17 mei 2011

De opstandelingen van Noord-Afghanistan (1)

Samenvatting van het rapport The Insurgents of the Afghan North - The rise of the Taleban, the self-abandonment of the Afghan government and the effects of ISAF’s ‘capture-and-kill campaign’ (pdf 0.8 MB), Antonio Giustozzi and Christoph Reuter, Afghan Analysts Network, april 2011.

Opstandelingen deel 2
Opstandelingen deel 3

Het rapport van het Afghan Analysts Network beschrijft de ontwikkelingen in de noordelijke provincies van Afghanistan tussen 2008 en 2010. In deze periode veranderde het beeld twee maal drastisch. Tot 2008 werd het verzetspotentieel in het noorden door de NAVO als laag beoordeeld, hoofdzakelijk omdat de Taliban werden gezien als een zuidelijke beweging. De bevolkingsgroep waaruit zij hoofdzakelijk rekruteerden, de Pashtun, woont vooral in het zuiden. In het noorden zijn er maar weinig gebieden waar deze groep in de meerderheid is. Een langzaam proces van infiltratie van de Taliban in het noorden vanaf 2005 leidde in eerste instantie niet snel tot militaire acties en werd door de NAVO en de Afghaanse regering als een mislukking gezien.

Dit beeld veranderde volkomen in 2008 door aanvallen, bermbommen en hinderlagen die in 2009 werden uitgevoerd door tientallen strijders tegelijk. De redenering dat de Taliban alleen aantrekkelijk waren voor Pashtun bleek niet te kloppen. Wat eruit had gezien als een mislukte poging om lokale structuren op te bouwen was in feite een geduldig proces van systematische infiltratie op basis van een strategie om de controle uit te breiden vanuit de traditionele bolwerken in het zuiden. Rond 2010 hadden de Taliban op die manier onder meer de noordelijke helft van de provincie Baghlan en enkele distrikten in het zuiden en noorden van de provincie Kunduz onder hun militaire controle of invloed gebracht. De aanwezige ISAF-kontingenten in het noorden, zoals de Duitsers, hadden hierop geen antwoord.

De Taliban waren erin geslaagd om hun rijen te openen voor niet-Pashtuns en cellen te vormen in gebieden waar Tadzjiks en Oezbeken wonen. Vanaf 2009 werd het bewijs dat de Taliban rekruteerden onder deze bevolkingsgroepen overweldigend. Het belangrijkste instrument hierbij is de geestelijkheid, die als instelling de etnische verschillen kan overstijgen.

In de gebieden die ze controleerden of beïnvloedden vestigden de Taliban hun schaduwadministratie, om te beginnen op het terrein van justitie en belastingheffing, in sommige gevallen gevolgd door onderwijs en gezondheidszorg. Hun justitiesysteem leverde snelle en tamelijk onpartijdige rechtspraak via mobiele rechtbanken. Op sommige gebieden probeerden ze de door de regering opgerichte instellingen over te nemen. Dat blijkt onder meer uit het feit dat, terwijl de Taliban in de regel geen enkel dienstverband met de Afghaanse regering accepteren, er althans in de provincie Kunduz een uitzondering werd gemaakt voor personeel uit gezondheidszorg en onderwijs. De houding van de Taliban met betrekking tot onderwijs werd ook duidelijk: terwijl meisjesscholen zoveel mogelijk werden gesloten ondanks incidenteel protest van dorpsoudsten, bleven de jongensscholen open.

De Taliban lijken geen koherente agenda te hebben ten aanzien van NGO’s. In diverse noordelijke provincies werd de NGO’s gevraagd zich te registreren bij de autoriteiten van de Taliban. Aanvallen op NGO’s lijken te maken te hebben met de financiering van de projekten. Projekten van de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID werden keihard bestreden. De algemene houding tegenover NGO’s was toleranter, hetgeen rechtstreeks verband houdt met de druk van groepen in de samenleving die belang hebben bij de diensten van de NGO’s.

Het bovenstaande betekent dat de Taliban de Afghaanse regering niet alleen willen bestrijden maar ook vervangen. De trek naar het noorden en het vestigen van schaduwstrukturen versterkte de aanspraken van de Taliban om de legitieme regering van Afghanistan te zijn, een nationale beweging die voor meer vecht dan de belangen van een regio of een etnische groep.

De komst van de Special Operation Forces (SOF) van de VS in het noorden in 2010 had een groot militair effekt bij het terugdrijven van de opstandelingen. Na korte tijd kwam de nadruk te leggen op het gevangen nemen of doden van zoveel mogelijk Taliban. De resultaten hiervan op lange termijn en het effekt op de bevolking zijn erg moeilijk te beoordelen. Over het algemeen zijn de ervaren, lokaal gewortelde kommandanten gedood of naar Pakistan gevlucht. Hun vervangers – uit Zuid-Afghanistan of Pakistan – hebben geen wortels in hun inzetgebied; zijn gemiddeld een jaar of vijfentwintig (tien jaar jonger dan hun voorgangers); missen de gevechtservaring, kennis en het respect van de inwoners; zijn radikaler en wijzen taktische overeenkomsten met NGO’s af en doden in plaats daarvan vermeende spionnen en blazen infrastruktuurprojekten op. Dit kan hun isolement in de samenleving versterken, maar ooit met ze onderhandelen zal moeilijker zijn dan met hun voorgangers.

Tegelijkertijd nam de Afghaanse regering zelfs de basiszorg die de Taliban uitvoerden niet over en vulde het vacuüm niet op dat de special forces hadden gecreëerd door de Taliban te verdrijven uit gebieden die ze kort daarvoor controleerden. Dit leidt tot een zeer onstabiele status quo waarbij de aanwezigheid (of afwezigheid) van ISAF de faktor wordt die de krachtsverhouding tussen de opstandelingen en de regering bepaalt. Het inherente dilemma van de huidige successen van ISAF tegen de Taliban is dat de aanwezigheid van ISAF niet van onbeperkte duur is. Een terugtrekken van ISAF-gevechtstroepen in 2014 – of wanneer dan ook – kan een terugkeer van de opstandelingen mogelijk maken. Verder is het gezien de prestaties in 2010 twijfelachtig of de Afghaanse regering alleen in staat is om de opstandelingen in bedwang te houden.

Samenvatting Kees Kalkman

Antonio Giustozzi and Christoph Reuter, The Insurgents of the Afghan North - The rise of the Taleban, the self-abandonment of the Afghan government and the effects of ISAF’s ‘capture-and-kill campaign’ (pdf 0.8 MB), Afghan Analysts Network, april 2011.

Opstandelingen deel 2
Opstandelingen deel 3


Naar boven
Naar beginpagina