot een gereedschapskist voor het samenstellen van nieuwe versies van Bush zijn "coalition of the willing". President Obama is er blijkbaar in geslaagd om deze vrees weg te nemen. Dit onder meer door volmondig de eigen Europese defensie te aanvaarden, wat weerspiegeld wordt in de erkenning van het belang van een sterkere Europese defensie in het Strategisch Concept.
Zoals eerder gezegd liggen de visies van de Amerikaanse en Europese elites op internationale politiek niet zo ver uiteen. Politieke blokkeringen komen eerder voort uit een verschil in belangen dan uit een verschil in visie. De uitbouw van de NAVO en het militaire Europa parallel laten verlopen helpt om belangenconflicten te verzoenen.
De NAVO-politiek kan niet zomaar meer afgeschilderd worden als iets opgedrongen door de VS. Hoogstens kan dit voor bepaalde issues, zoals de rakettenverdediging. Maar als de kernwapens blijven liggen dan is dit eerder op vraag van Frankrijk en de Baltische staten. En de Europese elites zijn even grote voorstander van een militaire interventiepolitiek ter bescherming van economische belangen als de Amerikaanse. Tussen de NAVO- en de EU-politiek is in de hoofdlijnen weinig verschil.
Legitimering
Om deze defensiepolitiek te legitimeren moet de NAVO ook dreigingen identificeren waarop zij het goede antwoord kan leveren. Opvallend daarbij is dat de nood aan afschrikking, net als in het vorige Strategisch Concept, geformuleerd blijft tegen hypothetische vijanden. We hebben heel dit militair arsenaal vooral nodig, voor het geval dat een vijand opduikt.
De NAVO vertrekt van het aloude adagium dat wie vrede wil, de oorlog moet voorbereiden. Ook al komt dit neer op trainen voor een rondje schaduwboksen tegen een ingebeelde tegenstander. Vooral de nucleaire strategie en de rakettenverdediging lijden hieraan.
Instellingen die hun oorspronkelijke doelstelling hebben verloren, gaan altijd op zoek naar een nieuwe rol. De NAVO zoekt na het einde van de Koude Oorlog nog steeds naar nieuwe vijanden en gevaren. Dit is dan ook de reden waarom de NAVO eerder een deel van het probleem is dan een oplossing.Haar 'oplossingen' zullen vaak het probleem weer oproepen dat haar bestaansreden is. De vraag kan gesteld worden in hoeverre de NAVO-politiek zelf de oorzaak is van de gevaren die ze opsomt in het Strategisch Concept.
De gevaren die de NAVO identificeert onder de noemer terrorisme en proliferatie van kernwapens vallen hier zeker onder. De militaire interventiepolitiek is eerder een stimulans van beide problemen dan een oplossing ervoor. Als Iran kernwapens wil ontwikkelen, dan is de Amerikaanse aanwezigheid - en in het zog ervan die van de NAVO - in Irak en Afghanistan daar een belangrijke reden voor. Terrorisme is grotendeels een poging om de oorlog terug naar westers grondgebied te exporteren.
Het is maar de vraag of een diplomatie zonder overontwikkelde militaire stok achter de deur en gericht op evenwichtige veiligheidsmechanismen, geen beter antwoord is om de conflictdynamiek te doorbreken. Akkoord, de 'andere' kant denkt en handelt vaak even militaristisch. Maar wie zoals de NAVO zeventig procent van de globale militaire uitgaven voor zijn rekening neemt, heeft de meest bepalende factoren in handen om die dynamiek te veranderen.
In institutionele strategiebepalingen, zoals hier van de NAVO, zijn dit soort evaluaties van de eigen politiek volstrekt taboe. Zo moet de lippendienst aan nucleaire ontwapening in het Strategisch Concept verhullen dat de NAVO zelf een obstakel is voor de uitbouw van een kernwapenvrije wereld met de daarbij horende internationale akkoorden en controle. NAVO 3.0, helaas een grote déjà vu.
Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be
Naar boven
Naar beginpagina