16 augustus 2006

Korte Berichten week 33
Kees Kalkman


Inhoud:
Worden er nieuwe wapens ingezet in Gaza en Libanon?
Experimenten in bioterreur
Onduidelijke resolutie


Naar boven

Worden er nieuwe wapens ingezet in Gaza en Libanon?

Gulf News vermelde op 7 juli 2006 een verklaring van Dr. Al Saqqa, hoofd van de afdeling spoedopname van het el Shifa ziekenhuis in Gaza dat de Israëlische bezettingmacht een nieuw chemisch wapen had ingezet. Hij had opgemerkt dat meer dan 200 slachtoffers van Operatie Summer Rain waaronder vijftig kinderen ongebruikelijke verwondingen hadden opgelopen. De wonden werden beschreven als overeenkomstig met die van granaatsplinters – behalve dat er geen splinters zichtbaar waren op röntgenopnames. Er waren meestal zowel ingaande als uitgaande wonden, er was geen materiaal van buiten het lichaam in terug te vinden, maar wel veel diepliggend dood weefsel.

Dr Al Saqqa heeft zonder veel resultaat de hulp ingeroepen van buitenlandse collega's. Het was onder de omstandigheden in Gaza bijzonder moeilijk om bewijsmateriaal veilig te stellen. Wapenexperts suggereerden dat het zou kunnen gaan om een wapen met een thermobarisch ontwerp van het type Hellfire. Er bestaan vier types van deze Hellfire. Het is ontworpen om mensen in en in de buurt van gebouwen te doden. Als het in Gaza is gebruikt is het vrijwel zeker ook ingezet in plaatsen als Fallujah en Haditha. Een andere mogelijkheid zou zijn dat het gaat om een fragmentatiebom die een verdere ontwikkeling is van de CBU-97. Dit wapen is ingezet in operatie Iraqi Freedom en schiet fragmenten vrijwel gesmolten koperdeeltjes af die een menselijk lichaam gemakkelijk kunnen doorboren. Dit zou de aanwezigheid van veel diep gelegen dood lichaamsweefsel verklaren.

De directeur van het nationaal hospitaal in Nabatiyeh in Zuid-Libanon, Dr. Hasan Wazni, meldt een geval van de mogelijke inzet van 'vacuümbommen'. Dit soort bommen zuigt de zuurstof uit de longen waardoor de ademhaling stopt en het hart ophoudt te functioneren. Een verder onderzoek, mogelijk door de WHO, is gewenst.

Bron: David Halpin, Information Clearing House, 14 augustus 2006


Naar boven

Experimenten in bioterreur

Op het terrein van een militaire basis, een uur rijden vanaf de hoofdstad, is de regering Bush bezig een gigantisch biomilitair complex te bouwen, het ongekend groot laboratorium sinds 24 jaar geleden biologische wapens werden verboden.

De kern van het lab bestaat uit een reeks verzegelde ruimtes die gebouwd worden om de meest dodelijke bacteriën en virussen ter wereld te huisvesten. Wetenschappers zullen daar hun tijd doorbrengen met het nabootsen van het ondenkbare: bioterroristische aanvallen in de vorm van dodelijke anthraxsporen in de vorm van poederslierten die op een zomerbriesje kilometers ver kunnen zweven of gewone virussen die getransformeerd zijn in dodelijke superbacillen waartegen gewone medicijnen en vaccins niet helpen.

Dit werk in Fort Detrick, Maryland, zou duizenden levens kunnen redden – of naar sommigen vrezen nieuwe risico's opleveren en de VS internationale verdragen laten schenden. Maar veel zal er over het nieuwe National Biodefense Analysis and Countermeasures Center niet bekend worden, want het is de bedoeling dat het lab grotendeels in het geheim gaat opereren. Volgens ontwapeningsexperts zal het zich in een grijze zone bewegen omdat een internationaal verdrag verbiedt om ook maar de kleinste hoeveelheid biologische wapens te produceren, terwijl dat voor de proeven toch noodzakelijk is.

"Als we anderen dit soort onderzoek zagen doen zouden we het als een schending van het verdrag over biologische wapens zien," zegt Milton Leitenberg, een vooraanstaande expert van de Universiteit van Maryland. "Je kunt niet in de hele wereld een grote mond opzetten over de Iraanse en Noordkoreaanse programma's – waar we heel weinig over weten – terwijl je tegelijkertijd hier mee bezig bent."

Bron: Joby Warrick (Washington Post), The Joural Gazette (VS) 14 augustus 2006


Naar boven

Onduidelijke resolutie

Hoe lang zal de wapenstilstand stand houden? In wezen hangt het ervan af hoe snel de uitbouw van de sinds 1978 in Libanon gelegerde VN-macht Unifil van momenteel 2000 tot rond de 15.000 soldaten zal plaatsvinden. Een permanent VN-leger bestaat niet. De lidstaten zijn tot nu toe niet bereid geweest dit instrument te creëren. Daarom moet de VN de benodigde militairen en uitrusting en transportmiddelen in de hoofdsteden bij elkaar bedelen.

De kandidaten om soldaten te leveren willen eerst vragen over de bevoegdheden van Unifil beantwoord krijgen. De belangrijkste daarvan is: wat mag en moet Unifil doen – op eigen initiatief of als ondersteuning wordt gevraagd door het Libanese leger – om Hezbollah te ontwapenen?

Op deze vraag geeft de VN-resolutie geen helder antwoord, zoals uit de tegenstrijdige interpretaties van de regeringen in Parijs, Jeruzalem en Beiroet blijkt. Volgens de resolutie zal langs de Israëlisch-Libanese grens “een zone worden ingericht waarin zich buiten de Libanese en de Unifil-troepen geen gewapende eenheden mogen ophouden of wapens en overige militaire werken aanwezig zijn.”

Bovendien moet de regering in Beiroet er “met ondersteuning van Unifil” voor zorgen dat er in de toekomst zonder haar toestemming “geen wapens of ander oorlogsmaterieel meer in Libanon wordt ingevoerd”. De Veiligheidsraad heeft echter niet met zoveel woorden opdracht gegeven tot een “ontwapening” van Hezbollah.

Een andere onopgeloste kwestie is de bevoegdheid van Unifil om in de toekomst het binnendringen van Israëlische soldaten op Libanees gebied te verhinderen. Deze hoogst politieke vragen zullen waarschijnlijk niet beantwoord kunnen worden door onderhandelingen tussen de VN de afzonderlijke lidstaten, maar alleen via een verduidelijking door de Veiligheidsraad – mogelijk door middel van een tweede resolutie.

Bron: Andreas Zumach, Tageszeitung (BRD) 15 augustus 2006


Naar boven
Naar beginpagina