19 september 2013

Kan Europa Amerikaanse spionage weren?

Begin september kwam een Braziliaans televisieprogramma met nieuwe onthullingen over de ongecontroleerde spionage van de Amerikaanse National Security Agency (NSA). In documenten die afkomstig zijn van klokkenluider Edward Snowden werd ook SWIFT genoemd, de organisatie die internationale bankoverschrijvingen regelt (de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication). Voor Europarlementariërs Verhofstadt en in 't Veld van de Liberalen en Albrecht van de Groenen was dat aanleiding om de Europese Commissie te verzoeken het TFTP-verdrag onmiddellijk op te schorten. Dit verdrag uit 2010 staat de Amerikanen onder strikte voorwaarden toe om financiële transacties van terroristen op te sporen via SWIFT. De actie van de Europarlementariërs is de zoveelste in een reeks waarin vanuit Europa wordt geprobeerd een antwoord te vinden op de Amerikaanse spionage-affaire.

De eerste berichten van Snowden in juni over het PRISM programma riepen in Europa veel verontwaardiging op. En terecht werd ook direct gewezen op de verantwoordelijkheid van de Europese Unie die de VS in het verleden ruimhartig was tegemoetgekomen in het kader van de terrorismebestrijding. "Het wordt tijd om de medeplichtigheid van Europa bij de aantasting van de privacy van haar burgers stoppen," schreef Rick Falklinge van de Zweedse Piratenpartij. Het Europarlement nam op 4 juli een resolutie aan waarin gedreigd werd het SWIFT-verdrag en het verdrag over uitwisseling van passagiersgegevens (PNR) op te zeggen als Obama geen afdoende maatregelen zou nemen om de privacy van Europese burgers beter te beschermen. Een voorstel van de Europese Groenen om de vrijhandelsbesprekingen met de VS te bevriezen haalde het niet. De Commissie voor Burgerlijke Vrijheden (LIBE) kreeg de opdracht de zaak voor het einde van het jaar tot de bodem uit te zoeken.

De eerste hoorzitting van de LIBE-Commissie vond plaats op 5 september. De Amerikaanse beveiligingsdeskundige Jacob Appelbaum zei daar dat er nog veel meer onthullingen komen: "PRISM is slechts één programma, er zijn er nog veel meer zoals PRISM. Ik heb programma's ingezien die nog moeten worden onthuld. Er bestaan instructieprogramma's voor NSA-medewerkers om in te breken op thuisnetwerken. Zonder enig democratisch proces vooraf." Volgens Appelbaum is terrorisme slechts een rechtvaardiging voor de activiteiten van de NSA. Het gaat vooral om controle, economische belangen en politieke repressie, waaronder het intimideren van klokkenluiders en journalisten.

Het Duitse blad Der Spiegel had in augustus al op basis van Snowden's documenten geschreven dat de NSA - anders dan president Obama beweert - veel verder gaat in zijn spionage dan de bestrijding van het terrorisme. Amerikaanse spionnen zijn actief in de Verenigde Naties, de Europese Unie, het Internationaal Atoomagentschap in Wenen en vele bevriende landen. Het doel is eenvoudig en klassiek: een informatievoorsprong opbouwen op iedereen. Op politiek, economisch en veiligheidsgebied. Andere landen doen dat ook, dus die verontwaardiging over de NSA heeft ook iets hypocriets. En dat maakt het des te moeilijker om de Amerikaanse speurneuzen vanuit Europa terecht te wijzen. De Britse onderzoeker Duncan Campbell verwees de Europarlementariërs naar zijn rapport over Echelon uit 2001. Europa stond toen op het punt maatregelen te nemen tegen dit Amerikaanse spionageprogramma dat de Europese industrie ernstig benadeelde. Maar de aanslagen in New York en Washington op 9/11, die ondanks alle spionnen met hun moderne technologie niet konden worden voorkomen, gooiden roet in het eten. Daarna was alle kritiek op het Amerikaanse veiligheidsbeleid uit den boze. Maar, zei Campbell, de meeste voorstellen uit 2001 zijn nog steeds actueel, ondanks het feit dat de spionage inmiddels zo veel massaler is geworden en dankzij internet geen enkele beperking meer kent.

Wat de Europese Unie zou kunnen doen tegen de spionage raakt ook de nationale inlichtingendiensten. De Britse GCHQ lijkt niet onder te doen voor de NSA. In Duitsland is de vraag over de betrokkenheid van de overheid onderdeel geworden van de verkiezingsstrijd. Ook Frankrijk heeft zijn aftapprogramma. Europese parlementariërs kunnen stevige maatregelen eisen, maar nationale regeringen zullen er ook mee in moeten stemmen en die zullen hun veiligheidsdiensten niet willen beperken in hun vrijheid en in de contacten met de Amerikanen van wie ze voor een groot deel afhankelijk zijn. De Franse journalist van Le Monde Follorou gaf tijdens de hoorzitting in het Europese Parlement het voorbeeld van de levering door de Franse geheime dienst van enorme informatiebestanden aan de VS inzake Mali. Mag dat dan allemaal, vroegen de Commissieleden? Volgens Follorou zijn er geen wettelijke bezwaren tegen een dergelijke overdracht van informatie. "Het is niet tégen de wet, het gaat langs de wet", zei hij. Appelbaum bevestigde dit en zei verder nog dat nationale wetten omzeild kunnen worden door via een bevriende inlichtingendienst gedeelde gegevens te onderzoeken. Een bepaalde operatie die in de VS onwettig is (eigen burgers bespioneren) kan de NSA wel uitvoeren via de Britten met wie via PRISM en andere systemen de informatie is gedeeld.

Maar het grootste probleem bij het garanderen van de privacy en een ongestoorde uitwisseling van informatie zit in de betrokkenheid van Amerikaanse bedrijven zoals Google, Facebook, Twitter, Apple en Microsoft. Europese wetgeving zal daar geen vat op kunnen krijgen. Nog afgezien van de gevoeligheid van de grote partijen voor de argumenten van de vele hardnekkige lobbyisten uit het bedrijfsleven. De Europese Unie blijft op de eerste plaats afhankelijk van Amerikaanse maatregelen tegen ongebreidelde spionage. De kans daarop is er wel naarmate Obama in eigen land het vuur meer aan de schenen wordt gelegd. Het feit dat ongefilterde informatie over Amerikaanse burgers door de NSA ook gedeeld wordt met de Israëlische geheime dienst kan daartoe bijdragen. De opeenstapeling van aantastingen van de burgerlijke vrijheden zoals die in de Amerikaanse wet zijn vastgelegd kan Obama uiteindelijk de kop kosten. Maar of Europa daar een bijdrage aan kan leveren blijft de vraag.

Wat Europa wel kan doen is de klokkenluiders beschermen en de persvrijheid garanderen, aldus het pleidooi van hoofdredacteur Rusbridger van The Guardian tijdens de hoorzitting in het Europarlement. Zijn krant was door de Britse geheime dienst bedreigd na publicatie van documenten van Snowden. Een vrij debat is volgens hem nu van het allergrootste belang. De spionage die deze zomer aan het licht is gekomen laat zien dat het niet langer gaat om iets wat tussen staten onderling speelt. We hebben het nu over een verbond tussen staten en grote corporaties en over het massale oogsten van informatie over de gehele bevolking zonder publiek of democratisch debat. Daar ligt een opgave voor de pers, volgens Rusbridger. Om dat debat legaal te kunnen bevorderen denkt The Guardian in de grondwet van de Verenigde Staten overigens een betere garantie te vinden dan in de vigerende antiterrorisme wetten in Groot-Brittannië. Appelbaum wees er echter op dat sommige Amerikaanse journalisten ondanks de bescherming van het First Amendment tegen censuur-vooraf de geheime diensten toch vaak teksten voorleggen om te voorkomen dat ze later problemen krijgen. Zelf woont hij inmiddels in Duitsland omdat hij in eigen land vreest voor zijn vrijheid. En hij is niet de enige. Hetzelfde geldt voor documentairemaakster Laura Poitras die met Glenn Greenwald, woonachtig in Brazilië, de documenten naar buiten heeft gebracht van Snowden, vooralsnog asielzoekend in Rusland.
Inmiddels heeft de Braziliaanse president Dilma Roussef een mooi voorbeeld gegeven hoe te reageren op de ongebreidelde Amerikaanse spionage. Ze heeft een bezoek aan de VS afgezegd. Het Braziliaanse parlement overweegt een wet aan te nemen die bedrijven verplicht gegevens van de burgers op te slaan op binnenlandse servers, die vallen onder de Braziliaanse privacywetgeving. Hier ligt een opdracht voor politici die klassieke Europese waarden, zoals vrijheid, openheid en democratie, hoog willen houden.

Jos van Dijk


Naar boven
Naar beginpagina