6 maart 2007

Rapport Senaat adviseert mogelijk einde Canadese troepeninzet in Afghanistan

De commissie voor nationale defensie en veiligheid van de Canadese senaat heeft na een werkbezoek aan Afghanistan een rapport (Canadian Troops in Afghanistan:. Taking a Hard Look at a Hard Mission An Interim Report of the Standing Senate Committee on National Security and Defence) uitgebracht met daarin een genadeloos oordeel over de kans op succes van de NAVO-operatie aldaar. De conclusie van het rapport, kennelijk het resultaat van een politiek compromis, luidt:
"De NAVO moet meer middelen in Afghanistan inzetten en deze op een betere manier gebruiken dan tot nu toe. Als dit onmogelijk blijft moet Canada zich erop voorbereiden om zijn troepen terug te trekken na het einde van de lopende termijn." Dit zou in februari 2009 zijn.

Omdat de argumentatie van het rapport het tekortschieten van het NAVO-optreden helder analyseert, hebben we grote delen ervan vertaald:



Canadese troepen in Afghanistan:
een scherpe blik op een zware missie


[..]

De uitdagingen

Het woord “uitdagingen” is wijdverbreid onder politici, bureaucraten en andere handige artiesten als eufemisme voor “problemen”. Er zijn allerlei problemen die opgelost moeten worden, wil de Canadese operatie in Afghanistan volgens de definitie van een rationele waarnemer als een “succes” kunnen worden betiteld.
[..]

Probleem 1: Oorlogscultuur

Afghanen zijn al eeuwenlang woeste strijders gebleken, met name als ze invallers van vreemde culturen trotseren. Tijdens de “Afghaanse oorlogen” van de 19e eeuw hebben ze de Britten herhaaldelijk verslagen op het moment dat Engeland de dominante militaire wereldmacht vormde en ze versloegen tijdens de jaren tachtig de sovjets toen de Sovjet-Unie de tweede militaire wereldmacht was. Superieure militaire technologie wint het niet altijd, vooral niet in een tijd waarin is gebleken dat zelfmoordaanslagen en bermbommen effectieve middelen zijn in dit soort oorlog. Afghanen zijn gewend te doden en gedood te worden. Hun maatschappij is het grootste deel van de laatste twee eeuwen in staat van oorlog geweest.

Probleem 2: Het voordeel van de thuisploeg

De NAVO-troepen zien zich als verdedigers van de meerderheid van de Afghanen tegen machtige minderheidsgroepen – de Taliban en lokale oorlogsheren – die de echte vijanden van het Afghaanse volk zijn. Maar hoe zien de Afghanen ons? Zien de inwoners van Kandahar – het thuisland van de Taliban – de situatie net zoals wij? De rauwe en sadistische Talibanregering stootte westerlingen en veel Afghanen af. Maar zijn de Taliban weerzinwekkender dan buitenlandse troepen, die telkens als ze de afgelopen twee eeuwen naar Afghanistan kwamen met verachting werden behandeld?
Wij denken dat we de goeien zijn. Maar wat denken de Afghanen?

Probleem 3: Het nadeel van een uitwedstrijd

Voor de Taliban is het geen enkel probleem om dorpsouderen en andere invloedrijke Afghanen te herkennen. Voor een buitenlands leger, ook voor het onze, is het veel lastiger deze mensen te traceren. We kregen te horen dat er gevallen zijn geweest waarin de Canadese autoriteiten dachten dat ze in gesprek waren met onpartijdige “ouderen”, terwijl ze in feite praatten met Talibanleden. Verder zijn de Taliban veel beter in staat om uit te vinden wie ze op een bepaalde plek kunnen vertrouwen – ze hebben overal ogen en oren. Sommige Canadezen met wie we gepraat hebben benadrukten dat Afghanen altijd aan vreemdelingen zullen vertellen wat ze willen horen, zonder dat dat iets met de werkelijkheid te maken hoeft te hebben. Simpel gezegd, de kant die de taal spreekt en de cultuur kent is altijd in het voordeel als het er op aankomt te weten wat er werkelijk gaande is.

Probleem 4: Geografie en tijd

De Taliban hebben tijd en geografie aan hun kant. Invasielegers kunnen slechts een beperkte tijd op buitenlands grondgebied verblijven voordat thuis het geduld en het geld opraken. De Taliban hebben eeuwig de tijd. Zijn Canadezen bereid om tientallen jaren in Afghanistan te blijven, hetgeen honderden Canadese levens en miljarden dollars zou kosten, zonder garantie dat er een soort maatschappij ontstaat die voor ons enige zin heeft? Als we niet voor de lange termijn willen gaan, wat heeft het dan voor zin gehad om vijf jaar lang Canadese levens en geld op te offeren?

Probleem 5: Kunnen we winnen, met een blik op de kaart?

In de jaren negentig van de negentiende eeuw markeerde het Britse rijk op willekeurige wijze de grens tussen Afghanistan en het toenmalige Brits-Indië (sinds 1947 Pakistan). De grens staat bekend als de Durandlijn en houdt alleen rekening met fysische geografie, niet met menselijke geografie. Stammen, waaronder de Pashtoen, hebben daarom wortels aan beide kanten van de Afghaans-Pakistaanse grens. Plaatselijke Talibanleden hebben paden gezocht om een nagenoeg vrij grensverkeer te genieten en hebben dit in hun voordeel gebruikt. – ze verbergen zich in Pakistan. Dit is een woest en onafhankelijk gezind gebied waarover Pakistan weinig controle heeft. De meeste analisten denken, dat het voor de regering van Pakistan, zelfs als ze zou willen (volgens velen wishful thinking) vrijwel onmogelijk zou zijn om over dit onrustige grensgebied effectieve controle uit te oefenen.
Dit verschaft de Taliban een veilig gebied waarin ze zich kunnen schuilhouden en hun aanvallen op onze troepen kunnen plannen en van waaruit ze hun terugkomst kunnen voorbereiden om het Afghaanse volk weer te onderdrukken.

Probleem 6: Een middeleeuwse samenleving verandert langzaam

Sommige Canadezen denken dat alle landen van het Midden-Oosten hetzelfde zijn, maar landen als Irak en Iran zijn veel ontwikkelder dan Afghanistan. Afghanistan is slechts zwak verbonden met de moderne wereld. Maar een op de drie Afghanen is geletterd en de economie van het land is bijna helemaal afhankelijk van de teelt van papaver en de verkoop van opium. De enige kortstondige ervaring van het land met democratie eindigde in 1973 met een coup. De drie belangrijkste krachten in de Afghaanse politiek zijn gewapende macht, loyaliteit aan de stam en corruptie. Iedereen die in de komende tientallen jaren in Afghanistan een herkenbare moderne democratie ziet ontstaan die in staat is om rechtvaardigheid en beschaving te brengen, leeft in een film.
[..] Mensen buiten Kaboel zijn over het algemeen veel meer afhankelijk van hun traditionele sharia rechtspraak en bestuurssysteem dan van de centrale regering. Niet alleen is het rechtspraaksysteem van de regering net zo corrupt als de rest van de overheid, de meeste politiemensen zijn niet opgeleid, analfabeet, en kennen zelfs de wet niet. Dit maakt het lastig om het wettig gezag uit te oefenen. Terwijl de NAVO er trots op is dat er landelijke verkiezingen zijn gehouden, zijn die verkiezingen voor Afghanen in plaatsen als Kandahar totaal irrelevant gebleken.

Probleem 7: De vijand is rijk

Het grootste deel van de winstgevende opiumhandel wordt beheerst door de Taliban. Dorpelingen die zich aansluiten bij de strijdkrachten van de Taliban kunnen aanmerkelijk meer geld verdienen dan politieofficieren die het met 70 dollar per maand moeten doen. De papaver vernietigen is geen oplossing – tenzij we alternatieven bieden voor de schrijnende armoede die zonder papaveroogst alleen maar erger zou worden. Tenzij die toestand verandert, zullen de meeste Afghanen niet veel moeite hebben om te beslissen welke kant ze willen opvrijen: de rijke jongens die geen buitenlanders zijn, die zich als het nodig is jaren of tientallen jaren of eeuwen in de bergen kunnen schuilhouden, of de buitenlandse jongens die zich niet kunnen verbergen, die uiteindelijk te weinig tijd en geduld zullen hebben en die geen grof geld betalen.

Probleem 8: De maatschappij die we proberen op te bouwen is corrupt

Afghaanse overheidsfunctionarissen op alle niveaus, inclusief de politie en veel regionale besturen, zijn traditioneel corrupt. Omdat de politie en de bureaucraten betrekkelijk lage salarissen verdienen en een aantal gouverneurs (die allemaal door de president worden benoemd) erom berucht zijn dat ze die salarissen afromen, is het gebruikelijk dat de politie en andere ambtenaren regelmatig gewone burgers uitschudden. Toen ze aan de macht waren stonden de Taliban bekend om hun excessieve moraal en geloofsijver, met veelal gewelddadige gevolgen. Het goede nieuws is dat de huidige regering niet bekend staat om zijn overdreven morele principes. Het slechte nieuws is dat het begrip moraal waarschijnlijk het laatste is dat bij de gewone Afghaan opkomt als hem of haar gevraagd wordt de nieuwe regering te beschrijven. Bijna iedereen met wie we in Afghanistan hebben gepraat – Canadezen en Afghanen – noemde de hoge mate van corruptie een probleem. Het zou veel gemakkelijker zijn de gewone mensen voor ons te winnen, als ze respect konden hebben voor de overheidsdienaren. Hogere salarissen voor de politie en andere ambtenaren zouden zonder twijfel helpen bij het terugdringen van de corruptie. Maar het is een waandenkbeeld dat deze diepgewortelde traditie van de ene dag op de andere zal verdwijnen.

Probleem 9: Te veel onschuldigen sneuvelen

Met burgerslachtoffers en bijkomende materiële schade kun je de Afghanen niet voor je winnen. Ze worden veroorzaakt door luchtsteun, zelfmoordaanvallen, bermbommen enz. De dood van veel onschuldige mensen en de vernietiging van eigendommen ondermijnen de pogingen om onze troepen als de “goeien” aan te duiden. Onze commissie is onder de indruk van de voorzorgen die onze troepen treffen om tijdens hun operaties nevenschade te voorkomen. Maar buiten de basis in Kandahar troffen we een Afghaanse politiekolonel die, nadat hij het gebruikelijke verhaal had verteld dat hij kennelijk uit zijn hoofd had geleerd, aanzienlijk levendiger en oprechter klonk toen hij stelde dat Canada geen enkele kans heeft om de bevolking van Kandahar voor zich te winnen zolang zoveel onschuldige Afghanen sterven als gevolg van de luchtaanvallen van de NAVO. Hij zei dat de plaatselijke bevolking simpelweg zal wachten tot we verdwijnen, dat de kant van de Canadezen kiezen zoals het nu gaat niet bepaald slim is en dat er geen prikkels zijn om het risico te nemen de mannen in de bergen te ergeren.

Probleem 10: We hebben geen (zichtbaar) ontwikkelingsprogramma

De Canadezen zitten in de provincie Kandahar. Het Canadese ontwikkelingshulpbureau houdt vol dat ze in de provincie een aantal ontwikkelingsprojecten uitvoeren, maar niemand kon ons iets laten zien. Canada leverde een bijdrage aan de bouw van een weg die militaire expedities minder gevaarlijk maakt, maar het aanleggen van een kilometer weg, van hoe groot strategische belang ook, zal geen mens voor ons winnen. Journalisten zeggen dat ze aanwijzingen hebben gezien voor een aantal nuttige programma’s, maar deze schijnen beperkt te zijn. Het lijkt ons duidelijk dat het soort grootschalige ontwikkeling en hulp dat, naar men zegt, in andere regio’s van het land de mensen voor zich heeft gewonnen, in Kandahar alleen kan plaatsvinden indien en wanneer Kandahar, dat nu in wezen een oorlogszone is, militair gestabiliseerd wordt.
Er is hier echter sprake van een kip-en-ei aspect. Tenzij Canada het krediet kan krijgen voor een aantal nuttige en goed zichtbare ontwikkelingspogingen in Kandahar, zal het moeilijk blijven om de steun van Afghanen in die provincie te winnen en op die manier de het gebied te stabiliseren. [..]

Probleem 11: Het beeld dat het leven voor mensen in Kandahar nu meer gevaar oplevert omdat wij er zijn

Uiteindelijk zijn we in Afghanistan om het leven van de Afghanen te verbeteren. Misschien verbetert de situatie in sommige delen van het land, maar waar Canada de meeste invloed probeert uit te oefenen – in Kandahar – is het leven duidelijk gevaarlijker omdat wij er zijn. Dat betekent niet dat Canada daar niet zou moeten zijn, of dat we niet met de Taliban moeten vechten. We moeten dat doen om te proberen de stabiliteit te vestigen die nodig is om te werken aan lange termijn oplossingen. Maar het betekent wel dat de gewone burger van Kandahar in een oorlogszone leeft die er niet zou zijn als de NAVO-troepen er niet waren. De combinatie van het verlies van te veel onschuldige levens met te weinig ontwikkelingshulp die gerealiseerd wordt, draagt bij tot de troosteloosheid en het gevaar van het leven in de regio Kandahar. We moeten al het mogelijke doen om de korte termijn leefbaarder te maken terwijl we de lange termijn vooruitzichten proberen te verbeteren.

Probleem 12: Als dit een lakmoestest is voor de nieuwe NAVO, dan zijn de resultaten tot nu toe niet indrukwekkend

Sommige NAVO-bondgenoten (met uitzondering van de VS, het Verenigd Koninkrijk en Nederland) hebben zich niet bereid getoond om in Afghanistan op het slagveld te dienen. Als de Afghanen hun eigen verdediging tegen de Taliban moeten overnemen, moeten ze worden opgeleid en moeten ze militair leiderschap ontwikkelen. Het huidige NAVO-contingent heeft niet genoeg troepen om man-tegen-man met de Taliban te vechten, om betrokken te blijven bij ontwikkelingsprojecten en tegelijkertijd Afghaanse troepen en hun leiders op te leiden. Andere NAVO-landen die bij deze opleidingsactiviteiten betrokken worden, zullen de eerste jaren samen met de Afghaanse troepen in actie moeten komen om een effectieve Afghaanse strijdmacht te kunnen vormen. Als landen als Duitsland en Frankrijk zich niet in de strijd willen werpen, hoe krijgen we die opleiding dan voor elkaar? De NAVO verenigde zich om Europa te verdedigen tegen de Sovjetdreiging. Die rol is geschiedenis. Als de NAVO enige nieuwe rol van betekenis moet krijgen, wordt die waarschijnlijk dat gelijkgezinde lande gemene zaak maken tegen al hetgeen ze als een gemeenschappelijke bedreiging zien. Momenteel staat gewelddadig religieus extremisme met wortels in plaatsen als Afghanistan en Pakistan bovenaan de lijst met bedreigingen. Sommige van onze bondgenoten salueren veel, maar marcheren weinig. Dus wat zegt dat over de toekomst van de NAVO?

Probleem 13: Afghanistan wil niet worden opgebouwd naar het evenbeeld van Canada

Er is allerlei druk van het thuisfront om het soort hulp te verschaffen waar Canadezen in geloven omdat ze het soort maatschappij weerspiegelen dat wij koesteren: geen corruptie, vrije en eerlijke verkiezingen, gelijke behandeling voor meisjes en jongens wat betreft onderwijs en andere zaken. Afghanistan is aanmerkelijk achterlijker dan andere lastige gebieden zoals Irak, Iran en Palestina. Elke verandering heeft hier generaties nodig om te werken en wat voor snelle hervorming dan ook zal waarschijnlijk niet het soort resultaat hebben dat voor de Canadezen onze betrokkenheid gemakkelijk zal rechtvaardigen.

[..]

Vertaling: Kees Kalkman

Bron:
Canadian Troops in Afghanistan:. Taking a Hard Look at a Hard Mission An Interim Report of the Standing Senate Committee on National Security and Defence


Naar boven
Naar beginpagina