Korte Berichten week 43
Samenstelling: Kees Kalkman
Inhoud:
- De alziende staat is op het punt om een eind te maken aan de privacy zoals wij die kennen
- Gekaapte tanks “bestemd voor Zuid-Soedan”
- Waarom McCains tijd in de Raad voor de Wereldvrijheid belangrijk is
De alziende staat is op het punt om een eind te maken aan de privacy zoals wij die kennen
Je zou zeggen dat de economische tornado die Engeland heeft getroffen een reden zou zijn voor de regering om zijn energie en middelen scherp te concentreren op politieke projecten waarvan het belang boven twijfel verheven is. Ten slotte is dit niet het moment om politiek of financieel kapitaal te verspillen. Maar zo is het niet. Geconfronteerd met een crisis die het overduidelijk niet de baas kan, probeert de regering macht uit te oefenen waar dat nog steeds mogelijk is: over ons.
Het nieuwste plan van de staat om ons te observeren stelt elke andere dreigende inbreuk op onze rechten in de schaduw. De troonrede van volgende maand zal een korte verwijzing bevatten naar een onschuldig klinkend wetsvoorstel over communicatiegegevens. Maar het betekent de ontwikkeling van een centrale database die in real time elk telefoongesprek dat we voeren, elke website die we bezoeken en elk sms-bericht en e-mail die we versturen, zal volgen. Die informatie zal vervolgens worden opgeslagen en geanalyseerd, mogelijk voor tientallen jaren.
Het zal het einde betekenen van de privacy zoals wij die nu kennen.
Het komt erop neer dat de 700 of meer instanties die al aspecten van ons mogen opslaan, niet langer een specifiek verzoek hoeven op te stellen om bepaalde individuele gegevens op te vragen bij telefoon- en internetbedrijven (vorig jaar waren er 500.000 dergelijke verzoeken). Er zou een gezamenlijke centrale database ontstaan die direct toegankelijk is, onder meer voor de veiligheidsdiensten.
De informatiewaakhond, Richard Thomas, heeft al gewaarschuwd dat er een debat over de wijzigingen moet komen, vanwege de gevaren die overdreven snuffelarij oplevert voor onze manier van leven.
Bron: The Guardian (GB), 8 oktober 2008
Naar bovenGekaapte tanks “bestemd voor Zuid-Soedan”
De BBC heeft bewijzen gezien die suggereren dat het Oekraïense schip, dat voor de kust van Somalië gekaapt is door piraten, wapens en tanks aan boord heeft die bestemd zijn voor Zuid-Soedan. Uit een kopie van de vrachtbrief kan de conclusie worden getrokken dat Kenia contracten heeft afgesloten namens de regering van Zuid-Soedan. Kenia heeft herhaaldelijk gezegd dat de wapens aan boord van de MV Faina zijn bestemd voor hun eigen leger. Een woordvoerder van Zuid-Soedan heeft verklaard, dat Zuid-Soedan niets met de tanks te maken heeft. De MV Faina is momenteel omringd door oorlogsschepen. Een kopie van de vrachtbrief, in handen van de BBC, bevestigt dat de order is afgesloten namens Zuid-Soedan, hoewel het Keniaanse ministerie van defensie wordt genoemd als geconsigneerde. De contractnummers voor de tanks, granaatwerpers en luchtafweergeschut bevatten de initialen GOSS die volgens militaire bronnen worden gebruikt als verwijzing naar de regering van Zuid-Soedan (Government Of South Sudan). De afkorting is in Soedan algemeen in gebruik.
Bron: BBCNews (GB), 7 oktober 2008
Naar bovenWaarom McCains tijd in de Raad voor de Wereldvrijheid belangrijk is
Sinds afgelopen zondag gonst het bij de Democraten over de onthulling dat senator John McCain in de jaren tachtig in het bestuur zat van een extreemrechtse conservatieve organisatie die wapens en geld verschafte aan paramilitaire organisaties in Latijns-Amerika.
John McCain zat in het bestuur van de US Council for World Freedom (Raad voor de Wereldvrijheid), die nauw gelieerd was aan de World Anti-Communist League als moederorganisatie. Deze laatste club was volgens de Anti-Defamation League (een bekende waakhond tegen antisemitisme in de VS) in 1981 in toenemende mate een forum voor extremisten, racisten en antisemieten.
Maar McCains aanwezigheid in de Raad voor de Wereldvrijheid, die duurde van 1981 tot mogelijk 1986, bracht hem niet alleen in slecht gezelschap. Het verbond hem ook met een buitenlandse politiek die toentertijd en nog steeds controversieel is. Begin jaren tachtig claimde de raad “pro-democratische verzetsbewegingen tegen het totalitaire communisme” te steunen. In de praktijk hielp de raad de contra’s in Nicaragua door rond de 5 miljoen dollar op te halen voor wapens. De raad verschafte verder volgens een artikel in de New York Times uit 1986 kleine vliegtuigen aan de contra’s, laarzen voor rebellen in Afghanistan die daar vochten tegen Sovjettroepen, medicijnen voor het Cambodjaanse verzet en hulp aan groepen in Mozambique, Ethiopië en andere landen.
In de Senaat stootten dat soort acties op kritiek bij senatoren als Patrick Leahy, omdat daarmee het verbod aan hulp voor de contra’s, dat door de Senaat was besloten, werd omzeild met stilzwijgende steun van de regering Reagan.
Bron: The Huffington Post (VS), 6 oktober 2008
Naar boven
Naar beginpagina